Zzp'ers moeten flexibel blijven bij verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering

Woensdag 7 december werd tijdens het Commissiedebat van Arbeidsongeschiktheid de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) besproken. Plannen waar slechts een derde van de hoogopgeleide zzp’ers achterstaat. Het stemt wél bijna de helft positief als een zelfgekozen verzekering als alternatief mag worden afgesloten. HeadFirst Group ondersteunt het principe van een AOV voor alle zelfstandigen, maar keuzemogelijkheden zijn daarin een cruciale succesfactor.

AOV met juiste keuzemogelijkheden van belang
Per 1 januari 2025 moet er een wet liggen om zzp’ers zich verplicht te laten verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Een eenvoudige AOV kan per 2027 uitgevoerd worden, meer maatwerk betekent opschuiving naar 2029. Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoekt maatwerk in de vorm van een opt-out regeling.

De verplichte AOV is van betekenis om kwetsbare zzp’ers te beschermen en zekerheid te bieden. Tegelijkertijd moeten we oog houden voor de diversiteit van de zzp-populatie met uiteenlopende opdrachten, startmotieven en uurtarieven. De mogelijkheid voor een zelfgekozen verzekering, die op inhoud minimaal gelijk is aan de publieke AOV, kan rekenen op draagvlak omdat het goed aansluit bij de verschillende wensen en behoeften van deze groep werkenden.y

Helft zp’ers heeft nog niks geregeld
Momenteel heeft net iets minder dan de helft van de zzp’ers zelf – bijvoorbeeld via een private partij of een broodfonds – de risico’s van arbeidsongeschiktheid afgedekt. De belangrijkste redenen voor hoogopgeleide zzp’ers om zich te verzekeren, is dat zij het financiële risico zelf niet willen (58 procent) of kunnen (17 procent) dragen. Nog eens 11 procent kan niet terugvallen op het inkomen van de partner.

Van de zzp’ers die geen arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben afgesloten, zegt 31 procent het financiële risico te kunnen dragen. Verder vindt ruim een kwart de kosten niet opwegen tegen de baten en acht 15 procent het risico op arbeidsongeschiktheid laag.

Voor zelfstandigen die nog niets geregeld hebben als zij arbeidsongeschikt raken, heeft HeadFirst Group een laagdrempelige voorziening: Select iCommunity Crowdsurance (SiCC). Dit is een voorziening op basis van een schenkkring. Dit past ook bij de wens van zzp’ers om de eigen risicoperiode van 52 weken te overbruggen met een broodfonds – naar wens van 12 procent van de onderzoek deelnemers – of de wachttijd te verkorten (35 procent).

Documenten:
InfographicOpiniemonitorAOV2022.pdf

Noot voor de redactie:
De uitkomsten van de ‘AOV Opiniemonitor 2022’ zijn samengebracht in een infografic, welke is toegevoegd in de bijlage. Neem voor meer informatie contact op met Natasja Spooren, Teamlead Communicatie bij HeadFirst Group, te bereiken via 06 – 151 924 85 of natasja.spooren-wassenaar@headfirst.nl.


Zzp’ers willen flexibiliteit bij verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering

Een derde van de hoogopgeleide zzp’ers staat achter de plannen voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV). Het stemt wél bijna de helft positief als een zelfgekozen verzekering als alternatief mag worden afgesloten. Zo blijkt uit onderzoek van HR-techdienstverlener HeadFirst Group onder ruim 1.400 deelnemers. CEO Marion van Happen deelt de mening over deze opt-out regeling: “Wij ondersteunen het principe van een AOV voor alle zelfstandigen, maar keuzemogelijkheden zijn daarin een cruciale succesfactor.”

Opt-out regeling
Per 1 januari 2025 moet er een wet liggen om zzp’ers zich verplicht te laten verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Met als doel grote inkomensrisico’s voor individuen te voorkomen en oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegen te gaan. De regels en voorwaarden van de beoogde wet zijn recent weer besproken tijdens het Commissiedebat Arbeidsmarktbeleid. Hierin werd bekend gemaakt dat een eenvoudige AOV per 2027 uitgevoerd kan worden, meer maatwerk betekent opschuiving naar 2029. Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoekt maatwerk in de vorm van een opt-out regeling.

