Uurtarieven zzp’ers en gedetacheerden blijven ook in 2024 achter bij cao-lonen

Verwachte tariefstijging in 2025 maximaal 1,5 procent

De uurtarieven van flexibel werkenden, zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders, zijn in 2024 gemiddeld 3,6 procent gestegen ten opzichte van 2023. Deze stijging blijft achter bij de gemiddelde cao-loonstijgingen en de tariefstijging van (praktisch geschoolde) zzp’ers. Voor 2025 wordt een beperkte tariefstijging verwacht, tussen de 1  en 1,5 procent. Dit blijkt uit de nieuwste Talent Monitor van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group.

Tariefontwikkeling blijft achter bij cao-lonen
Volgens cijfers van het CBS bedroeg de gemiddelde loonsverhoging in cao’s in 2024 6,6 procent, aanzienlijk meer dan de tariefstijging van 3,6 procent voor hoogopgeleide zzp’ers en gedetacheerden. Ook de tariefstijging van (praktisch geschoolde) zzp’ers kwam met 6,5 procent hoger uit. Het gemiddelde uurtarief van een hoogopgeleide zzp’er ligt momenteel op €99,65. Bovenkant formulierOnderkant formulier

“De lichte stijging van de uurtarieven in 2024 is te verklaren door een krimpende vraag en groter aanbod van zzp’ers, de dalende inflatie en de effecten van de (aankondiging) van de handhaving op de wet DBA” zegt Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group. “Omdat de arbeidsmarkt naar verwachting iets minder schaars zal worden in 2025, rekenen we op een matige groei van de gemiddelde tarieven van 1 tot 1,5 procent. Door de eisen van vakbonden, zullen de verschillen in de stijgingen tussen loondienst en zzp'ers in 2025 verder toenemen.”

Vraag naar flexibel talent onverminderd hoog
Waasdorp merkt op dat, ondanks een lichte groeivertraging op de arbeidsmarkt en een afname van het aantal openstaande vacatures, de schaarste aan flexibel werkenden aanhoudt. “Zzp’ers worden gemiddeld 16 keer per jaar benaderd voor een nieuwe opdracht, wat illustreert hoe groot de vraag naar flexibel talent blijft”, aldus Waasdorp.

Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group, vult aan: “De arbeidsmarkt blijft krap en daardoor heeft talent nog altijd de regie. Ondanks de voortdurende discussie en handhaving rondom de wet DBA, blijft de keuze voor zelfstandig ondernemerschap populair. Zzp'ers kiezen hun eigen pad, gedreven door vrijheid en flexibiliteit. Bedrijven die hoogopgeleide professionals willen aantrekken, moeten zich aanpassen aan de realiteit van een flexibele arbeidsmarkt en strategieën ontwikkelen om zowel vast als flexibel talent aan zich te binden.”

Meer inzichten in de tariefontwikkelingen van professionals over 2024 en in 2025? Download de Talent Monitor op headfirst.group.


Tariefontwikkeling professionals 2025

Tariefontwikkeling professionals 2025

De Talent Monitor biedt een diepgaande analyse van de trends en ontwikkelingen op de markt voor zelfstandig professionals en gedetacheerden. Dit rapport onderzoekt de impact van de wetgeving, arbeidsmarktbewegingen en de schaarste aan hoogopgeleide zzp’ers, met inzichten over tarieven, vraag en aanbod, en de verwachtingen voor 2025.

Download rapport

Uurtarieven zzp’ers en gedetacheerden blijven ook in 2024 achter bij cao-lonen

De uurtarieven van flexibel werkenden, zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders, zijn in 2024 gemiddeld 3,6 procent gestegen ten opzichte van 2023. Deze stijging blijft achter bij de gemiddelde cao-loonstijgingen en de tariefstijging van (praktisch geschoolde) zzp’ers. Voor 2025 wordt een beperkte tariefstijging verwacht, tussen de 1 en 1,5 procent. Dit blijkt uit de nieuwste Talent Monitor van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group.

