Succesvolle vierde editie van de ArbeidsmarktPoort
Op dinsdag 15 oktober kwamen Kamerleden, journalisten, ambtenaren en experts weer bij elkaar in Nieuwspoort voor de vierde editie van de ArbeidsmarktPoort. Deze keer stond het onderwerp ‘de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt’ op de agenda. Howel het onderwerp voor werkgevers en onderwijsinstellingen van groot belang is, staat het nog niet hoog op de politieke agenda. Des te meer een reden om met alle belanghebbenden van gedachten te wisselen.
Leven lang ontwikkelen
“Er moet echt gas gegeven worden op het dossier Leven Lang Ontwikkelen”, stelde ROC Mondriaan-bestuursvoorzitter Hans Schutte. Onder leiding van Hans Biesheuvel, oud-voorzitter van ONL voor Ondernemers, ging Schutte in gesprek met Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen. Twee heren met een duidelijke visie op het vraagstuk en een rijke carrière in het onderwijsveld. Limmen kwam dan ook met stevige woorden richting het kabinet: “de onderwijsplannen uit het regeerakkoord noem ik zorgwekkend. Wat mij opvalt is een gebrek aan notie van het om- en bijscholen van de ene naar de andere sector, een visie daarop ontbreekt volledig.”
Vooral in beroepen waar een grote vraag naar arbeidskrachten is – zoals in de techniek, de zorg en ICT – blijkt dat er te weinig gekwalificeerde mensen zijn om aan deze vraag te voldoen. Dit probleem wordt nog verergerd door technologische veranderingen en de vergrijzing van de beroepsbevolking. Al met al zorgt dit voor een toenemende druk op deze sectoren.
Onderwijsinstellingen komen moeizaam mee
Langstudeerboete en arbeidstekorten
Heb je vragen over de ArbeidsmarktPoort? Onze experts staan voor je klaar – laat je gegevens achter en we nemen contact met je op.
Vragen hierover? Neem contact met ons op.
Sem Overduin
Public Policy & Affairs Manager
Sem.Overduin@headfirst.nl
Oifik Youssefi
Public Affairs Officer
Oifik.Youssefi@headfirst.nl
Maaike van Driel
Head of Legal
Maaike.vanDriel@headfirst.group
Thomas ten Veldhuijs
Senior Legal Counsel
Thomas.tenVeldhuijs@headfirst.nl
Rijksoverheid lanceert publiekscampagne aanpak schijnzelfstandigheid
Vanaf 1 januari 2025 komt het handhavingsmoratorium van de Belastingdienst te vervallen. Bedrijven en organisaties die zelfstandigen inhuren, terwijl er feitelijk sprake is van een dienstverband, riskeren vanaf dat moment een naheffing of boete. In het kader van het opheffen van het handhavingsmoratorium, heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een publiekscampagne gelanceerd. De campagne is gericht op het verduidelijken van de regels rond arbeidsrelaties, met als doel om opdrachtgevers en opdrachtnemers te helpen begrijpen wanneer iemand als zelfstandige werkt en wanneer er sprake is van een dienstverband.
Centraal in de campagne staat een nieuwe website, waarop opdrachtgevers en zelfstandigen informatie en hulpmiddelen kunnen vinden. Een belangrijk onderdeel hiervan is de zogenaamde “keuzetool”. Deze tool bestaat uit tien vragen die zelfstandigen helpen bepalen of ze daadwerkelijk als zelfstandige aan een opdracht bezig zijn of dat er toch veel elementen aanwezig zijn die behoren tot het werknemerschap. De keuzetool geeft echter geen bindend oordeel en biedt advies om een gesprek aan te gaan over het juiste contract. De website somt ook tien kenmerken op die wijzen op zelfstandigheid en tien die passen bij het werken in loondienst. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken of een zzp’er commercieel risico draagt, eigen investeringen doet en zelf bepaalt hoe het werk wordt uitgevoerd. Kenmerken van loondienst zijn onder andere structureel werk binnen een organisatie, vaste werktijden en een inspanningsverplichting. Belangrijk hierbij is dat niet één enkel kenmerk doorslaggevend is; alle factoren moeten in samenhang worden bekeken, wat de beoordeling soms complex maakt.
