HeadFirst Group sluit zich aan bij de Topsport Community: Samen streven naar topprestaties
Bij HeadFirst Group draait alles om het verbinden van mensen, innovatie en kennisdeling. Wij bouwen aan een winnende werkomgeving, waar ‘samen’ en ‘elke dag beter’ vanzelfsprekend is. Door een cultuur van winnen en samenwerken te bevorderen, streven we ernaar samen tot de beste prestaties te komen. Wij zien daarbij 1-op-1 een parallel met (top)sport. Daarom zijn we trots om aan te kondigen dat we ons officieel hebben aangesloten bij de Topsport Community, opgericht door Pieter van den Hoogenband, Olympisch zwemkampioen en ‘chef de mission’ van TeamNL in Parijs 2024.
Onze CEO, Marion van Happen, spreekt haar enthousiasme uit over de samenwerking: “De samenwerking met Topsport Community is voor ons een hele logische stap vooruit. Sport heeft de unieke kracht heeft om mensen te verbinden, wat perfect past bij onze kernwaarde ‘Connecting people’. Door een cultuur van winnen en samenwerken te bevorderen, streven we ernaar samen tot de beste prestaties te komen. Een andere kernwaarde van onze organisatie is ‘Learn every day’, wat ook heel goed matcht met sport. De manier waarop topsporters elke dag bezig zijn met 0,1 seconde sneller en 1 centimeter verder, dat is de mentaliteit die we bij HeadFirst Group ook hebben en nog meer willen stimuleren. In Topsport Community hebben we een partner gevonden die een boost geeft aan onze doelen op dit vlak. De kracht van de community gaat ons helpen.”
Pieter van den Hoogenband, oprichter van de Topsport Community, heeft zin in de samenwerking: “HeadFirst Group is een fantastisch bedrijf dat begrijpt wat we met de Topsport Community willen bereiken: werelden van de topsport, wetenschap en het bedrijfsleven met elkaar verbinden en kennis delen. Zodat we samen verder komen. HeadFirst Group ademt topsport: zij zijn nieuwsgierig en willen presteren. We kijken dan ook uit naar de samenwerking.”
Deze samenwerking is meer dan alleen een partnership; het is een gedeelde ambitie om te groeien en te innoveren. Samen met de Topsport Community willen we de brug slaan tussen sport, wetenschap en bedrijfsleven om de beste resultaten te bereiken. Of het nu gaat om het verbeteren van onze werkomgeving of het stimuleren van persoonlijke groei, bij HeadFirst Group geloven we dat we samen verder komen.
Emancipatie stuwt aantal vrouwelijke zzp'ers in Europa
Na een constante groei in de afgelopen vijftien jaar is nu één op de drie zzp’ers in Europa vrouw. Deze groei gaat hand in hand met de toenemende gelijkheid tussen mannen en vrouwen in Europa. In Nederland is 37,8 procent van de zzp’ers vrouw, wat ons op de 11e plek in Europa plaatst. Onderzoek voor de nieuwste Talent Monitor, uitgevoerd door arbeidsmarktspecialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, blijkt dat hoe verder de emancipatie in een land is gevorderd, hoe meer vrouwen kiezen voor zelfstandig ondernemerschap.
Opmars van vrouwelijke zzp’ers
Uit een uitgebreide analyse van gegevens sinds 2010, blijkt een zeer sterke relatie tussen emancipatie en het aandeel vrouwelijke zzp'ers in Europa. Door de data te koppelen aan de Gender Gap Index (GGI) van het World Economic Forum, die de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen meet, is een duidelijke correlatie gevonden. In landen met een kleinere genderkloof is het percentage vrouwelijke zzp'ers aanzienlijk hoger, zo kan gesteld worden. Met andere woorden: de toenemende gendergelijkheid stimuleert ondernemerschap onder vrouwen. Dit is een hele goede trend en benadrukt tegelijkertijd de noodzaak om gelijke kansen te blijven stimuleren als motor voor economische en maatschappelijke groei”, aldus Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group.
In 2024 bestaat 36 procent van de zzp’ers in de Europese Unie (EU-27) uit vrouwen, een stijging ten opzichte van 34 procent in 2010. Luxemburg is sinds dit jaar het eerste Europese land waar meer dan de helft van de zzp’ers vrouw is (50,7 procent). Letland volgt met bijna een gelijk aandeel (49,8 procent), terwijl landen als Ierland (26,8 procent) en Roemenië (26,9 procent) ver achterblijven. In Nederland is het percentage 37,8, iets meer dan in België (36,6 procent).