Lees hier het hele persbericht

Wat je kunt verwachten:

  • Gedetailleerde analyses van arbeidsmarktontwikkelingen en tariefveranderingen.
  • Diepgaande inzichten in de invloed van wetgeving (zoals de wet DBA) op de zzp-markt.
  • Verwachtingen voor de arbeidsmarkt in 2025, inclusief voorspellingen voor de tarieven en de werkgelegenheidssituatie.

 

Samenvatting van de belangrijkste bevindingen:

  • Het aantal zzp’ers stijgt licht naar bijna 1,1 miljoen, met een toenemende arbeidsmarktactiviteit.
  • De tarieven voor zelfstandig professionals blijven achter bij de inflatie en loonstijgingen, met een verwachte stijging tussen de 0,5% en 1% in 2025.
  • De vraag naar zzp’ers blijft hoog, maar de flexibiliteit en keuzes van werkenden, vooral zzp’ers, zijn bepalend voor de ontwikkelingen.

Partner

Download Talent Monitor

Met het downloaden van de Talent Monitor ga je akkoord dat jouw gegevens worden gedeeld met mede-initiatiefnemer Intelligence Group.


Doel van kabinet onhaalbaar: geen 1 miljoen ICT’ers in 2030

Terwijl het kabinet streeft naar één miljoen ICT’ers in Nederland tegen 2030, wijst nieuw onderzoek van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group erop dat dit doel ver buiten bereik ligt. Zelfs in een scenario van explosieve groei zou Nederland in 2030 maximaal 862.000 ICT’ers tellen. In meer waarschijnlijke scenario’s ligt het aantal nog veel lager: tussen de 628.000 en 783.000. Marion van Happen, CEO bij HeadFirst Group nuanceert: “We hoeven het gestelde doel niet te halen, omdat AI bepaalde rollen van ICT’ers kan overnemen.”

Stagnerende groei ICT’ers
Uit de nieuwste cijfers van de Talent Monitor blijkt dat de ICT-beroepsbevolking in Nederland in het derde kwartaal van 2024 ongeveer 583.000 personen telt. Dit komt neer op 6 procent van de totale werkzame beroepsbevolking. Voor de ontwikkeling van de ICT-beroepsbevolking tot 2030 schetst het rapport vier mogelijke toekomstscenario’s. In het meest optimistische geval is er sprake van een explosieve groei, waarbij het aantal ICT’ers exponentieel toeneemt tot 8,2 procent van de beroepsbevolking, wat neerkomt op 862.000 mensen. Een realistischer vooruitzicht is een lineaire groei naar 783.000 ICT-professionals (7,4 procent). Bij een scenario van stabilisatie groeit het aantal ICT’ers licht naar 628.000. Zelfs een scenario van krimp naar 452.000 ICT’ers (4,3 procent) wordt door de onderzoekers realistisch geacht.

Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group, verklaart: “Sinds 2022 is de groei in het aantal ICT’ers vrijwel tot stilstand gekomen en richting 2030 lijkt stabilisatie het meest voor de hand te liggen. Dit komt mede door een structurele krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het lastig is om zij-instromers bij- of om te scholen om aan de groeiende vraag te voldoen. Bovendien hebben andere sectoren zoals de zorg, het onderwijs en de techniek een concurrerende vraag naar arbeidskrachten.”

Kan AI de gevolgen verzachten?
De stagnerende groei in het aantal IT’ers kan grote negatieve gevolgen hebben voor de digitale transitie in Nederland en daarmee voor de arbeidsproductiviteit. Kunstmatig intelligentie (AI) biedt mogelijk verlichting. Grote bedrijven zoals Google en Amazon wijzen erop dat een steeds groter deel van hun softwareontwikkeling wordt ingevuld door AI. Marion van Happen, CEO bij HeadFirst Group, zegt hierover: “Als de AI-trend zich doorzet – en die verwachting is reëel – zal de vraag naar vooral developers op termijn veranderen. In Nederland zal de AI-adoptie geleidelijk verlopen, waardoor de impact op de vraag naar ICT’ers tot 2025 beperkt blijft. Dit betekent wel dat we het doel van 1 miljoen ICT’ers in 2030 niet hoeven te halen om de digitale transitie succesvol te realiseren. Tegelijkertijd blijft het noodzakelijk om zoveel mogelijk groei in de ICT-beroepsbevolking te stimuleren, want AI kan de vraag naar ICT’ers niet volledig vervangen.”