Nieuwe inzichten geeft de website niet. De voorbeelden van tien concrete situaties die worden uitgewerkt kwamen al terug in de Memorie van Toelichting van de conceptwet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR). Verder wordt er op de webpagina verwezen naar de webmodule, maar in deze webmodule wordt geen rekening gehouden met de gezichtspunten en elementen uit het Deliveroo-arrest. Naar aanleiding van de publiekscampagne en de website heeft Kamerlid Thierry Aartsen (VVD) schriftelijke vragen gesteld aan de bewindspersonen Van Hijum en Idsinga.
Wij adviseren en ondersteunen onze opdrachtgevers en zelfstandig professionals op basis van een kader gebaseerd op de gezichtspunten en elementen die voortvloeien uit het Deliveroo-arrest. In overleg met beide partijen gaan wij op zoek naar een passende oplossing, die per situatie kan verschillen. Mocht je hier meer over willen weten, neem dan contact met ons op.
DGA-constructie geen oplossing voor schijnzelfstandigheid
Met de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 hebben veel zelfstandigen vragen: “Kan ik mijn huidige opdracht voortzetten? Kan ik blijven werken voor dezelfde opdrachtgever(s)?” Door de veranderende wetgeving en misleidende informatie in de media is er veel verwarring, vooral over het voorkomen van een ‘schijnzelfstandige’-status. Een vaak genoemde oplossing is het oprichten van een bv en jezelf aanstellen als DGA, maar dit is een misvatting. In dit artikel leggen we de werkelijke situatie uit.
Andere tarieven
De Belastingdienst kent het begrip ‘zzp’ niet; fiscaal gezien wordt een zelfstandige zonder personeel gezien als een eenmanszaak of een besloten vennootschap (bv). Uit het rapport ‘Grip op het zzp-dossier‘, uitgevoerd door kennisplatform ZiPconomy in opdracht van HeadFirst Group en ONL voor Ondernemers, blijkt dat in 2023 één op de tien zzp’ers een bv had, terwijl negen op de tien een eenmanszaak hadden. Bij een eenmanszaak is de ondernemer persoonlijk aansprakelijk voor schulden van de onderneming.
Bij een bv blijft deze aansprakelijkheid in principe bij de bv zelf en niet bij de bestuurders of aandeelhouders. Een bv oprichten kan ook fiscale voordelen opleveren, omdat er andere belastingtarieven gelden. Waar je bij een eenmanszaak inkomstenbelasting betaalt in box 1, betaal je bij een bv belasting in box 2. Wel is men het erover eens dat deze belastingvoordelen pas relevant worden bij een minimale jaarwinst van 100.000 tot 200.000 euro.
Schijnzekerheid
Professionals en adviseurs adviseren op social media regelmatig zelfstandigen om een bv op te richten en zichzelf als directeur-grootaandeelhouder aan te stellen. Dit zou hen beschermen tegen de risico’s van schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst beoordeelt echter de aard van de arbeidsrelatie, ongeacht de juridische vorm.
Praktijk in plaats van rechtsvorm
Het feit dat iemand via een bv werkt betekent niet automatisch dat er geen sprake kan zijn van schijnzelfstandigheid. Het draait uiteindelijk om de ‘feiten en omstandigheden bij de uitvoering van de werkzaamheden’. De praktische situatie is leidend, waardoor het van belang is om je daadwerkelijk als zelfstandig ondernemer te gedragen.
Het Deliveroo-arrest
In het Deliveroo-arrest heeft de Hoge Raad tien belangrijke punten op een rij gezet om te bepalen of er sprake is van een echte arbeidsovereenkomst. Deze moeten altijd in samenhang worden bekeken; er is geen vaste volgorde of punt dat zwaarder weegt dan de ander. Het draait om het totaalplaatje van alle feiten en omstandigheden. Samen geven ze een goed beeld van de werkrelatie en bepalen ze of er sprake is van een arbeidscontract.
Bij HeadFirst Group adviseren en ondersteunen wij onze opdrachtgevers en zelfstandig professionals op basis van een kader gebaseerd op de punten van het Deliveroo-arrest. In overleg met beide partijen gaan wij op zoek naar een passende oplossing, die per situatie kan verschillen.