Van Happen benadrukt – samen met de SER – het belang van de invoering van een AOV met de juiste keuzemogelijkheden. “De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering is van betekenis om kwetsbare zzp’ers te beschermen en zekerheid te bieden. Tegelijkertijd moeten we oog houden voor de diversiteit van de zzp-populatie met uiteenlopende opdrachten, startmotieven en uurtarieven. De mogelijkheid voor een zelfgekozen verzekering, die op inhoud minimaal gelijk is aan de publieke AOV, kan rekenen op draagvlak omdat het goed aansluit bij de verschillende wensen en behoeften van deze groep werkenden”, aldus Van Happen.

Helft zp’ers heeft nog niks geregeld
Vorig jaar peilde HeadFirst Group ook de mening van zp’ers op het gebied van AOV. De uitkomsten zijn nagenoeg onveranderd. Momenteel heeft net iets minder dan de helft van de zp’ers zelf – bijvoorbeeld via een private partij of een broodfonds – de risico’s van arbeidsongeschiktheid afgedekt. De belangrijkste redenen voor hoogopgeleide zzp’ers om zich te verzekeren, is dat zij het financiële risico zelf niet willen (58 procent) of kunnen (17 procent) dragen. Nog eens 11 procent kan niet terugvallen op het inkomen van de partner. Van de zp’ers die geen arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben afgesloten, zegt 31 procent het financiële risico te kunnen dragen. Verder vindt ruim een kwart de kosten niet opwegen tegen de baten en acht 15 procent het risico op arbeidsongeschiktheid laag.

Voor zelfstandigen die nog niets geregeld hebben als zij arbeidsongeschikt raken, biedt HeadFirst Group een laagdrempelige voorziening aan: Select iCommunity Crowdsurance (SiCC). Dit is een voorziening op basis van een schenkkring. Het gaat om een netto-uitkering voor maximaal twee jaar. Aansluitend op de behoefte voor een betaalbare, flexibele oplossing die niet uitkeert tot pensioenleeftijd, maar voor een gekaderde periode. Deze voorziening past ook bij de wens van zp’ers om de eigen risicoperiode van 52 weken te overbruggen met een broodfonds – naar wens van 12 procent van de onderzoek deelnemers – of de wachttijd te verkorten (35 procent).

Bekijk de uitkomsten van het onderzoek in deze infografic.


HeadFirst Group neemt succesvolle IT talent sourcer StarApple over

HR-techdienstverlener HeadFirst Group voegt StarApple Group, bestaande uit de merken StarApple en StackOps, toe aan haar organisatie. Beide bedrijven zijn gespecialiseerd in sourcen van IT en digital specialisten. HeadFirst Group zet zo opnieuw een stap in het verdiepen van haar portfolio aan oplossingen voor arbeidsmarktvraagstukken in het professionals-segment: de huidige high tech oplossingen van HeadFirst Group worden verrijkt met de services met een grote human touch van StarApple Group.

StarApple Group, is een ambitieuze en jonge organisatie, opgericht in 2008 en sindsdien uitgegroeid tot een succesvolle IT talent sourcer. StarApple Group heeft al meer dan 10.000 specialisten succesvol verbonden aan uiteenlopende organisaties. Caner Hamamioglu, General Director bij StarApple Group: “Talent laten groeien, dat is onze missie. Dat doen we door professionals uit ons netwerk met zorg te verbinden aan opdrachten, waarbij professionals niet enkel doen wat ze eerder bij andere opdrachtgevers gedaan hebben, maar ook uitgedaagd worden een stap te maken in hun ontwikkeling. Design your career, noemen we dat. Met de samenwerking met HeadFirst Group kunnen we dit op nog grotere schaal gaan doen en daar kijken we enorm naar uit.”

Inspelen op dynamische markt

HeadFirst Group voorziet dat het combineren van diverse diensten nodig is om alle vraagstukken van opdrachtgevers te blijven oplossen in de huidige dynamische arbeidsmarkt. Marion van Happen, CEO bij HeadFirst Group: “De schaarste op de arbeidsmarkt verdwijnt de komende jaren niet. Dit vraagt om creativiteit bij het ontsluiten van de markt. Wij geloven dat het combineren van high tech oplossingen met services met een grote human touch de sleutel is tot customer succes. Die klanten zijn voor ons zowel opdrachtgevers – die we doorlopend voorzien van mission critical talent – als professionals, die we actief helpen van opdracht naar opdracht bij de meest aantrekkelijke opdrachtgevers.”