Het volledige rapport is te downloaden op headfirst.group.


Talent Monitor | ICT-arbeidsmarkt in cijfers 2024 - 2025

ICT-arbeidsmarkt in cijfers 2024 - 2025

Sinds de jaren ’90 vormen ICT-professionals de voorhoede op de arbeidsmarkt. Van het introduceren van werk-privébalans tot het pionieren met online platforms zoals LinkedIn, ICT’ers waren altijd voorloper in arbeidsmarktinnovaties. Nu bevindt de sector zich in een cruciale transitiefase die niet alleen de ICT-markt zelf, maar de bredere arbeidsmarkt kan beïnvloeden. Ontdek wat dit betekent voor werkgevers, werknemers en (zelfstandige) ICT-professionals.

Download rapport

Doel van kabinet onhaalbaar: geen 1 miljoen ICT’ers in 2030

Terwijl het kabinet streeft naar één miljoen ICT’ers in Nederland tegen 2030, wijst nieuw onderzoek van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group erop dat dit doel ver buiten bereik ligt. Zelfs in een scenario van explosieve groei zou Nederland in 2030 maximaal 862.000 ICT’ers tellen. In meer waarschijnlijke scenario’s ligt het aantal nog veel lager: tussen de 628.000 en 783.000. Marion van Happen, CEO bij HeadFirst Group nuanceert: “We hoeven het gestelde doel niet te halen, omdat AI bepaalde rollen van ICT’ers kan overnemen.”

Lees hier het hele persbericht

Wat leer je van dit rapport?

In deze gedetailleerde Talent Monitor brengen wij de huidige trends in de ICT-arbeidsmarkt in kaart:

  • Hoe de langdurige groei in het aantal ICT’ers afneemt en de rol van AI in deze verandering.
  • De hoge werkgelegenheidsgraad van ICT’ers, zowel in loondienst als als zelfstandige.
  • Afname van de vraag: De dalende vraag naar ICT’ers en hoe dit de wervingsstrategieën beïnvloedt.
  • Wat werkgevers nu anders doen om ICT’ers aan te trekken, inclusief de impact van de wet DBA.
  • Hoe specifieke ICT-vaardigheden de sleutel zijn voor zowel de huidige als toekomstige arbeidsmarkt.
  • Wat de stijgende tarieven betekenen voor freelancers in de sector.
  • Wat kunnen we verwachten van de dynamiek in de sector, nu AI en globalisering de normen veranderen?

Partner

Download Talent Monitor

Met het downloaden van de Talent Monitor ga je akkoord dat jouw gegevens worden gedeeld met mede-initiatiefnemer Intelligence Group.


Succesvolle vierde editie van de ArbeidsmarktPoort

Op dinsdag 15 oktober kwamen Kamerleden, journalisten, ambtenaren en experts weer bij elkaar in Nieuwspoort voor de vierde editie van de ArbeidsmarktPoort. Deze keer stond het onderwerp ‘de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt’ op de agenda. Howel het onderwerp voor werkgevers en onderwijsinstellingen van groot belang is, staat het nog niet hoog op de politieke agenda. Des te meer een reden om met alle belanghebbenden van gedachten te wisselen.

Leven lang ontwikkelen

“Er moet echt gas gegeven worden op het dossier Leven Lang Ontwikkelen”, stelde ROC Mondriaan-bestuursvoorzitter Hans Schutte. Onder leiding van Hans Biesheuvel, oud-voorzitter van ONL voor Ondernemers, ging Schutte in gesprek met Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen. Twee heren met een duidelijke visie op het vraagstuk en een rijke carrière in het onderwijsveld. Limmen kwam dan ook met stevige woorden richting het kabinet: “de onderwijsplannen uit het regeerakkoord noem ik zorgwekkend. Wat mij opvalt is een gebrek aan notie van het om- en bijscholen van de ene naar de andere sector, een visie daarop ontbreekt volledig.”  
 