Wet en regelgeving verandert continu. Ontdek hoe dit jouw externe inhuur beïnvloedt. Onze experts staan voor je klaar – laat je gegevens achter en we nemen contact met je op.
Vragen hierover? Neem contact met ons op.
Sem Overduin
Public Policy & Affairs Manager
Sem.Overduin@headfirst.nl
Oifik Youssefi
Public Affairs Officer
Oifik.Youssefi@headfirst.nl
Maaike van Driel
Head of Legal
Maaike.vanDriel@headfirst.group
Thomas ten Veldhuijs
Senior Legal Counsel
Thomas.tenVeldhuijs@headfirst.nl
Emancipatie stuwt aantal vrouwelijke zzp'ers in Europa
Na een constante groei in de afgelopen vijftien jaar is nu één op de drie zzp’ers in Europa vrouw. Deze groei gaat hand in hand met de toenemende gelijkheid tussen mannen en vrouwen in Europa. In Nederland is 37,8 procent van de zzp’ers vrouw, wat ons op de 11e plek in Europa plaatst. Onderzoek voor de nieuwste Talent Monitor, uitgevoerd door arbeidsmarktspecialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, blijkt dat hoe verder de emancipatie in een land is gevorderd, hoe meer vrouwen kiezen voor zelfstandig ondernemerschap.
Opmars van vrouwelijke zzp’ers
Uit een uitgebreide analyse van gegevens sinds 2010, blijkt een zeer sterke relatie tussen emancipatie en het aandeel vrouwelijke zzp'ers in Europa. Door de data te koppelen aan de Gender Gap Index (GGI) van het World Economic Forum, die de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen meet, is een duidelijke correlatie gevonden. In landen met een kleinere genderkloof is het percentage vrouwelijke zzp'ers aanzienlijk hoger, zo kan gesteld worden. Met andere woorden: de toenemende gendergelijkheid stimuleert ondernemerschap onder vrouwen. Dit is een hele goede trend en benadrukt tegelijkertijd de noodzaak om gelijke kansen te blijven stimuleren als motor voor economische en maatschappelijke groei”, aldus Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group.
In 2024 bestaat 36 procent van de zzp’ers in de Europese Unie (EU-27) uit vrouwen, een stijging ten opzichte van 34 procent in 2010. Luxemburg is sinds dit jaar het eerste Europese land waar meer dan de helft van de zzp’ers vrouw is (50,7 procent). Letland volgt met bijna een gelijk aandeel (49,8 procent), terwijl landen als Ierland (26,8 procent) en Roemenië (26,9 procent) ver achterblijven. In Nederland is het percentage 37,8, iets meer dan in België (36,6 procent).
Minder uren, meer vrouwen
Uit het onderzoek blijkt bovendien dat in landen waar zzp'ers gemiddeld minder uren per week werken, het aandeel vrouwelijke zzp’ers vaak hoger ligt. In landen waar het verschil in gewerkte uren tussen mannen en vrouwen als zzp'er klein is, zien we juist relatief minder vrouwelijke zzp'ers. "Het zzp-schap biedt vrouwen een aantrekkelijke werkvorm, omdat het hen in staat stelt zorgtaken te combineren met flexibiliteit en een betere werk-privébalans. De mogelijkheid om als zzp'er minder uren te werken of andere ambities te realiseren, draagt bij aan hun autonomie en versterkt de emancipatie van vrouwen," zegt Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group.
In Europa werken mannen als zzp’er gemiddeld 40,9 uur per week, terwijl vrouwen gemiddeld 34,5 uur werken. Griekse zzp’ers werken de meeste uren (43,4 uur), gevolgd door Spaanse zelfstandigen (41,7 uur). Luxemburgse zzp’ers maken de minste uren (30,8 uur), gevolgd door Estse zzp'ers (31,9 uur). In Nederland ligt het gemiddelde op 33,6 uur, ruim onder het Europese gemiddelde.
Het volledige rapport is te downloaden op headfirst.group.
Talent Monitor | Europese zzp'ers onder de loep: Trends, groei & diversiteit
Europese zzp'ers onder de loep: Trends, groei & diversiteit
De Europese arbeidsmarkt is in beweging. Met bijna 20 miljoen zzp’ers verspreid over verschillende landen, zijn er grote verschillen in hoe deze groep zich ontwikkelt. Nederland loopt voorop met unieke trends in flexibele arbeid, maar hoe verhouden we ons tot de rest van Europa?