StarApple Group blijft zelfstandig

StarApple wordt een zelfstandig merk binnen HeadFirst Group, waarmee ze haar eigen identiteit behoudt. Het huidige management blijft de organisatie leiden in haar groeistrategie naar de toekomst. Hamamioglu: “HeadFirst Group wordt de stuwende kracht achter StarApple. Met ons bevlogen team van ruim tachtig collega’s blijven wij een full service recruitment oplossing bieden aan voor onze opdrachtgevers en professionals. En we krijgen toegang tot het platform van de groep, wat ons extra power geeft om onze groeiambities waar te maken.”


Gezagscriterium blijft een heet hangijzer in het arbeidsmarktdossier

Vorige week donderdag vond het Commissiedebat Arbeidsmarktbeleid plaats. De Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid sprak met minister Van Gennip (SZW) over de aangekondigde plannen om de arbeidsmarkt te hervormen. In het debat gaf zij aan in te zetten op het verduidelijken van het gezagscriterium om te bepalen of er sprake is van een werknemer of zzp’er. Dat het kabinet dit erkent en toewerkt naar vervanging is cruciaal.

Inbedding in de organisatie
De Commissie Borstlap stelt voor om het gezagscriterium te moderniseren door ‘inbedding in de organisatie’ meer centraal te stellen in de beoordeling van de arbeidsrelatie. Ik ben er geen voorstander van om dit criterium meer gewicht te geven, omdat er al genoeg discussie is om de interpretatie wanneer er sprake is van gezag. Wanneer is een werkende ‘ingebed in de organisatie’? En welke taken horen bij ‘de reguliere werkzaamheden van een organisatie’?

In de praktijk zien we juist het tegenovergestelde gebeuren. Hybride teams met verschillende specialisten die op projectbasis werken aan oplossingen en vraagstukken die op dat moment van belang zijn voor de organisatie. Dit zijn vaak teams waar sprake is van verschillende contractvormen. De resultaten van het recent gepubliceerde onderzoek van het CBS ondersteunen dit beeld: werkgevers vinden het ‘type contract’ veel minder belangrijk dan eerder gedacht. Factoren zoals kennis, expertise en werkervaring zijn veel belangrijker. Is dit straks niet meer mogelijk als we té rigide omgaan met gezag en inbedding in de organisatie?

Grote diversiteit zzp-populatie
Daarnaast zet ik mijn vraagtekens bij het moderniseren van één algemeen gezagscriterium. In Nederland hebben we namelijk te maken met een zeer diverse zzp-populatie. Deze groep werkenden heeft uiteenlopende opdrachten, werkt voor verschillende uurtarieven en ook de duur van opdrachten is erg verschillend. Eén gezagscriterium voor deze hele doelgroep zal dan ook niet gaan werken. We hebben meer maatwerk nodig.

Hoe nu verder?
Op dit moment werkt de minister samen met de sociale partners aan de verdere uitwerking van de voorstellen. Zij streeft ernaar om de volgende brieven voor de Kerst af te hebben, zodat deze in januari gedeeld kunnen worden met de Tweede Kamer. In deze brieven zal duidelijk worden hoe de minister het gezagscriterium verder wil verduidelijken en vormt de basis voor het debat in februari 2023, waarna de wetsvoorstellen in de zomer van 2023 middels een internetconsultatie gedeeld kunnen worden met de markt.
Al met al is duidelijk dat alle partijen de urgentie voelen om schijnzelfstandigheid snel aan te pakken en het tempo erin te houden. Als grootste HR-techdienstverlener blijven wij uiteraard in gesprek met onze stakeholders in Den Haag en trekken we samen op met onze partners.

Noot voor de redactie:
Voor meer informatie: Natasja Spooren, PR & Content Specialist bij HeadFirst Group, te bereiken op 06 – 151 924 85 of natasja.spooren-wassenaar@headfirst.nl.


Wat wordt de volgende stap van minister Van Gennip?

Morgenmiddag staat het Commissiedebat Arbeidsmarktbeleid gepland. Op de Kameragenda staat een aantal belangrijke onderwerpen, zoals het rapport van de Commissie Borstlap en de Hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt van 5 juli. In aanloop naar het debat deelt Marion van Happen graag haar visie op de huidige voorstellen die in politiek Den Haag op tafel liggen.

Allereerst wil ik benadrukken dat ik positief gestemd ben over de eerste hoofdlijnenbrief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De benoemde drie sporen – het gelijke speelveld, verduidelijking van regelgeving en het verbeteren van handhaving – zijn de juiste knoppen waaraan gedraaid moet worden. Indien deze in samenhang gezien en behandeld worden, zie ik de inhoud van deze brief als een stap in de goede richting.