Minder uren, meer vrouwen
Uit het onderzoek blijkt bovendien dat in landen waar zzp'ers gemiddeld minder uren per week werken, het aandeel vrouwelijke zzp’ers vaak hoger ligt. In landen waar het verschil in gewerkte uren tussen mannen en vrouwen als zzp'er klein is, zien we juist relatief minder vrouwelijke zzp'ers. "Het zzp-schap biedt vrouwen een aantrekkelijke werkvorm, omdat het hen in staat stelt zorgtaken te combineren met flexibiliteit en een betere werk-privébalans. De mogelijkheid om als zzp'er minder uren te werken of andere ambities te realiseren, draagt bij aan hun autonomie en versterkt de emancipatie van vrouwen," zegt Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group.
In Europa werken mannen als zzp’er gemiddeld 40,9 uur per week, terwijl vrouwen gemiddeld 34,5 uur werken. Griekse zzp’ers werken de meeste uren (43,4 uur), gevolgd door Spaanse zelfstandigen (41,7 uur). Luxemburgse zzp’ers maken de minste uren (30,8 uur), gevolgd door Estse zzp'ers (31,9 uur). In Nederland ligt het gemiddelde op 33,6 uur, ruim onder het Europese gemiddelde.
Het volledige rapport is te downloaden op headfirst.group.
Steeds meer zzp’ers onder 30 jaar in Nederland, Belgische aantallen juist dalend
In de afgelopen vijf jaar is het aantal zzp’ers jonger dan dertig in Nederland aanzienlijk toegenomen, goed voor 12,7 procent van het totale aantal zzp’ers in ons land. Hiermee behoort Nederland tot de Europese top, samen met landen als Malta, Slowakije en Litouwen. In tegenstelling tot Nederland, is er in België – met bijna 4 procent - juist een afname van het aantal jonge zzp'ers te zien. Dit toont de meest recente Talent Monitor, een gezamenlijk onderzoek van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, aan.
Ouderen domineren zzp-markt in Europa
In de Europese Unie (EU-27) is bijna een derde van de zzp’ers 55 jaar of ouder (31,7 procent). Deze groep is ruim drie keer zo groot als de groep onder de 30 jaar. Het percentage 55-plussers is vooral groot in Zweden (55,1 procent), Duitsland (47,5 procent) en Ierland (46,9 procent). Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group, licht toe: “In deze landen, waar traditionele vaste banen vaak worden geassocieerd met hoge status, kan het zzp-schap een laatste carrièrestap zijn of een manier om ruimte te maken voor een nieuwe generatie. Deze trend wordt gedeeltelijk verklaard door vergrijzing, maar ook culturele factoren spelen een rol.”
In de afgelopen tien jaar is het aantal 55-plus zzp’ers jaarlijks met 1,4 procent gegroeid. De groei van zzp’ers onder de dertig jaar ging de laatste vijf jaar iets sneller: 1,7 procent per jaar. De stijging in Nederland lag met 0,7 procent onder dat gemiddelde. In deze periode is het aantal jonge zzp’ers snel afgenomen in België (-3,8 procent). Een daling was ook zichtbaar in Bulgarije, Estland, Letland en Slovenië, daar zelfs met meer dan 6 procent. Het hoogste percentage jonge zzp’ers is te vinden in Malta (14,7 procent), gevolgd door Slowakije, Litouwen, IJsland en Nederland (12,7 procent). Ondanks de toename blijft het aantal jongeren dat kiest voor een zelfstandig bestaan in Europa relatief beperkt in verhouding tot de totale beroepsbevolking.
Stabiele zzp-markt in Europa
Europa telt momenteel bijna twintig miljoen zzp’ers, wat neerkomt op 8,8 procent van de totale beroepsbevolking. Waar de Nederlandse zzp-markt al jaren groeit met minimaal 1,4 procent, blijft het aandeel zzp'ers in Europa redelijk stabiel. In landen als Hongarije en Zwitserland is sprake van aanzienlijke groei, terwijl in landen als Roemenië en Duitsland het aantal zzp'ers juist afneemt. Griekenland heeft het hoogste percentage zzp’ers, met bijna 18 procent van de beroepsbevolking. Noorwegen kent het laagste percentage, met slechts 3,8 procent. De verschillen in percentages zijn onder andere culturele voorkeuren voor zelfstandigheid en fiscale regelingen die ondernemerschap in bepaalde landen stimuleren.
Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group, zegt hierover: “Deze cijfers bevestigen dat de Nederlandse arbeidsmarkt een unieke positie heeft binnen Europa. Dit inzicht helpt internationale opdrachtgevers die hun wervingsstrategieën willen afstemmen en zzp’ers die inzicht willen krijgen in de unieke kenmerken van hun vakgebied in Nederland vergeleken met andere Europese landen. Maar ook voor beleidsmakers en politici om de arbeidsmarkt in een breder Europees perspectief te plaatsen, wat wij recent ook specifiek voor zzp-wetgeving in kaart hebben gebracht.”
Het volledige rapport is te downloaden op headfirst.group.
Strenger, sober, snel: wat verandert er voor zelfstandigen in 2025?
Wie live heeft geluisterd naar de Troonrede, zal ongetwijfeld de lengte en toon van koning Willem-Alexander zijn opgevallen. Zo vatte hij de kabinetsplannen voor 2025 samen als ‘streng, sober en snel’. De arbeidsmarkt werd ook genoemd: het kabinet wilt inspanningen leveren om de krapte op verschillende manieren op te lossen. Loondienst moet aantrekkelijker worden en iedereen moet de mogelijkheid hebben om zich een leven lang te blijven ontwikkelen door om- en bijscholing. Maar hoe zit het met de zelfstandigen? Wij zetten de belangrijkste plannen en wijzigingen op een rij.
Belastingen voor zelfstandigen
Zelfstandigen gaan in 2025 gemiddeld genomen iets meer belasting betalen als hun winst gelijk blijft. Dit komt door een aantal wijzigingen in de belastingen. Zo wordt de zelfstandigenaftrek verder verlaagd naar €2.470 per jaar in 2025. In 2024 was dit de zelfstandigenaftrek nog €3.750. Het verlagen van de zelfstandigenaftrek moet zorgen voor een fiscaal gelijk speelveld tussen zelfstandigen en werknemers.
Verder heb je als ondernemer in de inkomstenbelasting recht op de mkb-winstvrijstelling. Daarmee is een deel van je winst vrijgesteld van inkomstenbelasting. Het plan was om de vrijstelling vanaf 2025 te verlagen naar 12,07% (voorheen was dit percentage 13,31). Het percentage in 2025 daalt toch iets minder hard, namelijk naar 12,7%.
Deze aanpassingen zorgen ervoor dat ondernemers over een groter deel van hun winst belasting moeten betalen. Tegelijkertijd probeert het kabinet lage inkomens te ondersteunen door bijvoorbeeld de huurtoeslag en het kindgebonden budget te verhogen.
Box 1: Inkomen uit arbeid, uitkering en eigenwoningbezit
De indeling van box 1 wordt aangepast naar drie schijven in plaats van twee. De verdeling van de schijven en percentages is als volgt:
- Over inkomen tot €38.441 betaal je 35,82% belasting, wat lager is dan in 2024.
- Over inkomen tussen €38.441 en €76.817 betaal je 37,48%, een lichte stijging ten opzichte van 2024.
- Voor inkomen boven de €76.817 blijft het tarief 49,5%.
Lagere inkomens profiteren van het lagere tarief in de eerste schijf, terwijl hogere inkomens meer belasting betalen door het hogere tarief in de tweede schijf.
Box 2: Inkomen uit aandelenbezit
Onderneem je in een bv? Dan moet de bv elk jaar vennootschapsbelasting betalen. Heb je meer dan 5 procent van de aandelen en werk je ook in deze bv? Dan ben je een directeur-grootaandeelhouder (DGA). Als DGA krijg je te maken met belastingheffing in box 2 van de inkomstenbelasting. In 2025 worden de volgende wijzigingen gedaan:
- Over dividend tot €67.804 betaal je 24,5%, gelijk aan 2024.
- Over dividend boven €67.804 daalt het tarief van 33% naar 31%.
Als in 2025 het tarief in box 2 omlaag gaat, kan het aantrekkelijker zijn voor ondernemers om te wachten met het uitkeren van dividend.
Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen
Heb je spaargeld of beleggingen? Dan betaal je in 2025 over je vermogen tot €57.684 geen belasting. Heb je meer vermogen? Dan betaal je net als dit jaar 36 procent belasting over de opbrengst die de belastingdienst verwacht dat jij zou kunnen halen in 2025. Dit noemen we een fictief rendement.
