Haagse update: richtlijnen vanuit de EU en een hoofdlijnendebat over de arbeidsmarkt

Het nieuw kabinet is inmiddels al een tijd van start, er ligt een ambitieus coalitieakkoord op tafel en de nieuwe bewindspersonen zijn inmiddels redelijk ingewerkt. Dat is te merken in Den Haag. Ambtenaren zijn druk bezig met het schrijven van beleidsplannen en ook de Tweede Kamer gaat weer regelmatig met elkaar in debat. Een mooi moment om jullie even kort mee te nemen in de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen van de afgelopen weken.

EU-voorstel platformwerk

Het is duidelijk dat Brussel zich steeds nadrukkelijker gaat bemoeien met nationale aangelegenheden en vraagstukken. Niet geheel verrassend kwam vorig jaar december de Europese Commissie met een voorstel om platformwerkers beter te beschermen. Het geduld met Uber en Deliveroo is in Brussel al geruime tijd op en in de nieuwe richtlijn eist de Europese Commissie dat platformwerkers dezelfde rechten en plichten krijgen als werknemers. Aangezien het vraagstuk omtrent platformwerk in meerdere Europese landen speelt, pakt Brussel nu de handschoen op om met duidelijke richtlijnen en criteria te komen die verheldering moeten brengen over de kwalificatie van de arbeidsrelatie.
In het voorstel worden vijf criteria opgesteld om te bepalen of er sprake is van werknemerschap of zzp-schap. Deze zijn als volgt:
1. Het platform bepaalt de beloning van de werkende;
2. Het platform stelt eisen aan het uiterlijk van de werkende (hij moet bijvoorbeeld een uniform dragen);
3. Het platform monitort de prestaties van de werkende via digitale middelen;
4. Het platform bepaalt de werktijden;
5. Het platform beperkt de mogelijkheden van de werkende om voor anderen te werken.

Mocht in de praktijk blijven dat er sprake is van twee of meer criteria, dan is het aan het platform om te bewijzen dat er toch sprake is van een zzp’er in plaats van een werknemer. Volgens berekeningen van de Europese Unie zal dit grote gevolgen hebben voor de Nederlandse schatkist, omdat geprofiteerd kan worden van miljarden aan belastingopbrengsten en sociale zekerheidspremies.

Nu zijn er wel wat fundamentele vragen die gesteld moeten worden bij dit voorstel en de hele discussie omtrent platformwerk. Want wat is nou eigenlijk de definitie van een platform? En gaat dit voorstel alleen over de aanpak van schijnzelfstandigheid bij platformwerkers, of gaat dit voorstel over de bemiddeling en classificatie van zelfstandigen in zijn algemeenheid? Afgelopen weken werd in ieder geval duidelijk dat alle politieke partijen het er over eens zijn dat dit voorstel effect gaat hebben op het zzp-vraagstuk in Nederland. De discussie wanneer er sprake is van een échte zzp’er speelt al langer in Nederland en vele pogingen om hier helderheid over te verschaffen zijn inmiddels gestrand en in de ijskast gezet. Die vermoeidheid is een extra reden om alert te zijn, omdat Den Haag niet te makkelijk akkoord moet gaan met dit voorstel en duidelijk de grens moet bewaken tussen kwetsbare platformwerkers en échte zelfstandigen. De kans is aannemelijk dat publieke rechtelijke instanties zoals de Belastingdienst en de Arbeidsinspectie deze criteria mogen gaan gebruiken om het vermoeden van werknemerschap te gaan toetsen en handhaven. Dat geeft direct aan dat het voorstel zich niet enkel richt op het beschermen van de kwetsbare platformwerker, maar dat het ook publiekrechtelijke instanties handvatten geeft om te starten met handhaving. We zullen daarom de ontwikkelingen op de voet moeten volgen en in een zo vroeg mogelijk stadium Kamerleden op de hoogte brengen van onze belangen en zorgen.

Hoofdlijnendebat Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Op donderdag 17 februari ging de Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid in debat met de nieuwe ministers van SZW over de plannen uit het coalitieakkoord. Diverse thema’s kwamen in het debat aan bod en met 19 fracties ging het af en toe alle kanten op. Gelukkig was er tijdens het debat ook aandacht voor thema’s die voor ons van belang zijn, zoals de webmodule, het handhavingsmoratorium en duidelijkheid omtrent de inhuur van zelfstandigen.

Voorafgaand aan het debat hebben we als HeadFirst Group input geleverd en aan verschillende Kamerleden gevraagd om meer duidelijkheid te scheppen over de verdere ontwikkeling van de webmodule en handhaving van de wet DBA. Het was goed om te zien dat partijen hier tijdens het debat op terugkwamen. De markt snakt na al die jaren naar duidelijke en uitvoerbare regels.