De Talent Monitor biedt een diepgaande analyse van de Europese zzp-markt, waarbij inzichten worden gedeeld die je niet mag missen.
Steeds meer zzp’ers onder 30 jaar in Nederland, Belgische aantallen juist dalend
In de afgelopen vijf jaar is het aantal zzp’ers jonger dan dertig in Nederland aanzienlijk toegenomen, goed voor 12,7 procent van het totale aantal zzp’ers in ons land. Hiermee behoort Nederland tot de Europese top, samen met landen als Malta, Slowakije en Litouwen. In tegenstelling tot Nederland, is er in België – met bijna 4 procent – juist een afname van het aantal jonge zzp’ers te zien. Dit toont de meest recente Talent Monitor, een gezamenlijk onderzoek van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, aan.
Wat kun je verwachten in dit rapport?
- Een unieke vergelijking tussen de Nederlandse arbeidsmarkt en de rest van Europa.
- Ontdek waarom oudere en hoogopgeleide zzp’ers domineren, en waarom jongeren minder geneigd zijn om zzp’er te worden.
- Analyse van de groeiende rol van vrouwen in de zzp-markt en de link met emancipatie.
Wie zou dit rapport moeten lezen?
- Wetgevers: Om de Nederlandse arbeidsmarkt in een breder Europees perspectief te plaatsen.
- Opdrachtgevers met internationale ambities: Voor het ontwikkelen van een effectieve Europese recruitmentstrategie.
- Zzp’ers: Om te begrijpen hoe uniek het Nederlandse zzp-schap is vergeleken met andere Europese landen.
Partner
Download Talent Monitor
Met het downloaden van de Talent Monitor ga je akkoord dat jouw gegevens worden gedeeld met mede-initiatiefnemer Intelligence Group.
Andere rapporten...
Talent Monitor: De convergentie van vast en flex
Wij stellen elk kwartaal – op basis van de recruitmentdata van…
Talent Monitor: Vast wordt steeds mobieler en flex steeds duurzamer
Wij stellen elk kwartaal – op basis van de recruitmentdata van…
Talent Monitor: Tariefontwikkeling professionals 2023
Wij stellen elk kwartaal – op basis van de recruitmentdata van…
Talent Monitor: IT-arbeidsmarkt in cijfers
Wij stellen elk kwartaal – op basis van de recruitmentdata van…
Talent Monitor: Update prognose tariefontwikkeling professionals 2022
Wij stellen elk kwartaal – op basis van de recruitmentdata van…
Steeds meer zzp’ers onder 30 jaar in Nederland, Belgische aantallen juist dalend
In de afgelopen vijf jaar is het aantal zzp’ers jonger dan dertig in Nederland aanzienlijk toegenomen, goed voor 12,7 procent van het totale aantal zzp’ers in ons land. Hiermee behoort Nederland tot de Europese top, samen met landen als Malta, Slowakije en Litouwen. In tegenstelling tot Nederland, is er in België – met bijna 4 procent - juist een afname van het aantal jonge zzp'ers te zien. Dit toont de meest recente Talent Monitor, een gezamenlijk onderzoek van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, aan.
Ouderen domineren zzp-markt in Europa
In de Europese Unie (EU-27) is bijna een derde van de zzp’ers 55 jaar of ouder (31,7 procent). Deze groep is ruim drie keer zo groot als de groep onder de 30 jaar. Het percentage 55-plussers is vooral groot in Zweden (55,1 procent), Duitsland (47,5 procent) en Ierland (46,9 procent). Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group, licht toe: “In deze landen, waar traditionele vaste banen vaak worden geassocieerd met hoge status, kan het zzp-schap een laatste carrièrestap zijn of een manier om ruimte te maken voor een nieuwe generatie. Deze trend wordt gedeeltelijk verklaard door vergrijzing, maar ook culturele factoren spelen een rol.”