Geen aftrekbaarheid van giften in vennootschapsbelasting
Vanaf 1 januari 2025 zijn giften aan goede doelen niet langer aftrekbaar van de vennootschapsbelasting (vpb). Dit geldt voor giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI's) of steunstichtingen SBBI. Giften door een vennootschap aan een ANBI op verzoek van een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang worden beschouwd als een winstuitkering, waarover inkomstenbelasting (box 2) en dividendbelasting moet worden betaald.
Emissievrije auto’s: korting op wegenbelasting
Het kabinet stimuleert de overstap naar emissievrije auto's met kortingen op de motorrijtuigenbelasting (mrb) tot 2029. De regeling is als volgt:
- Van 2026 tot en met 2029 geldt een korting van 25%;
- vanaf 2030 vervalt deze korting.
Evaluatie van fiscale ondernemersregelingen
De afgelopen zes maanden is een evaluatie uitgevoerd van verschillende fiscale ondernemersregelingen, zoals de zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling. Onderzoeksbureaus SEO en Dialogic, in opdracht van de ministeries van Financiën en Economische Zaken, concludeerden dat deze regelingen slechts beperkt effectief zijn in het stimuleren van ondernemerschap en maatschappelijke voordelen. Hoewel er geen harde conclusies over de doelmatigheid konden worden getrokken, bleek dat de kosten van de regelingen relatief hoog zijn in verhouding tot hun effectiviteit. Dit roept vragen op over mogelijke hervormingen van deze regelingen.
Stand van zaken wetsvoorstellen
Bovenstaande plannen van het kabinet zijn onderdeel van het Belastingplan 2025. De maatregelen staan in verschillende wetsvoorstellen. De Tweede en Eerste Kamer moeten de wetsvoorstellen nog goedkeuren, voordat de plannen kunnen ingaan. Zij stemmen in november en december over het Belastingplan 2025.
Kwart zzp’ers loopt nu al opdrachten mis door naderende handhaving schijnzelfstandigheid
Hoogopgeleide zzp’ers verwachten dat het steeds lastiger wordt om opdrachten te vinden en ervaren nu al dat ze opdrachten mislopen door de naderende handhaving op schijnzelfstandigheid. Dit blijkt uit onderzoek van HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, waaraan 1.187 zzp’ers hun ervaringen en mening hebben gedeeld. Op donderdag 12 september staat in de Tweede Kamer een zzp-debat gepland, waarin de handhaving op schijnzelfstandigheid een belangrijk agendapunt is.
Het kabinet stuurde op vrijdag 6 september jl. een brief naar de Tweede Kamer, waarin onder meer wordt aangekondigd dat het voornemens is het eerste jaar geen vergrijpboetes op te leggen aan opdrachtgevers. Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group, noemt dit een klein stapje in de goede richting: “Het kabinet merkt net als wij dat opdrachtgevers – zowel in de profit als non-profitsector – terughoudender worden met het inhuren van zzp’ers en neemt daarvoor de eerste maatregelen. Het is positief dat ze deze signalen opvangen, serieus nemen en daar actie op ondernemen, maar dit is nog onvoldoende om de rust in de arbeidsmarkt te herstellen en bewaren. Wij adviseren daarom om het instrument ‘aanwijzingen’ na 1 januari 2025 te behouden, zodat opdrachtgever en opdrachtnemer na advies van de Belastingdienst de tijd krijgen om de arbeidsrelatie aan te passen.”
Terughoudendheid bij opdrachtgevers
Uit het onderzoek blijkt dat ongeveer 25 procent van de hoogopgeleide zzp’ers één of meerdere opdrachten is misgelopen in aanloop naar de opheffing van het handhavingsmoratorium. Daarnaast verwacht 57 procent dat het in de toekomst moeilijker wordt om opdrachten te vinden door de strengere handhaving.
Van Happen zegt hierover: “Dit bevestigt dat opdrachtgevers terughoudender worden in het inhuren van zelfstandigen. Wij ervaren in de praktijk dat opdrachtgevers moeite hebben om goed te beoordelen wanneer een zelfstandige ingehuurd mag worden. Dit leidt tot risicomijdend gedrag en minder opdrachten voor zelfstandigen. Dat mag niet het bij-effect zijn van de handhaving op schijnzelfstandigheid.”