Vastgelegde criteria, aangevuld met sectorale benadering
Ik ben blij dat er in de hoofdlijnenbrief aandacht is voor de Belgische Arbeidsrelatiewet. De denkwijze en onderliggende uitgangspunten bieden een mogelijkheid voor de vervanging van de wet DBA. In de Arbeidsrelatiewet zijn duidelijke wettelijke criteria vastgelegd om te bepalen of er sprake is van een werknemer of van een zelfstandige. Ook zijn op sectoraal niveau criteria vastgelegd voor sectoren en beroepen waar de kans op onderbetaling of kwetsbaar ondernemerschap het grootst is. Deze benadering vergroot de effectiviteit van handhaving en doet meer recht aan de diversiteit van zelfstandigen.

Wat handhaving ook effectiever en doelgerichter maakt, is het MLT-advies van de SER om een rechtsvermoeden van werknemerschap in te voeren onder het uurtarief van €35,-. Het voorstel van de SER maakt hiermee onderscheid tussen kwetsbare zelfstandigen en zelfredzame zelfstandigen. De Belastingdienst kan zich hiermee focussen op de sectoren en beroepen waar zzp’ers worden ingehuurd onder dit tarief. Duidelijk en wettelijk vastgelegde criteria plus een sectorale benadering zijn wat mij betreft een goed vertrekpunt.

Inbedding in de organisatie
Dan maak ik een sprongetje naar het gezagscriterium, toch wel een heet hangijzer binnen dit dossier. Naar mijn mening is dit dé kern van de discussie: wanneer mag een organisatie voor een bepaalde opdracht een zelfstandige inhuren en wanneer is er sprake van een werknemer? Om diverse redenen is de wet DBA er niet in geslaagd om deze duidelijkheid te verschaffen. Dat het kabinet dit erkent en toewerkt naar vervanging is cruciaal.

De Commissie Borstlap stelt voor om het gezagscriterium te moderniseren door ‘inbedding in de organisatie’ meer centraal te stellen in de beoordeling van de arbeidsrelatie. Ik ben er geen voorstander van om dit criterium meer gewicht te geven, omdat er al genoeg discussie is om de interpretatie wanneer er sprake is van gezag. Wanneer is een werkende ‘ingebed in de organisatie’? En welke taken horen bij ‘de reguliere werkzaamheden van een organisatie’? In de praktijk zie ik juist het tegenovergestelde gebeuren. Hybride teams met verschillende specialisten die op projectbasis werken aan oplossingen en vraagstukken die op dat moment van belang zijn voor de organisatie. Dit zijn vaak teams waar sprake is van verschillende contractvormen. De resultaten van het recent gepubliceerde onderzoek van het CBS ondersteunen dit beeld: werkgevers vinden het ‘type contract’ veel minder belangrijk dan eerder gedacht. Factoren zoals kennis, expertise en werkervaring zijn veel belangrijker. Is dit straks niet meer mogelijk als we té rigide omgaan met gezag en inbedding in de organisatie?

Grote diversiteit zzp-populatie
Daarnaast zet ik mijn vraagtekens bij het moderniseren van één algemeen gezagscriterium. In Nederland hebben we namelijk te maken met een zeer diverse zzp-populatie. Deze groep werkenden heeft uiteenlopende opdrachten, werkt voor verschillende uurtarieven en ook de duur van opdrachten is erg verschillend. Eén gezagscriterium voor deze hele doelgroep zal in mijn ogen dan ook niet gaan werken. We hebben meer maatwerk nodig.

Ook de webmodule houdt in zijn huidige vorm onvoldoende rekening met deze diversiteit. Er wordt enkel getoetst op de aspecten van het werknemerschap en er wordt onvoldoende rekening gehouden met aspecten van het zelfstandig ondernemerschap. De pijl kan daardoor maar één kant op bewegen en dat is de kant van ‘indicatie van een dienstbetrekking’.

In de recente begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid lees ik terug dat de webmodule verder wordt ontwikkeld om duidelijkheid te verschaffen over de aard van de arbeidsrelatie. Om de webmodule enigszins operationeel en betrouwbaar te maken, raad ik aan om in de vraagstelling en beoordeling ook rekening te houden met het zelfstandig ondernemerschap. Dit zal resulteren in meer balans in de beantwoording.