In de afgelopen tien jaar is het aantal 55-plus zzp’ers jaarlijks met 1,4 procent gegroeid. De groei van zzp’ers onder de dertig jaar ging de laatste vijf jaar iets sneller: 1,7 procent per jaar. De stijging in Nederland lag met 0,7 procent onder dat gemiddelde. In deze periode is het aantal jonge zzp’ers snel afgenomen in België (-3,8 procent). Een daling was ook zichtbaar in Bulgarije, Estland, Letland en Slovenië, daar zelfs met meer dan 6 procent. Het hoogste percentage jonge zzp’ers is te vinden in Malta (14,7 procent), gevolgd door Slowakije, Litouwen, IJsland en Nederland (12,7 procent). Ondanks de toename blijft het aantal jongeren dat kiest voor een zelfstandig bestaan in Europa relatief beperkt in verhouding tot de totale beroepsbevolking.
Stabiele zzp-markt in Europa
Europa telt momenteel bijna twintig miljoen zzp’ers, wat neerkomt op 8,8 procent van de totale beroepsbevolking. Waar de Nederlandse zzp-markt al jaren groeit met minimaal 1,4 procent, blijft het aandeel zzp'ers in Europa redelijk stabiel. In landen als Hongarije en Zwitserland is sprake van aanzienlijke groei, terwijl in landen als Roemenië en Duitsland het aantal zzp'ers juist afneemt. Griekenland heeft het hoogste percentage zzp’ers, met bijna 18 procent van de beroepsbevolking. Noorwegen kent het laagste percentage, met slechts 3,8 procent. De verschillen in percentages zijn onder andere culturele voorkeuren voor zelfstandigheid en fiscale regelingen die ondernemerschap in bepaalde landen stimuleren.
Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group, zegt hierover: “Deze cijfers bevestigen dat de Nederlandse arbeidsmarkt een unieke positie heeft binnen Europa. Dit inzicht helpt internationale opdrachtgevers die hun wervingsstrategieën willen afstemmen en zzp’ers die inzicht willen krijgen in de unieke kenmerken van hun vakgebied in Nederland vergeleken met andere Europese landen. Maar ook voor beleidsmakers en politici om de arbeidsmarkt in een breder Europees perspectief te plaatsen, wat wij recent ook specifiek voor zzp-wetgeving in kaart hebben gebracht.”
Het volledige rapport is te downloaden op headfirst.group.
Strenger, sober, snel: wat verandert er voor zelfstandigen in 2025?
Wie live heeft geluisterd naar de Troonrede, zal ongetwijfeld de lengte en toon van koning Willem-Alexander zijn opgevallen. Zo vatte hij de kabinetsplannen voor 2025 samen als ‘streng, sober en snel’. De arbeidsmarkt werd ook genoemd: het kabinet wilt inspanningen leveren om de krapte op verschillende manieren op te lossen. Loondienst moet aantrekkelijker worden en iedereen moet de mogelijkheid hebben om zich een leven lang te blijven ontwikkelen door om- en bijscholing. Maar hoe zit het met de zelfstandigen? Wij zetten de belangrijkste plannen en wijzigingen op een rij.
Belastingen voor zelfstandigen
Zelfstandigen gaan in 2025 gemiddeld genomen iets meer belasting betalen als hun winst gelijk blijft. Dit komt door een aantal wijzigingen in de belastingen. Zo wordt de zelfstandigenaftrek verder verlaagd naar €2.470 per jaar in 2025. In 2024 was dit de zelfstandigenaftrek nog €3.750. Het verlagen van de zelfstandigenaftrek moet zorgen voor een fiscaal gelijk speelveld tussen zelfstandigen en werknemers.
Verder heb je als ondernemer in de inkomstenbelasting recht op de mkb-winstvrijstelling. Daarmee is een deel van je winst vrijgesteld van inkomstenbelasting. Het plan was om de vrijstelling vanaf 2025 te verlagen naar 12,07% (voorheen was dit percentage 13,31). Het percentage in 2025 daalt toch iets minder hard, namelijk naar 12,7%.
Deze aanpassingen zorgen ervoor dat ondernemers over een groter deel van hun winst belasting moeten betalen. Tegelijkertijd probeert het kabinet lage inkomens te ondersteunen door bijvoorbeeld de huurtoeslag en het kindgebonden budget te verhogen.
Box 1: Inkomen uit arbeid, uitkering en eigenwoningbezit
De indeling van box 1 wordt aangepast naar drie schijven in plaats van twee. De verdeling van de schijven en percentages is als volgt:
- Over inkomen tot €38.441 betaal je 35,82% belasting, wat lager is dan in 2024.