Bewustzijn en behoefte aan meer duidelijkheid
Het onderzoek toont ook dat de 65 procent respondenten (zeer) goed op de hoogte is van de opheffing van het handhavingsmoratorium. Tegelijkertijd geven honderden respondenten in hun open reacties aan behoefte te hebben aan meer consistente en specifieke informatie die hen helpt zich goed voor te bereiden op deze veranderingen. “Het is nu aan de betrokken partijen om heldere voorlichting te bieden en zowel opdrachtgevers als zelfstandigen goed te informeren. Gelukkig blijkt uit de Kamerbrief van 6 september dat het kabinet het belang van duidelijke communicatie erkent en dat er een Rijksbrede publiekscampagne in voorbereiding is, die eind september van start gaat. Als leidende marktpartij zullen wij ook onze rol nemen in de communicatie”, besluit Van Happen.
De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp'ers
De internetconsultatie over het wetsvoorstel Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) heeft een stortvloed aan reacties opgeleverd. Wat moet jij weten over de plannen om een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering in te voeren voor zzp'ers?
Waarom komt er een verplichte AOV?
De invoering van een verplichte AOV voor zzp'ers komt voort uit een voorstel van de Stichting van de Arbeid. In juni 2019 is er namelijk een akkoord gesloten tussen vakbonden, werkgeversorganisaties en het kabinet. Onderdeel van dit akkoord was de invoering van een verplichte AOV voor zzp'ers. i Het doel van deze regeling is het beschermen van zzp'ers tegen inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid. Wat veel mensen niet weten, is dat de verplichte AOV een voorwaarde is voor het ontvangen van financiële middelen uit het Europese coronaherstelfonds. De wetgeving moet uiterlijk in 2025 worden aangenomen, maar de invoering wordt pas verwacht tussen 2027 en 2029.
Wat houdt de verplichte AOV in?
De verplichte AOV zal waarschijnlijk de volgende kenmerken hebben:
- De verplichte AOV gaat maximaal €195 per maand kosten; Een jaar wachttijd voordat de uitkering ingaat100% van het wettelijke minimumloon bij volledige arbeidsongeschiktheid, met een maximum van 70% van het laatst verdiende inkomen of winst.
- Tot de AOW-leeftijd bij blijvende arbeidsongeschiktheid.
- Bij private verzekeraars zal een stabiliteitsbijdrage worden geïnd (solidariteitspremie)
- Arbeidsongeschiktheid wordt beoordeeld op basis van restverdiencapaciteit in alle beroepen, niet alleen het eigen beroep.
Voor wie wordt de AOV verplicht?
De verplichte AOV zal gelden voor alle ondernemers die inkomstenbelasting betalen, ook wel IB-ondernemers genoemd, inclusief meewerkende partners. Uitzonderingen zijn waarschijnlijk voor directeur-grootaandeelhouders (DGA's) en parttime ondernemers die naast loondienst als zzp’er werken. Het hebben van personeel of voldoende vermogen zijn geen redenen om niet deel te nemen aan de verplichte AOV.
Wat als de zzp'er al een AOV heeft of er liever zelf één afsluit?
In de polder is lang gediscussieerd over een 'opt-out regeling' voor zzp'ers die liever een eigen private verzekering afsluiten. In het wetsvoorstel is deze mogelijkheid opgenomen, maar onder de voorwaarde dat de private verzekering minstens dezelfde voorwaarden heeft als de verplichte publieke verzekering. Andere voorzieningen zoals schenkkringen of Broodfondsen zullen niet voldoende zijn om vrijstelling te krijgen van de verplichte AOV.
“Zet ondernemerschap en wens van zzp’er en opdrachtgever centraal”
Wat Nederland kan leren van andere landen over zzp-wetgeving
Het onderscheid tussen een zzp’er en een werknemer is niet alleen een vraagstuk voor Nederland, de discussie speelt ook in andere landen. In een nieuw rapport presenteren HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, ONL voor Ondernemers en onafhankelijk platform ZiPconomy waardevolle lessen die het nieuwe kabinet en de Nederlandse politiek kunnen leren van andere westerse landen. “Er zijn landen waar de ‘wil der partijen’ een belangrijke rol speelt en waar ondernemerscriteria zwaarder wegen dan de omstandigheden tijdens de opdracht. Het is een gemiste kans voor Nederland als we geen waarde hechten aan deze factoren”, aldus Marion van Happen, CEO bij HeadFirst Group.