Eerst duidelijke regels, dan pas handhaving
Met betrekking tot handhaving lees ik terug dat per 1 januari 2025 weer gehandhaafd gaat worden. Dat handhaving opgestart dient te worden, daar ben ik het mee eens. De manier waarop en hoe dit uit wordt gerold, daarvoor zie ik nog wel wat beren op de weg. De coalitie van brancheverenigingen meldt in hun gezamenlijke brief – overigens zeer terecht – dat handhaving alleen effectief zal zijn als de spelregels en criteria aan de voorkant duidelijk vastgesteld zijn. Voor alle betrokken partijen – de Belastingdienst, intermediairs, opdrachtgevers en zzp’ers – moet dit helder zijn. Mijn oproep richting Den Haag is dan ook: pak de uitgestoken hand van de brancheverenigingen aan en ga samen met uitvoeringsorganisaties in gesprek over handhaafbare criteria. Laat ons als intermediairs een verlengstuk zijn van de uitvoerders. Wij zijn bij uitstek de partijen op de arbeidsmarkt met kennis en expertise.

De komende maanden houden wij een vinger aan de pols en blijven wij betrokken bij relevante ontwikkelingen. Eind dit jaar verwacht ik met de tweede hoofdlijnenbrief en een voortgangsbrief ‘Werken als zelfstandige’ meer duidelijkheid over de volgende stap. Als grootste HR-tech dienstverlener blijven wij uiteraard in gesprek met onze stakeholders in Den Haag en trekken we samen op met onze partners.


Talent Monitor: IT-arbeidsmarkt in cijfers

Talent Monitor: IT-arbeidsmarkt in cijfers

De arbeidskrapte in Nederland is volgens het UWV nu in alle beroepsgroepen aanwezig. Uit cijfers over het tweede kwartaal van 2022 blijkt dat de beroepsgroep IT met een spanningsindicator – aantal openstaande vacatures gedeeld door het aantal mensen dat korter dan zes maanden WW ontvangt – van zestien groepen geclassificeerd wordt als de meest krappe. Daarom uiterst interessant om in deze Talent Monitor verder onder de loep te nemen.

Download rapport

In 2030: 1 op 10 op Nederlandse arbeidsmarkt IT’er

Op dit moment is één op de zeventien personen op de Nederlandse arbeidsmarkt IT’er. In tien jaar tijd is dit nagenoeg verdubbeld. Met het huidige groeitempo van bijna zeven procent per jaar, is in 2030 één op de tien van de Nederlandse beroepsbevolking IT’er. Dat neemt niet weg dat de strijd om IT’ers in loondienst en tijdelijke IT-professionals, zelfstandig en in dienst van detacheerders, in volle gang is. De sourcingsdruk is met bijna 65% ongekend hoog, zeker gezien het gemiddelde van 37,6% voor de hele beroepsbevolking.

Lees hier het hele persbericht

Belangrijkste bevindingen

  • Geen verrassing: IT’er zijn extreem schaars. De vraag neemt toe, maar het aanbod stijgt jaar op jaar ook met 6,9%. In de afgelopen tien jaar is het aantal IT’ers bijna verdubbeld en in 2030 zullen dat er ruim 1 miljoen zijn in Nederland. Tegen die tijd is één op de tien personen op de arbeidsmarkt IT’er.
  • Er blijft een aanhoudende groeiende vraag naar IT’ers, zowel in vaste dienst als naar zelfstandigen. Die laatste groep groeit minder snel en is sterker afhankelijk van conjuncturele schommelingen.
  • Er is steeds meer concurrentie tussen opdrachtgevers die vaker arbeidsmarktcommunicatie inzetten om aantrekkelijk te zijn, waardoor de één wel aanbiedingen heeft en de ander geen. Dit laatste is zeker een trend te noemen. De krapte op de markt van zelfstandigen maakt dat opdrachtgevers meer investeren in het ‘verkopen’ van hun opdrachten.
  • Het aantal actieve baanzoekers is erg laag. Het gevecht om de latente baan- en opdrachtzoeker vindt vooral plaats op LinkedIn, netwerken, platforms en de eigen VMS/ATS systemen. Waar IT’ers in loondienst steeds vaker worden gehunt – bijna twee op de drie wordt minimaal een keer per kwartaal benaderd – valt op dat dat het actief sourcen van IT-professionals iets op haar retour lijkt. Dit kan parallel lopen met iets minder opdrachten op de markt en willen we ook geen trend noemen, aangezien het by far het belangrijkste sourcingskanaal is, zowel van vast als flex.
  • Een op de vijf IT’ers weet structureel onder de radar te blijven. Dat is nog los van de groep die wel gevonden en benaderd wordt, maar niet reageert. Het recht op privacy en het recht om onbereikbaar te zijn is zeker een trend – al dan niet straks ondersteund door wetgeving in Nederland – waar IT’ers het voortouw op nemen op de arbeidsmarkt.
  • Qua arbeidsvoorwaarden en pullfactoren hebben IT’ers al veel van hun wensen ingevuld gezien. Dat is steeds meer een hygiëne factor. Het verkopen van de klus, de opdracht en het werk, daar ligt de nadruk op. Wat ga ik doen? Met wie? Voor wie? En waarom? Met drie zinnen kom je er als werkgever niet meer.