- Over inkomen tussen €38.441 en €76.817 betaal je 37,48%, een lichte stijging ten opzichte van 2024.
- Voor inkomen boven de €76.817 blijft het tarief 49,5%.
Lagere inkomens profiteren van het lagere tarief in de eerste schijf, terwijl hogere inkomens meer belasting betalen door het hogere tarief in de tweede schijf.
Box 2: Inkomen uit aandelenbezit
Onderneem je in een bv? Dan moet de bv elk jaar vennootschapsbelasting betalen. Heb je meer dan 5 procent van de aandelen en werk je ook in deze bv? Dan ben je een directeur-grootaandeelhouder (DGA). Als DGA krijg je te maken met belastingheffing in box 2 van de inkomstenbelasting. In 2025 worden de volgende wijzigingen gedaan:
- Over dividend tot €67.804 betaal je 24,5%, gelijk aan 2024.
- Over dividend boven €67.804 daalt het tarief van 33% naar 31%.
Als in 2025 het tarief in box 2 omlaag gaat, kan het aantrekkelijker zijn voor ondernemers om te wachten met het uitkeren van dividend.
Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen
Heb je spaargeld of beleggingen? Dan betaal je in 2025 over je vermogen tot €57.684 geen belasting. Heb je meer vermogen? Dan betaal je net als dit jaar 36 procent belasting over de opbrengst die de belastingdienst verwacht dat jij zou kunnen halen in 2025. Dit noemen we een fictief rendement.
Geen aftrekbaarheid van giften in vennootschapsbelasting
Vanaf 1 januari 2025 zijn giften aan goede doelen niet langer aftrekbaar van de vennootschapsbelasting (vpb). Dit geldt voor giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI's) of steunstichtingen SBBI. Giften door een vennootschap aan een ANBI op verzoek van een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang worden beschouwd als een winstuitkering, waarover inkomstenbelasting (box 2) en dividendbelasting moet worden betaald.
Emissievrije auto’s: korting op wegenbelasting
Het kabinet stimuleert de overstap naar emissievrije auto's met kortingen op de motorrijtuigenbelasting (mrb) tot 2029. De regeling is als volgt:
- Van 2026 tot en met 2029 geldt een korting van 25%;
- vanaf 2030 vervalt deze korting.
Evaluatie van fiscale ondernemersregelingen
De afgelopen zes maanden is een evaluatie uitgevoerd van verschillende fiscale ondernemersregelingen, zoals de zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling. Onderzoeksbureaus SEO en Dialogic, in opdracht van de ministeries van Financiën en Economische Zaken, concludeerden dat deze regelingen slechts beperkt effectief zijn in het stimuleren van ondernemerschap en maatschappelijke voordelen. Hoewel er geen harde conclusies over de doelmatigheid konden worden getrokken, bleek dat de kosten van de regelingen relatief hoog zijn in verhouding tot hun effectiviteit. Dit roept vragen op over mogelijke hervormingen van deze regelingen.
Stand van zaken wetsvoorstellen
Bovenstaande plannen van het kabinet zijn onderdeel van het Belastingplan 2025. De maatregelen staan in verschillende wetsvoorstellen. De Tweede en Eerste Kamer moeten de wetsvoorstellen nog goedkeuren, voordat de plannen kunnen ingaan. Zij stemmen in november en december over het Belastingplan 2025.
Kwart zzp’ers loopt nu al opdrachten mis door naderende handhaving schijnzelfstandigheid
Hoogopgeleide zzp’ers verwachten dat het steeds lastiger wordt om opdrachten te vinden en ervaren nu al dat ze opdrachten mislopen door de naderende handhaving op schijnzelfstandigheid. Dit blijkt uit onderzoek van HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, waaraan 1.187 zzp’ers hun ervaringen en mening hebben gedeeld. Op donderdag 12 september staat in de Tweede Kamer een zzp-debat gepland, waarin de handhaving op schijnzelfstandigheid een belangrijk agendapunt is.