De ontwikkeling van nieuwe wet- en regelgeving rondom het werken met zelfstandigen is in Nederland een urgente opdracht voor Eddy van Hijum, de nieuwe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Wanneer mogen organisaties zzp’ers inhuren en wanneer moeten zij een arbeidsovereenkomst aanbieden? Deze vraag houdt wereldwijd beleidsmakers en overheden bezig. Het onderzoeksrapport ‘Internationaal perspectief op zzp-wetgeving. Wat Nederland kan leren van andere landen’ biedt een diepgaand inzicht in de oplossingen en benaderingen die in andere landen worden gehanteerd.
Meer aandacht voor ondernemerscriteria en het individu
Nederland kan veel leren van de ervaringen in landen als België, Duitsland, Canada en de Verenigde Staten (VS). “Als internationale HR-tech dienstverlener worden wij dagelijks geconfronteerd met een verscheidenheid aan wet- en regelgeving”, vertelt Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group. “Deze ervaringen bieden Nederland waardevolle inzichten. In België en Duitsland bijvoorbeeld, ligt de focus eerst op de ondernemerscriteria en de identiteit van de werkende. Dat is een fundamenteel andere benadering dan die we in Nederland kennen.”
Geen one-size-fits-all
“Het rapport laat zien dat er geen one-size-fits-all-oplossing bestaat”, zegt Erik Ziengs, voorzitter van ONL voor Ondernemers. “Het is belangrijk om te leren van de ervaringen en oplossingen in andere landen. Dit rapport nodigt uit tot een stevige politiek-maatschappelijke discussie over de rol van zzp’ers op de arbeidsmarkt en onze perceptie van deze groep werkenden.”
Daarbij moet er voldoende ruimte zijn voor de wensen van de werkenden zelf, vinden Ziengs en Van Happen. Uit meerdere onderzoeken blijkt namelijk dat het overgrote deel van de zelfstandigen bewust kiest voor het ondernemerschap, gedreven door autonomie en regie over hun eigen werkdag. Van Happen: “In Canada en België speelt de ‘wil der partijen’ een belangrijke rol bij het beoordelen van de arbeidsrelatie. Het zou een gemiste kans zijn als we in Nederland geen waarde hechten aan deze factor.”
Ziengs vult aan: “Als zelfstandigen een gedegen uurtarief rekenen, een goede financiële administratie bijhouden en proactief nieuwe opdrachten werven, verdienen zij de vrijheid die het ondernemerschap biedt.”
Het nieuwe rapport is hier te downloaden.
Van VAR, via DBA naar VBAR: wat opdrachtgevers moeten weten in 2025
Huur jij als opdrachtgever zelfstandigen in? Let dan op! Vanaf 2025 gaat er namelijk wat veranderen: het zogeheten handhavingsmoratorium komt per 1 januari 2025 te vervallen. Wat dit betekent? De Belastingdienst gaat vanaf dat moment strenger handhaven op schijnzelfstandigheid. Ook is het voor de Belastingdienst mogelijk om direct naheffingen en correcties op te leggen bij zowel opdrachtgever als zelfstandige als er sprake is van schijnzelfstandigheid. Maar waarom komt het handhavingsmoratorium te vervallen? En hoe zijn we, na de afschaffing van de VAR en DBA, op dit punt terechtgekomen?
Wat was de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) ook alweer?
In 2005 is de VAR ingesteld om organisaties die zelfstandigen inhuren te vrijwaren van werkgeversverplichtingen, zoals inhouding loonheffing en de afdracht van werkgeverspremies. Tot 2016 werd er op grote schaal door opdrachtgevers en zelfstandigen gebruikgemaakt van de VAR. De doorgaande groei van het aantal zelfstandigen zorgde voor een discussie over de toename van het aantal schijnzelfstandigen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de VAR werd afgeschaft en dat de wet DBA in het leven werd geroepen.
De wet DBA
Met de komst van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) is de VAR komen te vervallen. De wet is ingevoerd om enerzijds duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie tussen een opdrachtgever en opdrachtnemer, en anderzijds om schijnzelfstandigheid aan te pakken. In de wet DBA zijn opdrachtgever en opdrachtnemer samen verantwoordelijk voor de fiscale gevolgen als er toch sprake blijkt te zijn van een dienstverband. De wet DBA heeft niet voor de duidelijkheid en rust gezorgd die hij moest brengen. Daarom werd er direct bij de invoering van deze wet een handhavingsmoratorium in het leven geroepen. Vorige kabinetten hebben daarom besloten om de wet DBA te vervangen.