Alhoewel de minister niet direct antwoord gaf op onze vragen waren er zeker wat lichtpuntjes. Zo gaf de minister zelf aan dat slechts een klein percentage werkenden op de arbeidsmarkt een ‘kwetsbare zzp’er’ is en dat we ons vooral moeten richten op die sectoren waar de kans op schijnzelfstandigheid het grootst is. Dit heeft raakvlak met het Belgische model waar we eerder een rapport over schreven met ZiPconomy en ONL en ook pleiten we al langer voor sectorale handhaving. Ook heeft de minister beloofd om voor de zomer met een ‘breed plan’ te komen over de hervorming van de arbeidsmarkt en dit in een brief uiteen te zetten en te delen met de Tweede Kamer.


Marion van Happen nieuwe CEO HeadFirst Group

HeadFirst Group, marktleider in HR-dienstverlening en platform voor professionals, benoemt Marion van Happen per 1 februari 2022 tot haar nieuwe CEO. Marion neemt de rol over van Han Kolff, die zich vanuit zijn rol van voorzitter van het bestuur met name gaat toeleggen op de internationale groeiambities van het bedrijf. Marion krijgt de regie op de activiteiten van de groep in de Benelux.

Leading platform
HeadFirst Group heeft de afgelopen jaren een grote groei doorgemaakt tot marktleider in HR dienstverlening op de Nederlandse arbeidsmarkt. De overnames van intermediair Between en recruitment-specialist Sterksen in 2020 en 2021 hebben de positie van HeadFirst Group als full-service dienstverlener verder versterkt. Het platform van HeadFirst Group is recent uitgebreid met additionele diensten voor professionals en partners, waaronder een learning & development platform en tailor made financials services. Voor opdrachtgevers is het platform verrijkt met targeted talent pools en direct sourcing.

Marion, CEO: “Ik kijk enorm uit naar deze nieuwe uitdaging. Allereerst ligt mijn focus op het leren kennen van alle collega’s en belangrijke relaties. Vervolgens gaat mijn aandacht naar de strategie voor de komende jaren, die onveranderd is: het uitrollen van de tech roadmap, doorgroeien naar een volledig datadriven organisatie, next level services aanbieden, het leading platform in Nederland worden en Europese expansie realiseren.”

Internationale groei
Han, voorzitter van het bestuur: “We zijn zeer verheugd dat Marion ons komt versterken. Met haar track record in onze sector is zij bij uitstek geschikt onze positie als technologie- en innovatie gedreven arbeidsmarktplatform verder uit te breiden. Met haar komst, kunnen we ons als bestuur nog beter focussen op de expansie van HeadFirst Group in Europa. We kijken ernaar uit met Marion onze groeistrategie uit te rollen.”

Marion heeft ruim twintig jaar ervaring in HR services, staffing en recruitment in diverse commerciële- en managementfuncties in binnen- en buitenland. Haar laatste functie was die van Chief Operating Officer bij RGF Staffing the Netherlands, dat voorheen USG People heette. Hiervoor was Marion algemeen directeur van Unique. Ze brengt zeer relevante expertise mee in digitale transformatie, innovatie en operationeel performance management.

Han en Marion delen het nieuws over de wijzigingen in het leadership team van HeadFirst Group in deze video:

Over HeadFirst Group
HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en het grootste platform voor professionals in Nederland. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruitment Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst en Between, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.


Is 2022 het jaar van de TTA-doorbraak?

Organisaties hebben zich lang de luxe kunnen veroorloven het tekort aan vaste krachten op te vullen met tijdelijke, externe professionals. Die tijd is voorbij: ook op de flexibele arbeidsmarkt heerst op alle fronten schaarste. Uurtarieven stijgen hard: met gemiddeld 7%. Deze schaarste dwingt organisaties op een integrale manier te kijken naar de gehele arbeidspopulatie. Het werven, binden, motiveren en ontwikkelen van het juiste talent staat voorop. De contractvorm wordt minder en minder relevant. Zo zou 2022 best eens het jaar kunnen worden waarin Total Talent Acquisition (TTA) daadwerkelijk van de grond komt. Expert Alexander Crépin deelde op ZiPconomy zijn visie.

Start met een proeftuin

Een van de belangrijkste uitdagingen om met Total Talent Acquisition (TTA) aan de slag te kunnen, is het inrichten van één TTA-proces. Hoe zorg je ervoor dat alle openstaande posities in een ‘one-stop-shop’-wijze opgepakt worden en dat de inhuur- en het aannameprocessen geüniformeerd zijn? De stap vanuit de as-is situatie hiernaartoe is echter enorm. Het advies: begin klein, start een proeftuin. Dit kan aan de hand van slechts twee stappen:

  1. Begin met alle aanvragen op één centrale plek in behandeling te nemen. Dit zou je de TTA Desk kunnen noemen of het Instroom Service Punt (ISP).
  2. Ga vervolgens, in lijn met het Agile gedachtegoed, lerend met elkaar, multidisciplinair aan de slag. Dat biedt de mogelijkheid om pragmatisch resultaatgericht te werken en zo kan de expertise van alle stakeholders stap voor stap benut worden om de beoogde TTA-winst te behalen. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om eerst binnen een bepaalde afdeling en/of met een bepaald type rollen aan de slag te gaan. Kijk met elkaar hoe de twee instroomsporen ingericht kunnen worden om de positie klantgericht, efficiënt en effectief in te vullen.