Het kabinet stuurde op vrijdag 6 september jl. een brief naar de Tweede Kamer, waarin onder meer wordt aangekondigd dat het voornemens is het eerste jaar geen vergrijpboetes op te leggen aan opdrachtgevers. Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group, noemt dit een klein stapje in de goede richting: “Het kabinet merkt net als wij dat opdrachtgevers – zowel in de profit als non-profitsector – terughoudender worden met het inhuren van zzp’ers en neemt daarvoor de eerste maatregelen. Het is positief dat ze deze signalen opvangen, serieus nemen en daar actie op ondernemen, maar dit is nog onvoldoende om de rust in de arbeidsmarkt te herstellen en bewaren. Wij adviseren daarom om het instrument ‘aanwijzingen’ na 1 januari 2025 te behouden, zodat opdrachtgever en opdrachtnemer na advies van de Belastingdienst de tijd krijgen om de arbeidsrelatie aan te passen.”
Terughoudendheid bij opdrachtgevers
Uit het onderzoek blijkt dat ongeveer 25 procent van de hoogopgeleide zzp’ers één of meerdere opdrachten is misgelopen in aanloop naar de opheffing van het handhavingsmoratorium. Daarnaast verwacht 57 procent dat het in de toekomst moeilijker wordt om opdrachten te vinden door de strengere handhaving.
Van Happen zegt hierover: “Dit bevestigt dat opdrachtgevers terughoudender worden in het inhuren van zelfstandigen. Wij ervaren in de praktijk dat opdrachtgevers moeite hebben om goed te beoordelen wanneer een zelfstandige ingehuurd mag worden. Dit leidt tot risicomijdend gedrag en minder opdrachten voor zelfstandigen. Dat mag niet het bij-effect zijn van de handhaving op schijnzelfstandigheid.”
Bewustzijn en behoefte aan meer duidelijkheid
Het onderzoek toont ook dat de 65 procent respondenten (zeer) goed op de hoogte is van de opheffing van het handhavingsmoratorium. Tegelijkertijd geven honderden respondenten in hun open reacties aan behoefte te hebben aan meer consistente en specifieke informatie die hen helpt zich goed voor te bereiden op deze veranderingen. “Het is nu aan de betrokken partijen om heldere voorlichting te bieden en zowel opdrachtgevers als zelfstandigen goed te informeren. Gelukkig blijkt uit de Kamerbrief van 6 september dat het kabinet het belang van duidelijke communicatie erkent en dat er een Rijksbrede publiekscampagne in voorbereiding is, die eind september van start gaat. Als leidende marktpartij zullen wij ook onze rol nemen in de communicatie”, besluit Van Happen.
De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp'ers
De internetconsultatie over het wetsvoorstel Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) heeft een stortvloed aan reacties opgeleverd. Wat moet jij weten over de plannen om een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering in te voeren voor zzp'ers?
Waarom komt er een verplichte AOV?
De invoering van een verplichte AOV voor zzp'ers komt voort uit een voorstel van de Stichting van de Arbeid. In juni 2019 is er namelijk een akkoord gesloten tussen vakbonden, werkgeversorganisaties en het kabinet. Onderdeel van dit akkoord was de invoering van een verplichte AOV voor zzp'ers. i Het doel van deze regeling is het beschermen van zzp'ers tegen inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid. Wat veel mensen niet weten, is dat de verplichte AOV een voorwaarde is voor het ontvangen van financiële middelen uit het Europese coronaherstelfonds. De wetgeving moet uiterlijk in 2025 worden aangenomen, maar de invoering wordt pas verwacht tussen 2027 en 2029.
Wat houdt de verplichte AOV in?
De verplichte AOV zal waarschijnlijk de volgende kenmerken hebben:
- De verplichte AOV gaat maximaal €195 per maand kosten; Een jaar wachttijd voordat de uitkering ingaat100% van het wettelijke minimumloon bij volledige arbeidsongeschiktheid, met een maximum van 70% van het laatst verdiende inkomen of winst.
- Tot de AOW-leeftijd bij blijvende arbeidsongeschiktheid.
- Bij private verzekeraars zal een stabiliteitsbijdrage worden geïnd (solidariteitspremie)
- Arbeidsongeschiktheid wordt beoordeeld op basis van restverdiencapaciteit in alle beroepen, niet alleen het eigen beroep.
Voor wie wordt de AOV verplicht?