De opvolger van de wet DBA wordt naar alle waarschijnlijkheid de wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR). Dit nieuwe wetsvoorstel moet een beter toetsingskader bieden, om zo een duidelijker onderscheid te krijgen tussen werknemers en zzp'ers.
Waarom is de DBA wetgeving belangrijk?
De DBA wetgeving heeft als doel om te voorkomen dat zelfstandigen eigenlijk in loondienst zijn, zonder dat ze de bijbehorende rechten en plichten hebben. Dit betekent dat je als opdrachtgever moet kunnen aantonen dat de zzp'er die je inhuurt daadwerkelijk zelfstandig werkt en niet onder jouw directe leiding en toezicht staat.
Wat betekent dit voor jou als opdrachtgever?
- Een goede beoordeling van de arbeidsrelatie: voor iedere opdracht is een beoordeling nodig om na te gaan of er sprake is van een dienstbetrekking. Kijk daarom goed naar de feiten en omstandigheden die relevant zijn bij het beoordelen van de arbeidsrelatie. Belangrijke factoren hierin zijn bijvoorbeeld de duur van de opdracht, de aard van de werkzaamheden, alleen vergoeding voor daadwerkelijk gewerkte uren, geen leiding en toezicht van de opdrachtgever etc.
- Modelovereenkomsten: het is aan te raden om een door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst te gebruiken. Dit kan helpen om duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie. Let op: de werkelijke situatie is waarop wordt beoordeeld, dus het is van belang dat er ook daadwerkelijk wordt gehandeld in lijn met de afspraken zoals vastgelegd in de modelovereenkomst.
- Verantwoordelijkheid: je bent als opdrachtgever medeverantwoordelijk (tezamen met de zelfstandige) voor het vastleggen van de arbeidsrelatie en hier ook daadwerkelijk naar te handelen.
- Goed documenteren: zorg voor een duidelijke administratie, waarin de afspraken met de zzp'er zijn vastgelegd.
- Periodieke evaluatie: evalueer regelmatig de manier van samenwerken met elkaar, om te zorgen dat deze nog steeds voldoet aan de voorwaarden van zelfstandigheid.
Met de wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) wordt de relevante rechtspraak bij elkaar gebracht en daarvan wordt een wettelijk toetsingskader gemaakt. Dit moet ervoor zorgen dat het voor opdrachtgevers duidelijker wordt wanneer er een zelfstandige ingehuurd kan worden. Daarnaast wordt er onder rechtsvermoeden van werknemerschap ingevoerd als de werkende minder dan €33 per uur verdient. Dit moet de positie van kwetsbare werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt versterken.
HeadFirst Group introduceert Striive: revolutie in flexmarkt
Striive neemt plek in als het grootste en meest gebruiksvriendelijke opdrachtenplatform van de Benelux
HR-tech dienstverlener HeadFirst Group lanceert het opdrachtenplatform Striive, het grootste en meest gebruiksvriendelijke van de Benelux. Striive helpt professionals nieuwe uitdagingen te vinden, ondersteunt leveranciers bij het matchen van opdrachten met hun talent en staat opdrachtgevers bij in hun zoektocht naar de beste kandidaten. Het platform is revolutionair in gebruiksgemak en maakt op unieke wijze gebruik van artificial intelligence (AI) om vraag en aanbod te verbinden. Bovendien biedt Striive innovatieve diensten aan om professionals volledig te ondersteunen in hun ondernemerschap.
Verbinder tussen tech en touch
HeadFirst Group gelooft in – en strijd voor – een eerlijke, open arbeidsmarkt waar technologie en human touch hand in hand gaan. In deze ‘next world of work’ neemt Striive de positie in van excellent connector. Het platform brengt jaarlijks meer dan twintigduizend opdrachten bij ruim vijfhonderd toonaangevende organisaties op een plek bij elkaar. Daarmee biedt het laagdrempelig nieuwe carrieremogelijkheden voor professionals, zelfstandig of in loondienst van leveranciers.