Op de hier geschetste manier kunnen bestaande ‘best practices’ van recruitment en externe inhuur veel makkelijker samengebracht worden. Ook kan zonder een al te groot risico worden ervaren op welke wijze TTA het beste ingevuld kan worden om de instroom van talent te optimaliseren. Het voorkomt ook dat er direct in systemen en tools geïnvesteerd moeten worden, bijvoorbeeld voor integraties of de overstap naar een nieuwe oplossing die TTA beter ondersteunt. Dat zijn trajecten waar beter pas mee gestart kan worden als er een goed beeld is van de operationele implicaties van TTA.

Het gehele artikel van Alexander Crépin zijn hand kun je teruglezen op ZiPconomy


Weloverwogen daad bij het woord noodzakelijk bij uitvoering coalitieakkoord

Woensdag 15 december 2021 werd het langverwachte coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ gepresenteerd. Voor de arbeidsmarkt heeft het nieuwe kabinet een belangrijk doel: hervorming om lasten te verlagen, bestaanszekerheid verbeteren en armoede tegengaan. ‘Zodat werken loont, werkgeverschap en ondernemerschap aantrekkelijk blijft, ons welzijn stijgt en personeelstekorten in vitale sectoren opgevangen kunnen worden.’ Han Kolff, CEO HeadFirst Group, reageert op de voorgenomen plannen.

Rutte IV wil jaarlijks €500 miljoen investeren om ‘een aantal grote hervormingen’ door te voeren, waarbij de uitgangspunten van de Commissie Borstlap en het MLT-advies van de SER de leidraad vormen. Stevige rapporten en grotendeels goede plannen, maar nu begint het moeilijke: de uitvoering. Dat geldt ook voor het uitgangspunt ‘echte zelfstandigen worden ondersteund en ondernemerschap wordt gestimuleerd’, waar de verdere uitwerking van uitblijft. Het standpunt onderstreep ik van harte, maar het valt of staat bij het maken van de juiste keuzes. Om woorden om te kunnen zetten in daden is mankracht, kennis en een duidelijke visie nodig.

De huidige krapte op de arbeidsmarkt maakt deze uitdaging alleen maar groter. Overhaast generieke en ondoordachte plannen doorvoeren kan fatale gevolgen hebben. Dat zagen we bij de invoering van de wet DBA, toen veel zelfstandig professionals (zp’ers) inkomstenderving ondervonden door terughoudende opdrachtgevers. Sterker nog, veel zelfstandigen ondervinden nog steeds hinder: de onduidelijkheid heeft als gevolg dat het voor meer dan de helft moeilijker is geworden een geschikte opdracht te vinden. Dit komt bovenop de zp’ers, bijna 40 procent, waarvan de afgelopen jaren een opdracht voortijdig is beëindigd door de opdrachtgever vanwege zorgen en onduidelijkheid rondom wetgeving. Verdere toename kunnen we absoluut niet gebruiken. We hebben elke beroepsgroep, in welke contractvorm dan ook, de komende jaren keihard nodig.

Verdere ontwikkeling webmodule
Ondanks de nodige kritiek van brancheorganisaties en zzp-belangenbehartigers op de webmodule, ligt de focus voor de vervanging van de wet DBA voornamelijk op de verdere ontwikkeling van deze vragenlijst. Om zowel politiek als maatschappelijk draagvlak te creëren, is een cruciale stap dat de Tweede Kamer een inhoudelijk debat voert met Karien van Gennip en Marnix van Rij – bewindspersonen op Sociale Zaken en Financiën en sleutelspelers in deze discussie – over de pilotresultaten van de webmodule. De webmodule kan op voorhand zekerheid bieden, maar het is essentieel dat betrokken ambtenaren op het departement weer het gesprek opstarten met veldpartijen om de onderliggende systematiek van de vragen kritisch te bekijken en fundamentele aanpassingen door te voeren.

De uitkomst mag niet leiden tot verminderde inhuur van zelfstandigen, die niet hulpbehoevend zijn en niet op bescherming tegen schijnzelfstandigheid zitten te wachten. Dat benadruk ik met klem, want ook opdrachtgevers en intermediairs zijn niet gebaat bij onrust en onduidelijkheid. Voor situaties van tussenkomst is de webmodule niet gereed en is er ook geen pilotfase geweest. De intermediaire branche helpt graag bij de verdere ontwikkeling van een werkbare webmodule, zodat we onrust en vraaguitval van zzp’ers voorkomen.