Partner

Download Talent Monitor

Met het downloaden van de Talent Monitor ga je akkoord dat jouw gegevens worden gedeeld met mede-initiatiefnemer Intelligence Group.

Andere rapporten...


In 2030: 1 op 10 op Nederlandse arbeidsmarkt IT’er

Op dit moment is één op de zeventien personen op de Nederlandse arbeidsmarkt IT’er. In tien jaar tijd is dit nagenoeg verdubbeld. Met het huidige groeitempo van bijna zeven procent per jaar, is in 2030 één op de tien van de beroepsbevolking IT’er. Dat neemt niet weg dat de strijd om IT’ers in loondienst en tijdelijke IT-professionals, zelfstandig en in dienst van detacheerders, in volle gang is. De sourcingsdruk – het percentage dat minimaal eens per kwartaal wordt benaderd – is met bijna 65 procent ongekend hoog, zeker gezien het gemiddelde van 37,6 procent voor de hele beroepsbevolking

IT’ers mainstream geworden
Uit analyse van HR-techdienstverlener HeadFirst Group en arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group blijkt dat de vraag naar IT’ers in loondienst (25.000) in september 2022 bijna acht keer zo groot is als de vraag naar IT-professionals (3.000). Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group, zegt hierover: “IT’ers zijn hun speciale plek op de arbeidsmarkt kwijt. Het vakgebied is geen niche meer, maar een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Om IT-kennis goed ingebed te hebben in de organisatie, zijn meer IT’ers in vaste dienst nodig. Aangevuld met tijdelijke IT-professionals, die specifieke IT-kennis meebrengen.”

Als gevolg van deze stijgende vraag wordt de beroepsgroep in de spanningsindicator van het UWV – het aantal openstaande vacatures, gedeeld door het aantal mensen dat korter dan zes maanden WW ontvangt – geclassificeerd als de meest krappe. Ondanks dat het aantal IT’ers jaar op jaar met 6,9 procent stijgt

IT’ers werven blijft moeilijk
Op dit moment werken 580 duizend mensen binnen IT-beroepen. Het deel dat werkzaam is in loondienst kent een uitermate lage arbeidsmarktactiviteit, namelijk 6,8 procent. In vergelijking met de gehele Nederlandse beroepsbevolking is dat ongeveer de helft (11,5 procent). Het aandeel IT’ers met een vaste baan dat in het tweede kwartaal van 2022 helemaal niet op zoek is naar nieuw werk, is 42,7 procent. Net iets meer dan de helft (50,5 procent) is latent – oftewel niet actief – op zoek en slechts 6,8 procent is actief op zoek. De arbeidsmarktactiviteit van IT-professionals is bewegelijker: het aantal actieve opdrachtzoekers is 22,4 procent, 46,9 procent is latent op zoek en 30,7 helemaal niet.

Marion van Happen, CEO HeadFirst Group, licht toe: “Er is steeds meer concurrentie tussen organisaties om de aandacht te krijgen van latente baan- en opdrachtzoekers. Met de inzet van arbeidsmarktcommunicatie wordt de nadruk gelegd op het verkopen van de vacature of opdracht en de werk- of opdrachtgever. Salaris en andere arbeidsvoorwaarden zijn hygiëne factoren geworden, de inhoud en relevantie van het werk zijn nu de kritische wervingsfactoren.”

Op dinsdag 18 oktober om 10.00 uur worden de bevindingen van het onderzoek gedeeld in een webinar. Aanmelden kan via de website van Intelligence Group. Daarna wordt de volledige Talent Monitor beschikbaar gesteld op hfgroup.headfirst.group.


Inflatie stuwende kracht achter tariefstijging zzp’ers

De ECB maakt een rentesprong van 0,5 procentpunt bekend, met als doel om de flink opgelopen inflatie in de eurozone te stelpen. Mede ingegeven door de huidige inflatie, de inflatieverwachting van gemiddeld 5,2 procent en een exceptioneel schaarse arbeidsmarkt zijn flexibel werkenden in het eerste half jaar van 2022 gemiddeld 4,7 procent duurder geworden.