Mattijs Wassenburg, Managing Director Digital bij HeadFirst Group, legt uit: “Ons doel met Striive is om alle opdrachten in de markt op één online plek beschikbaar te maken voor alle professionals, ongeacht de contractvorm. Het gebruikersgemak is daarbij enorm belangrijk. We hebben het platform vanaf de basis opnieuw opgebouwd, gebaseerd op duizenden reviews, gebruikersinterviews en data-analyse. Zelfstandig professionals en leveranciers op ons platform hebben vier primaire behoeften: 1) uitdagende opdrachten bij gerenommeerde opdrachtgevers, 2) minimale administratieve rompslomp, 3) snelle betaling van facturen en 4) persoonlijk contact wanneer zij dat wensen. Striive vervult de eerste drie behoeften, zodat mijn collega’s meer tijd krijgen voor de vierde: de human touch.”
Innoveren bovenop krachtige basis
Striive neemt een unieke positie in binnen de flexmarkt van de Benelux, maar de ambities reiken verder. HeadFirst Group heeft onlangs de krachten gebundeld met Impellam, wat wereldwijde mogelijkheden biedt. Wassenburg vertelt hierover: “Striive is eenvoudig schaalbaar naar andere landen, wat niet wegneemt dat de voornaamste focus van mijn productteam nu nog ligt op verdere innovatie bovenop de sterke basis. Ons ambitieuze doel is dat gebruikers het contractproces in Striive binnen 15 minuten op een mobiel device kunnen afronden. We hebben de looptijd al met meer dan 50% verkort, maar we blijven doorgaan totdat we ons streven behaald hebben.”
Daarnaast werkt Wassenburg aan de beste matchingservice op basis van AI, gecombineerd met de expertise van de ervaren recruiters van HeadFirst Group. “We hebben al een gebruiksvriendelijke benchmarktool, waarmee professionals hun waarde kunnen vergelijken met vakgenoten. Binnenkort voegen we daar een AI-gestuurde cv-checker aan toe die een fit-gap analyse maakt tussen het cv en de opdracht. Deze innovaties, samen met onder andere diverse verzekeringen en tools voor persoonlijke ontwikkeling, ondersteunen professionals volledig in hun ondernemerschap, zodat zij zich op hun opdracht kunnen richten.”
Benieuwd naar het nieuwe Striive-platform? Bezoek striive.com.
Zzp'ers moeten flexibel blijven bij verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering
Op dinsdag 11 juni heeft demissionair minister Van Gennip (SZW) de Wet Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) online gezet voor consultatie, zodat iedereen zijn mening kan geven over het wetsvoorstel. HeadFirst Group ondersteunt het idee van een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor alle zelfstandigen, maar benadrukt dat keuzemogelijkheden hierin heel belangrijk zijn.
De verplichte AOV voor zelfstandigen gaat maximaal 195 euro per maand kosten en biedt een uitkering van 70% van de winst vóór arbeidsongeschiktheid, tot maximaal het minimumloon. Deze uitkering loopt door tot de AOW-leeftijd. De wet biedt ook de mogelijkheid voor een opt-out, waardoor zelfstandigen ervoor kunnen kiezen om zich privé te verzekeren, zolang die verzekering aan een paar minimumvoorwaarden voldoet.
Opt-out optie in wetsvoorstel
HeadFirst Group is blij dat het wetsvoorstel deze optie biedt. In eerdere gesprekken met betrokkenen en in onze communicatie hebben wij benadrukt dat zelfstandigen deze opt-out erg waarderen. De verplichte AOV is belangrijk om kwetsbare zzp’ers te beschermen en hen zekerheid te bieden. Tegelijkertijd moeten we de diversiteit van de zzp-populatie niet vergeten, met hun uiteenlopende opdrachten, motivaties en tarieven.
Het is goed om te zien dat demissionair minister Van Gennip en haar beleidsmedewerkers hier rekening mee hebben gehouden. We hopen dat de nieuwe minister van SZW en zijn team op dezelfde manier doorgaan. We willen ook benadrukken dat de wens voor een opt-out-optie onder zelfstandigen komt doordat steeds meer zelfstandigen (41%, ZEA 2023) op eigen initiatief een financiële reserve hebben opgebouwd of beleggen voor hun oude dag. Dit laat zien dat zelfstandigen zich bewust zijn van de balans tussen autonomie en verantwoordelijkheid: ze waarderen de vrijheid en flexibiliteit, maar weten ook dat ze financieel vooruit moeten denken.
Iedereen kan tot en met 23 juli 2024 reageren op het wetsvoorstel. Daarna worden alle reacties geanalyseerd en waar nodig worden aanpassingen gedaan. Het wetsvoorstel gaat vervolgens naar de Raad van State en daarna naar de Tweede Kamer.