Handhaving op arbeidsrelaties
Om ‘schijnzelfstandigheid tegen te gaan komt er betere publiekrechtelijke handhaving in het geval van het vermoeden van werknemerschap’. Handhaving op arbeidsrelaties kan, zoals we bespraken in een rondetafelgesprek met FNV Zelfstandigen, ONL voor Ondernemers en TNO, een belangrijke functie hebben voor de balans op de arbeidsmarkt. Van betekenis om kwetsbare en gedwongen zzp’ers te beschermen en zekerheid te bieden, tegelijkertijd moeten we oog houden voor de diversiteit van de zzp-populatie en bewuste zelfstandig ondernemers in het hogere segment de vrijheid geven om te ondernemen. Start de handhaving stapsgewijs op in de sectoren, waarvan we weten dat er veel kwetsbare zzp’ers werkzaam zijn tegen lagere uurtarieven. Het SER-advies biedt hiervoor houvast en houdt de arbeidsmarkt boven de €35,- open en werkbaar.

Blijf in gesprek met veldpartijen
Ik adviseer de politiek in gesprek te blijven met brancheorganisaties, intermediairs en zzp-belangenbehartigers. Dit zijn de specialisten als het gaat om het aan elkaar verbinden van vraag en aanbod op de versnipperde en zeer krappe arbeidsmarkt. Als één van de partijen die mensen van werk naar werk begeleidt en een bijdrage levert aan de duurzame inzetbaarheid van werkenden, dragen wij graag ons steentje bij. De komende jaren werken en – belangrijker nog – voeren we de plannen graag uit om serieus werk te maken van de arbeidsmarkt van morgen.


Rondetafelgesprek: de zzp’er bestaat wél

‘De zzp’er bestaat niet’ is een cliché dat de afgelopen jaren regelmatig terugkomt in het politiek-maatschappelijk debat. Het geeft aan dat de totale groep van meer dan één miljoen zelfstandigen zonder personeel zeer divers is. Dat maakt beleid ontwikkelen lastig. Om tot toekomstbestendig en uitvoerbaar beleid te komen zijn feiten en cijfers cruciaal. Daarom presenteerden ZiPconomy, HeadFirst Group en ONL voor Ondernemers het rapport ‘De zzp’er bestaat wél! Feiten over zelfstandigen zonder personeel’.

Welke feiten en cijfers springen in het oog? Wat zijn in een notendop de conclusies. Hugo-Jan Ruts (oprichter en hoofdredacteur van ZiPconomy) presenteerde de belangrijkste inzichten. En wat kunnen of moeten die betekenen voor het regeerakkoord en het beleid van een nieuw kabinet? In een rondetafelgesprek ging Frits Huffnagel (oprichter Castro Communicatie) daarover in gesprek met Irene van Hest (Sectorhoofd FNV Zelfstandigen), Ronald Dekker (Arbeidseconoom TNO), Han Kolff (CEO HeadFirst Group) en Hans Biesheuvel (Co-founder ONL.

Deelnemers waren uitgenodigd online aan te sluiten en hier actief aan mee te doen door vragen te stellen aan de tafelgasten en te reageren op stellingen en polls. Bekijk het rondetafelgesprek hieronder terug:

Over het rapport
Met het rapport ‘De zzp’er bestaat wél. Feiten over zelfstandigen zonder personeel’ – dat door onafhankelijk kennisplatform ZiPconomy is opgesteld – zetten HeadFirst Group en ONL voor Ondernemers waardevolle feiten, cijfers en inzichten over de zzp’er op een rij. Het doel: de heterogeniteit en diversiteit van de doelgroep in kaart brengen en het publieke debat over de arbeidsmarkt naar een hoger niveau tillen.


In 2022 tariefstijging van 7 procent voor zzp’ers en gedetacheerden

Flexibel werkenden, meer specifiek zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders, worden in 2022 naar verwachting gemiddeld 7 procent duurder. Een hoogopgeleide professional kan het uurtarief gemiddeld met 5 procent verhogen. Voor praktisch opgeleiden stijgt het uurtarief nog harder: 10 procent. Dit blijkt uit een door arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group ontwikkeld tariefvoorspellingsmodel voor 114 beroepen, dat zij dit jaar in samenwerking met HR-dienstverlener HeadFirst Group voor het eerst presenteert.