De verwachting is dat het uurtarief van zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders aan het eind van het jaar gemiddeld met 10,3 procent is toegenomen. Ruim 3 procentpunt meer dan we – in samenwerking met arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group – in december 2021 voorspelden.

Deze versnelling is naast de sneller oplopende inflatie het gevolg van aanblijvende schaarste op de arbeidsmarkt. Het aantal aanbiedingen per opdracht lag 7 procent lager dan in 2021. Daarnaast is de onzekerheid rondom corona afgenomen, die er eind 2021 wel was en toen voor een kleine druk op de tarifering zorgde.

Stijging salarissen blijft achter

Salarissen kennen ook een recordstijging, blijkt uit recente cijfers van de arbeidsvoorwaardenadviseur van Nederlandse werkgevers AWVN. Door een record-maandgemiddelde van 3,8 procent in juni komt de gemiddelde afgesproken loonsverhoging voor de eerste helft van 2022 uit op 3,1 procent. Daarmee blijven de salarissen wel achter op de inflatieverwachting van het Centraal Planbureau van gemiddeld 5,2 procent en de gemiddelde tariefstijging van professionals.

Flexibel werkenden hebben sneller profijt van tariefontwikkelingen door de opeenvolging van verschillende opdrachten. Vanzelfsprekend betekent het ook dat tarieven eerder dalen bij een minder schaarse arbeidsmarkt en een lagere inflatie, wat zelden tot nooit voorkomt bij CAO’s. Zo dragen ondernemers – wat zzp’ers en detacheringsbureaus zijn – zowel de lusten als de lasten van de belangrijke, flexibele rol die zij innemen om onze arbeidsmarkt en daarmee onze economie draaiende te houden.

Automonteurs boeren goed

Automonteurs kunnen met 15,9 procent dit jaar de grootste stijging van het uurtarief verwachten, gevolgd door medewerkers drukkerij en kunstnijverheid en lassers en plaatbewerkers (15,4 procent). Daarnaast is de voorspelling dat metaalbewerkers en constructiewerkers, radio- en televisietechnici, software- en applicatieontwikkelaars en meubelmakers, kleermakers en stoffeerders profiteren van een uurtariefstijging van ongeveer 15 procent. Bouwarbeiders afbouw kunnen met 6,8 procent de laagste stijging van het uurtarief verwachten, gevolgd door loodgieters en pijpfitters (7,3 procent). Daarnaast is de voorspelling dat de uurtariefstijging van timmerlieden, bouwarbeiders ruwbouw en schilders en metaalspuiters in 2022 niet boven de 8 procent uitkomt

Over Talent Monitor
Intelligence Group en HeadFirst Group stellen elk kwartaal op basis van de recruitment- en arbeidsmarktdata van Intelligence Group, gecombineerd met de inhuurdata van HeadFirst Group unieke inzichten over arbeidsmarkt gerelateerde thema’s ter beschikking. Download de Talent Monitor ‘Update – prognose tariefontwikkeling professionals 2022’ op de hfgroup.headfirst.group website.


Versnelde tariefstijging van gemiddeld 10,3 procent voor zzp’ers en gedetacheerden in 2022

Ruim 3 procentpunt meer dan voorspelling in december 2021  

Flexibel werkenden, meer specifiek zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders, zijn in het eerste half jaar van 2022 gemiddeld 4,7 procent duurder geworden. Over heel dit jaar wordt 10,3 procent tariefstijging verwacht, waarbij inflatie en schaarste de stuwende krachten zijn. Dit blijkt uit data en het tariefvoorspellingsmodel van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-techdienstverlener HeadFirst Group. Hiermee overstijgt het de gemiddelde afgesproken loonsverhoging voor vast personeel, die voor de eerste helft van 2022 bleef steken op 3,1 procent.

Inflatie en schaarste drijven uurtarief verder op
De verwachting is dat het uurtarief aan het eind van het jaar gemiddeld met 10,3 procent is toegenomen. Ruim 3 procentpunt meer dan HeadFirst Group en Intelligence Group in december 2021 voorspelden. Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group: “Deze versnelling is enerzijds het gevolg van de sneller oplopende inflatie en aanblijvende schaarste op de arbeidsmarkt. Anderzijds is de onzekerheid rondom corona afgenomen, die er eind 2021 wel was en toen voor een kleine druk op de tarifering zorgde.”