De verplichte AOV zal gelden voor alle ondernemers die inkomstenbelasting betalen, ook wel IB-ondernemers genoemd, inclusief meewerkende partners. Uitzonderingen zijn waarschijnlijk voor directeur-grootaandeelhouders (DGA's) en parttime ondernemers die naast loondienst als zzp’er werken. Het hebben van personeel of voldoende vermogen zijn geen redenen om niet deel te nemen aan de verplichte AOV.
Wat als de zzp'er al een AOV heeft of er liever zelf één afsluit?
In de polder is lang gediscussieerd over een 'opt-out regeling' voor zzp'ers die liever een eigen private verzekering afsluiten. In het wetsvoorstel is deze mogelijkheid opgenomen, maar onder de voorwaarde dat de private verzekering minstens dezelfde voorwaarden heeft als de verplichte publieke verzekering. Andere voorzieningen zoals schenkkringen of Broodfondsen zullen niet voldoende zijn om vrijstelling te krijgen van de verplichte AOV.
“Zet ondernemerschap en wens van zzp’er en opdrachtgever centraal”
Wat Nederland kan leren van andere landen over zzp-wetgeving
Het onderscheid tussen een zzp’er en een werknemer is niet alleen een vraagstuk voor Nederland, de discussie speelt ook in andere landen. In een nieuw rapport presenteren HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, ONL voor Ondernemers en onafhankelijk platform ZiPconomy waardevolle lessen die het nieuwe kabinet en de Nederlandse politiek kunnen leren van andere westerse landen. “Er zijn landen waar de ‘wil der partijen’ een belangrijke rol speelt en waar ondernemerscriteria zwaarder wegen dan de omstandigheden tijdens de opdracht. Het is een gemiste kans voor Nederland als we geen waarde hechten aan deze factoren”, aldus Marion van Happen, CEO bij HeadFirst Group.
De ontwikkeling van nieuwe wet- en regelgeving rondom het werken met zelfstandigen is in Nederland een urgente opdracht voor Eddy van Hijum, de nieuwe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Wanneer mogen organisaties zzp’ers inhuren en wanneer moeten zij een arbeidsovereenkomst aanbieden? Deze vraag houdt wereldwijd beleidsmakers en overheden bezig. Het onderzoeksrapport ‘Internationaal perspectief op zzp-wetgeving. Wat Nederland kan leren van andere landen’ biedt een diepgaand inzicht in de oplossingen en benaderingen die in andere landen worden gehanteerd.
Meer aandacht voor ondernemerscriteria en het individu
Nederland kan veel leren van de ervaringen in landen als België, Duitsland, Canada en de Verenigde Staten (VS). “Als internationale HR-tech dienstverlener worden wij dagelijks geconfronteerd met een verscheidenheid aan wet- en regelgeving”, vertelt Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group. “Deze ervaringen bieden Nederland waardevolle inzichten. In België en Duitsland bijvoorbeeld, ligt de focus eerst op de ondernemerscriteria en de identiteit van de werkende. Dat is een fundamenteel andere benadering dan die we in Nederland kennen.”
Geen one-size-fits-all
“Het rapport laat zien dat er geen one-size-fits-all-oplossing bestaat”, zegt Erik Ziengs, voorzitter van ONL voor Ondernemers. “Het is belangrijk om te leren van de ervaringen en oplossingen in andere landen. Dit rapport nodigt uit tot een stevige politiek-maatschappelijke discussie over de rol van zzp’ers op de arbeidsmarkt en onze perceptie van deze groep werkenden.”
Daarbij moet er voldoende ruimte zijn voor de wensen van de werkenden zelf, vinden Ziengs en Van Happen. Uit meerdere onderzoeken blijkt namelijk dat het overgrote deel van de zelfstandigen bewust kiest voor het ondernemerschap, gedreven door autonomie en regie over hun eigen werkdag. Van Happen: “In Canada en België speelt de ‘wil der partijen’ een belangrijke rol bij het beoordelen van de arbeidsrelatie. Het zou een gemiste kans zijn als we in Nederland geen waarde hechten aan deze factor.”
Ziengs vult aan: “Als zelfstandigen een gedegen uurtarief rekenen, een goede financiële administratie bijhouden en proactief nieuwe opdrachten werven, verdienen zij de vrijheid die het ondernemerschap biedt.”
Het nieuwe rapport is hier te downloaden.