Opvallende tariefstijgingen en -dalingen
Binnen praktisch opgeleide beroepsgroepen worden de grootste stijgingen verwacht. Vooral bij machinemonteurs (44,6%), loodgieters en pijpfitters (36,7%), timmerlieden (32,6%), elektriciens en elektronicamonteurs (28,5%), assemblagemedewerkers (28,5%), land- en bosbouwers (25,8%), lassers en plaatwerkers (24,8%) en vrachtwagenchauffeurs (23,9%) spinnen garen bij de schaarste aan hun kunde. Onder hoogopgeleide professionals is het de elektrotechnisch ingenieur die het uurtarief het hardst kan laten of zien stijgen (>20%), gevolgd door managers in verkoop en marketing (15,3%) en ICT (14,3%). Ook databank- en netwerkspecialisten en technici bouwkunde en natuur kunnen verwachten dat hun tarieven met minimaal 10 procent omhooggaan.

Enkel de praktisch opgeleiden beroepsgroepen buschauffeurs en trambestuurders zien hun tarieven onder druk staan, met een kleine daling van 1,3 procent. Voor hoogopgeleiden geldt dat voor bibliothecarissen en conservatoren (2,6%) en managers logistiek (8,2%).

Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group: “Het is een lang gekoesterde wens om voorspellend vermogen te brengen in de uurtarieven van ingehuurde professionals. Dit biedt zzp’ers en detacheerders zicht op hun marktpositie, evengoed kunnen opdrachtgevers de prognose gebruiken om de inhuurkosten voor volgend jaar te budgetteren. Een volgende stap in het slim inzetten van data bij het organiseren van flexibele arbeid.”

Vacaturegraad van grote invloed
Het tariefvoorspellingsmodel is gebaseerd op negen factoren, waaronder de inkomensontwikkeling van zzp’ers, inflatie, economische groei en vacaturegraad. Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter Intelligence Group: “Tariefstijgingen worden primair verklaard door een constante jaar-op-jaar verhoging van 1,8 procent. Logischerwijs speelt inflatie daarin een belangrijke rol, maar ook de ontwikkeling van de vacaturegraad – het aantal openstaande vacatures per 1.000 banen – heeft invloed. Naarmate deze daalt of stijgt en dus de markt krapper of ruimer wordt ten opzichte van het jaar daarvoor, beweegt het tarief mee. Deze twee factoren verklaren grotendeels de variantie in het voorspellingsmodel.”

De Talent Monitor ‘Prognose tariefontwikkeling professionals 2022’ is gratis te downloaden op hfgroup.headfirst.group.

Over Intelligence Group
Intelligence Group is een Internationaal Data & Techbedrijf op het gebied van arbeidsmarkt- en recruitmentdata. Intelligence Group richt zich op het verzamelen, opslaan en verrijken van arbeidsmarkt gerelateerde data ten behoeve van de verbetering van de werving van personeel (of werknemers) door werkgevers en de employability/arbeidsmarktkansen van werknemers. Deze data worden in een grote diversiteit beschikbaar gesteld aan opdrachtgevers, via rapporten, dashboards en API’s.

Over HeadFirst Group
HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en het grootste platform voor tijdelijk werk voor professionals in Nederland. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruitment Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst en Between, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.


Tariefontwikkeling professionals 2022 – CEO Han Kolff in gesprek met BNR

In vrijwel alle beroepsgroepen wordt voor zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders een stijging van het tarief voorspeld. Dit blijkt uit een door arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group ontwikkeld tariefvoorspellingsmodel voor 114 beroepen, dat zij dit jaar in samenwerking met HR-dienstverlener HeadFirst Group voor het eerst presenteert. Han Kolff, CEO van HeadFirst Group, sprak erover met BNR.

Flexibel personeel wordt komend jaar naar verwachting zo’n 7% duurder, met de nodige verschillen binnen de beroepsgroepen. ‘De grootste stijging verwachten we aan de praktische kant van de markt, met een gemiddelde stijging van 10%. Waar grote tekorten zijn aan vaklieden – zoals loodgieters, timmerlieden en assemblagemedewerkers – gaat het uurtarief zelfs met >20% omhoog.’

Vacaturegraad
‘Het is door schaarste, de inflatieontwikkeling en COVID-19 een exorbitant jaar om een voorspellingsmodel te ontwikkelen. Dat zijn hele belangrijke trends’, vertelt Kolff. ‘De vacaturegraad – het aantal openstaande vacatures per 1.000 banen van werknemers – is de grootste indicator die bepaald hoe de tarieven ontwikkelen. Als jaar-op-jaar het aantal vacatures toeneemt, dan is dat een teken van schaarste en zie je dat de tarieven daarop afgestemd zijn. Je zult voor gewilde professionals soms dus iets meer moeten betalen.’

Meer vrijheid
Kolff pleit voor meer vrijheid op de arbeidsmarkt. ‘Misschien dat andere wetgeving kan zorgen voor meer ruimte op de flexmarkt. Zzp’ers hebben het niet altijd makkelijk. Aan de onderkant van de markt moeten we mensen goed beschermen, zodat zij niet gedwongen voor een te lage prijs aan de slag gaan. En voor de bovenkant van de markt moet er vrijheid zijn om te ondernemen. De markt wordt afgestompt door de wetgeving, omdat het geen ruimte laat om verder te laten groeien.’