Stijging salarissen blijft achter

Salarissen kennen ook een recordstijging, blijkt uit recente cijfers van de arbeidsvoorwaardenadviseur van Nederlandse werkgevers AWVN. Door een record-maandgemiddelde van 3,8 procent in juni komt de gemiddelde afgesproken loonsverhoging voor de eerste helft van 2022 uit op 3,1 procent.  Daarmee blijven de salarissen wel achter op de inflatieverwachting van het Centraal Planbureau van gemiddeld 5,2 procent en de gemiddelde tariefstijging van professionals.

Marion van Happen, CEO bij HeadFirst Group: “Flexibel werkenden hebben sneller profijt van tariefontwikkelingen door de opeenvolging van verschillende zzp opdrachten. Vanzelfsprekend betekent het ook dat tarieven eerder dalen bij een minder schaarse arbeidsmarkt en een lagere inflatie, wat zelden tot nooit voorkomt bij CAO’s. Zo dragen ondernemers – wat zzp’ers en detacheringsbureaus zijn – zowel de lusten als de lasten van de belangrijke, flexibele rol die zij innemen om onze arbeidsmarkt en daarmee onze economie draaiende te houden.”

Automonteurs boeren goed

Automonteurs kunnen met 15,9 procent dit jaar de grootste stijging van het uurtarief verwachten, gevolgd door medewerkers drukkerij en kunstnijverheid en lassers en plaatbewerkers (15,4 procent). Daarnaast is de voorspelling dat metaalbewerkers en constructiewerkers, radio- en televisietechnici, software- en applicatieontwikkelaars en meubelmakers, kleermakers en stoffeerders profiteren van een uurtariefstijging van ongeveer 15 procent. Bouwarbeiders afbouw kunnen met 6,8 procent de laagste stijging van het uurtarief verwachten, gevolgd door loodgieters en pijpfitters (7,3 procent). Daarnaast is de voorspelling dat de uurtariefstijging van timmerlieden, bouwarbeiders ruwbouw en schilders en metaalspuiters in 2022 niet boven de 8 procent uitkomt.

De Talent Monitor ‘Update – prognose tariefontwikkeling professionals 2022’ is gratis te downloaden op hfgroup.headfirst.group.


Talent Monitor: Update prognose tariefontwikkeling professionals 2022

Talent Monitor: Update prognose tariefontwikkeling professionals 2022

In december 2021 zetten Intelligence Group en HeadFirst Group een grote, unieke stap door de tariefontwikkelingen van tijdelijke professionals voor 2022 te voorspellen. Tegelijkertijd kondigden we een tussentijdse update aan op de gemaakte voorspellingen voor halverwege dit jaar. Nu is het tijd deze inzichten te presenteren.

Download rapport

Versnelde tariefstijging van gemiddeld 10,3% voor zzp’ers en gedetacheerden in 2022

Flexibel werkenden, meer specifiek zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders, zijn in het eerste half jaar van 2022 gemiddeld 4,7% duurder geworden. Over heel dit jaar wordt 10,3% tariefstijging verwacht, waarbij inflatie en schaarste de stuwende krachten zijn. Dit blijkt uit data en het tariefvoorspellingsmodel van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-techdienstverlener HeadFirst Group. Hiermee overstijgt het de gemiddelde afgesproken loonsverhoging voor vast personeel, die voor de eerste helft van 2022 bleef steken op 3,1%. Lees hier het gehele persbericht

Inflatie drijft uurtarief verder op

Voor deze update hebben we de gerealiseerde uurtarieven van professionals – zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders – in de eerste helft van 2022 geanalyseerd. Aan de hand van deze data konden we voor 46 beroepsgroepen, waarbinnen het aandeel professionals groot is, in kaart brengen hoe de tariefstijging zich heeft ontwikkeld ten opzichte van de eerder afgegeven voorspelling voor heel 2022. Mede ingegeven door een exceptioneel schaarse arbeidsmarkt en een razendsnel oplopende inflatie, zijn er drie belangrijke conclusies:

  • De tariefstijging van professionals – praktisch en hoogopgeleid – is in het eerste half jaar van 2022 gemiddeld 4,7%.
  • De verwachting is dat het uurtarief aan het eind van het jaar gemiddeld met 10,3% is toegenomen. Nog ruim 3% meer (!) dan in december 2021 al werd voorspeld.
  • De gemiddelde afgesproken loonsverhoging voor vast personeel voor de eerste helft van 2022 is 3,1%. Daarmee blijven de salarissen achter op de huidige inflatie, inflatieverwachting én gemiddelde tariefstijging van professionals.

Partner

Download Talent Monitor

Andere rapporten...