Volgens Kolff is het heel interessant om te kijken welke beroepen welke kant op gaan. ‘Maar de verdeling kan een stuk beter, mensen moeten beter begeleid worden van baan naar baan. Daar moeten we als Nederland op in blijven zetten.’

Over het rapport
Een langgekoesterde wens is in vervulling gegaan: uurtarieven voorspelbaar maken. We doen het in de Talent Monitor ‘Prognose tariefontwikkeling professionals 2022’! De volgende stap naar meer datadriven inhuren en een goede houvast voor zzp’ers en detacheerders op de flexmarkt die willen weten wat ze waard zijn. In het rapport doen we uitspraken over de verwachte tariefstijging/-daling in 114 beroepsgroepen, met daarbinnen extra aandacht voor 51 beroepsgroepen waarin veelal hoogopgeleide professionals actief zijn. Het rapport is gratis te downloaden via onze hfgroup.headfirst.group website.

CEO Han Kolff in gesprek met BNR – audiofragment


Han Kolff in ‘The Open Talent Report Podcast’ of CXC

The HR podcast of CXC explores all things open talent, direct sourcing, compliance and labour laws with industry experts. In each episode Connor speaks with CEO’s, founders and experts from staffing, technology and legal sectors around the world. This week we are joined by CEO of HR services provider, Head First Group. Han has a deep knowledge of the staffing industry having spent 15 years in the fast moving goods industry (Heineken and Danone) before moving to work for Randstad for over 8 years.

On the podcast Connor and Han tackle the pressing questions in today’s labour landscape from global labour shortages and remote working to the digitization of recruitment and automation. They also take a look into the glass at what may be in store for the future of work.

Key Points

Labour shortage/ Labour market paradox
There is always a paradox, there is always balance between the supply and demand in the workforce and technology is simply giving us more data and greater view of the mismatch making it seem like a bigger paradox than ever. Now that pandemic is hopefully lifting we are seeing a shift from where the demand side had previously had the power to more of a balance with the supply having more of say. Companies should change their perspective when hiring. For example in the IT space, if you are looking for a Java developer companies should look at if they need somebody who already has that skill set or if they can look at training a person up as a Java developer.

Is hiring anyone anywhere an area of growth?
In theory we can work remotely and cut jobs down into gigs so it is more concrete and easier to delegate a certain piece of work to somebody anywhere in the world. The issue comes with cooperation within companies which will slow down the adoption with global companies being able to adapt faster. Companies must also look at labour laws in different countries where they are engaging talent to ensure compliance.

The digitization of recruitment
There’s two types of companies now, which are merging into trying to solve for everything. There’s companies that come from more enterprise worlds, usually, they’re more touch than tech. They have a bit more people supporting the product, they are not only a tech platform. Then there’s companies that are more on the platform side like Upwork, maybe that’s more gig related more shorter term projects and more instant. Sometimes they are more, b2c but they miss the touch part, to really sell into large enterprise clients. So if we look at it from the client side, they don’t want only tech, they want a solution that encompasses technology and a personal touch.

Automation
I think that there is a lot more to be concerned about in his world, a lot more about climate and about food and other trends, than automation threatening the labour market. On the contrary automation can be a big opportunity and these bigger trends might influence how we as humans need to act and resolve things. But as we said when we started out,  this labour market is so incredibly complex, and will need work everywhere, for a long period. So, this future where there’s no work, it’s very, very far out.

What would you do with a magic wand?
I think if I had a magic wand, I would want to have governments have a mindset of a more forward looking approach. They shouldn’t stick to the past of a unionised world and a job or a specific labour market condition that needs to stay forever. If I look at many governments and many labour markets, a lot of them are trying to contain the power and the contract of the past, instead of creating a contract of the future that is less frictionless and actually gets more people to an income or a job. So it’s all dependent on who has the power and then trying to protect what you have, instead I would appreciate if governments have a growth mindset.

About CXC
CXC enables companies to achieve a competitive advantage through managing contingent workforce quality, efficiency and risk, while reducing costs.

The Open Talent Report Podcast with Han Kolff


Groep ‘zelfstandig professionals met enkele opdrachtgevers’ groeit het hardst van alle zzp’ers

Zzp’ers hebben vaker langlopende opdrachten voor enkele opdrachtgevers. De afgelopen vier jaar steeg het percentage zzp’ers dat eigen arbeid verkoopt aan minder dan drie zakelijke opdrachtgevers met 5 procentpunt.

Van alle typen zzp’ers zijn zelfstandig professionals met enkele opdrachtgevers de kleinste groep. Maar de afgelopen vier jaar is hun percentage flink gestegen. Op dit moment verkoopt 20,4% van alle zzp’ers diensten aan minder dan drie zakelijke opdrachtgevers per jaar. Dat is een stuk hoger dan in 2019 (16,7%) en 2017 (15,4%). Dit blijkt uit het rapport ‘De zzp’er bestaat wél. Feiten over zelfstandigen zonder personeel’ van ZiPconomy in opdracht van HeadFirst en ONL voor Ondernemers. ZiPconomy ontdekte deze trend na analyse van cijfers van de Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA).

Vier groepen

Beleidsmakers gaan nogal eens voorbij aan de heterogeniteit onder zelfstandigen, bijvoorbeeld bij de vervanging van de wet DBA of de versobering van de zelfstandigenaftrek. Lang niet alle zzp’ers concurreren potentieel met werknemers op de arbeidsmarkt. Een manier om die heterogeniteit inzichtelijk te maken is door de groep zelfstandigen zonder personeel in te delen in vier groepen:

  1. Zzp’ers die producten verkopen
  2. Zzp’ers die eigen arbeid (diensten) leveren aan particulieren
  3. Zzp’ers eigen arbeid, die diensten leveren aan meer dan drie bedrijven of organisaties per jaar.
  4. Zzp’ers eigen arbeid, die diensten leveren aan drie of minder bedrijven of organisaties per jaar. Ze doen dus vaak wat langere opdrachten bij een opdrachtgever.

Verschuivingen

Er zijn al jaren meer zzp’ers die hun eigen arbeid verkopen dan zelfstandig ondernemers die producten verhandelen. Uit de ZEA’s in de periode 2012-2021 blijkt dat het verschil alleen maar toeneemt: afgelopen jaren steeg het percentage ‘zzp eigen arbeid’ ten opzichte van het percentage ‘zzp producten’. In 2012 verkocht nog 29,5% van alle zzp’ers producten, in 2021 is dat aandeel gedaald naar 23,2%.

Zakelijk, particulier of allebei?

Meer dan drie kwart van de totale groep zzp’ers verkoopt dus eigen arbeid. In 2021 werkte ongeveer 53% van hen uitsluitend voor organisaties (b-to-b), dat percentage is sinds 2012 nagenoeg gelijk gebleven. Dit zijn allerlei types ondernemers: dagvoorzitters, interim-managers, freelance redacteuren bij een krant, zzp-verpleegkundigen in het ziekenhuis, aannemers. In 2012 werkte 29,5% van de zzp’ers eigen arbeid uitsluitend voor particulieren. In 2021 is dat 30,9%. Denk hierbij bijvoorbeeld aan klusjesmannen, schoonmakers of paardrijinstructeurs. In 2012 werkte de overige 18,1% even vaak voor zakelijke klanten als voor particulieren. Dat percentage is in 2021 licht gedaald naar 15,9%. Een voorbeeld zijn yogadocenten die zowel les geven aan particulieren als bedrijfsworkshops verzorgen.

Veel of weinig opdrachtgevers

Er zijn twee soorten zelfstandigen die voor bedrijven en organisaties werken: zzp’ers met veel verschillende klanten en zzp’ers met enkele opdrachtgevers per jaar. De groep met veel opdrachtgevers per jaar werkt vaak kort voor één klant. Denk hierbij aan boekhouders, coaches, dagvoorzitters en logo-ontwerpers. Meestal is bij deze zelfstandigen ook duidelijk dat zij geen werkgever-werknemerrelatie hebben met hun opdrachtgever. Het percentage zzp’ers met meer dan drie opdrachtgevers daalde: 28,2% van alle zzp’ers valt in 2021 deze categorie.

Kleinste groep groeit het hardst

De categorie zzp’ers met een beperkt aantal opdrachtgevers per jaar is procentueel de kleinste groep. Tegelijkertijd is het de groep die momenteel het snelste groeit. Van 2017 tot 2021 is hun aandeel in het totaal aantal zzp’ers met 5 procentpunt gestegen naar 20,4%. Deze zelfstandig ondernemers hebben vaak langer lopende opdrachten voor veel uren per week. Voorbeelden zijn interim-managers, freelance redacteuren van een tv-programma en timmermannen die fulltime werken aan een groot project voor een aannemer. Zzp’ers met zulke langlopende opdrachten worden ook wel ‘zelfstandig interim-professionals’ genoemd. Uit onze analyse blijkt dat deze kleinste groep de afgelopen vier jaar het hardst is gegroeid.

Verklaring

Een mogelijke verklaring voor de stijging is de coronacrisis: langere opdrachten voor meer uur per week geven meer zekerheid. Uit onderzoek van HR-dienstverlener HeadFirst Group en specialist in arbeidsmarktdata Intelligence Group (2021) blijkt dat tijdens de crisis een verschuiving zichtbaar was van uitzenden naar het inhuren van zelfstandigen. Daarnaast groeide het aantal zzp’ers binnen bepaalde beroepsgroepen bovengemiddeld, omdat er tijdens de coronacrisis extra vraag ontstond.

Benieuwd naar meer feiten en cijfers over de zzp’er? Download het rapport ‘De zzp’er bestaat wél. Feiten over zelfstandigen zonder personeel’ van ZiPconomy in opdracht van HeadFirst en ONL voor Ondernemers.


Doe een beroep op al het beschikbare talent: sluit zp’ers niet uit

Het uitblijven van maatwerk in wet- en regelgeving hindert de arbeidsmarkt. Zo zorgt de wet DBA nog steeds voor anti-zzp beleid bij diverse opdrachtgevers. Dat is problematisch voor zelfstandigen, maar met het oog op de extreme schaarste op de arbeidsmarkt zeker ook voor opdrachtgevers. Dat vraagt volgens Han Kolff, CEO van HeadFirst Group, om daadkracht van politiek Den Haag én opdrachtgevers.

Markt maximaal overspannen
Het wordt voor organisaties steeds ingewikkelder om talent te vinden. Record na record wordt verbroken van het aantal openstaande vacatures en sinds het CBS de spanning op de arbeidsmarkt meet, is het niet eerder voorgekomen dat het aantal vacatures het aantal werklozen overtrof. Ook de grenzen van de flexibele arbeidsmarkt zijn inmiddels bijna bereikt. HeadFirst Group en Intelligence Group toonden in de recent verschenen Talent Monitor dat het (actieve) aanbod van zelfstandig professionals (zp’ers) opdroogt en de banken bij detacheerders leegraken.

‘Anti-zzp beleid’ nog altijd aan de orde
In een tijd van extreme schaarste is al het beschikbare talent nodig om de economie draaiende te houden. Desondanks zetten diverse opdrachtgevers een belangrijke doelgroep met waardevolle kennis nog te vaak buiten spel: zelfstandig professionals. Dat is het gevolg van de wet DBA en de richtlijn ‘beoordeling gezagsverhouding’, dat nog steeds voor zenuwen zorgt.

Aangezien niet altijd duidelijk is of er sprake is van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer– én de Belastingdienst achteraf pas beoordeelt – bestaat de angst onder opdrachtgevers op eventuele naheffingen. Het eerdere besluit van het kabinet om handhaving hierop per 1 oktober 2021 op te schorten tot er meer duidelijk is over vervangende wetgeving, is een verstandige keuze. De verwachting was dat dit rust zou creëren onder opdrachtgevers. Helaas is er bij de meeste opdrachtgevers nog weinig veranderd als het gaat om de blik op zp’ers bij inhuuraanvragen of aanbestedingen, zo zagen we recent nog bij de Gemeente Den Haag.

Zelfstandigen ondervinden hier hinder van, al wordt dat momenteel nog verbloemd doordat er voldoende werk is bij opdrachtgevers die wel met de armen wijd openstaan voor zp’ers. Het meest problematisch is het voor opdrachtgevers, die in de war for talent iedere doelgroep op de arbeidsmarkt nodig hebben en zeker de kennisintensieve groep van honderdduizenden zp’ers in Nederland.

Oproep aan opdrachtgever en politiek Den Haag
Dat opdrachtgevers kritisch kijken naar de inhuur van zp’ers voor rollen waar wellicht iemand in vaste dienst logischer zou zijn, is goed. Maar laat de brede angst voor het inhuren van zp’ers los. Binnen de kaders van de wet DBA is meer mogelijk dan nu bij diverse opdrachtgevers gebeurt. Met een duidelijke opdrachtomschrijving met vastgelegd resultaat, goede handvatten voor de inhurende managers voor het vermijden van een gezagsverhouding en een kritische blik op extreem lange opdrachttermijnen kan er gebruik worden gemaakt van de expertise die zp’ers in huis hebben.

Daarnaast een oproep aan een volgend kabinet, in lijn met eerdere geluiden van hoogleraren, brancheverenigingen en zzp-organisaties: ga snel aan de slag met serieuze arbeidsmarkthervormingen. Houd bestaande regels tegen het licht en ga in gesprek met een brede vertegenwoordiging van stakeholders. De pilot van de webmodule heeft aangetoond dat in bepaalde sectoren – zoals de transport, bouw en horeca – de kans op misbruik met zzp-constructies het grootst is. Kwetsbare zelfstandigen in deze sectoren verdienen bescherming en zijn gebaat bij effectieve handhaving. De richtlijn van €35 in het SER-advies biedt daarvoor houvast. Alleen dat neemt de spanning van de term ‘gezagsverhouding’ aan de bovenkant van de markt weg. Die noodzaak is met de huidige schaarse arbeidsmarkt alleen maar groter geworden.