Vooral in beroepen waar een grote vraag naar arbeidskrachten is – zoals in de techniek, de zorg en ICT – blijkt dat er te weinig gekwalificeerde mensen zijn om aan deze vraag te voldoen. Dit probleem wordt nog verergerd door technologische veranderingen en de vergrijzing van de beroepsbevolking. Al met al zorgt dit voor een toenemende druk op deze sectoren.

Onderwijsinstellingen komen moeizaam mee

De sprekers gaven aan dat onderwijsinstellingen moeite hebben om goed en effectief te reageren op de snel veranderende arbeidsmarkt. Dit komt door complexe regelgeving, beperkte flexibiliteit in curricula en een gebrek aan samenwerking met het bedrijfsleven. Bovendien zorgen bezuinigingen op onderwijs voor extra knelpunten. Om deze kloof te dichten, werd benadrukt dat er betere samenwerking moet komen tussen onderwijsinstellingen, bedrijven en de overheid: de zogeheten triple helix. Bedrijven moeten actief betrokken worden bij het vormgeven van opleidingen, zodat deze beter aansluiten op de praktijk. De overheid kan een belangrijke rol spelen door regelgeving aan te passen en financiële prikkels te bieden om een Leven Lang Ontwikkelen te bevorderen.

Langstudeerboete en arbeidstekorten

Een ander punt van zorg was de zogenaamde langstudeerboete, die ervoor kan zorgen dat studenten die langer de tijd nemen voor hun opleiding, ontmoedigd worden om zich verder te specialiseren in vakgebieden waar grote tekorten zijn. Het vraagstuk hoe de bijna een half miljoen mensen geen werk hebben weer actief kunnen worden op de arbeidsmarkt kwam ook aan bod. Aansluitend gingen Maurice en Hans in gesprek met Kamerleden Mikal Tseggai (GroenLinks-PvdA), Daan de Kort (VVD) en Rosanne Hertzberger (NSC). Al deze discussies over de bezuinigingen op het onderwijs, de instroom van internationale studenten en een Leven Lang Ontwikkelen zorgden voor een levendige discussie, waarbij duidelijke tegenstellingen te zien waren tussen de coalitie- en oppositiepartijen. 

Heb je vragen over de ArbeidsmarktPoort? Onze experts staan voor je klaar – laat je gegevens achter en we nemen contact met je op.

Vragen hierover? Neem contact met ons op.

Sem Overduin
Public Policy & Affairs Manager
Sem.Overduin@headfirst.nl

Oifik Youssefi
Public Affairs Officer
Oifik.Youssefi@headfirst.nl

Maaike van Driel
Head of Legal
Maaike.vanDriel@headfirst.group

Thomas ten Veldhuijs
Senior Legal Counsel
Thomas.tenVeldhuijs@headfirst.nl


Rijksoverheid lanceert publiekscampagne aanpak schijnzelfstandigheid

Vanaf 1 januari 2025 komt het handhavingsmoratorium van de Belastingdienst te vervallen. Bedrijven en organisaties die zelfstandigen inhuren, terwijl er feitelijk sprake is van een dienstverband, riskeren vanaf dat moment een naheffing of boete. In het kader van het opheffen van het handhavingsmoratorium, heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een publiekscampagne gelanceerd. De campagne is gericht op het verduidelijken van de regels rond arbeidsrelaties, met als doel om opdrachtgevers en opdrachtnemers te helpen begrijpen wanneer iemand als zelfstandige werkt en wanneer er sprake is van een dienstverband.

Centraal in de campagne staat een nieuwe website, waarop opdrachtgevers en zelfstandigen informatie en hulpmiddelen kunnen vinden. Een belangrijk onderdeel hiervan is de zogenaamde “keuzetool”. Deze tool bestaat uit tien vragen die zelfstandigen helpen bepalen of ze daadwerkelijk als zelfstandige aan een opdracht bezig zijn of dat er toch veel elementen aanwezig zijn die behoren tot het werknemerschap.  De keuzetool geeft echter geen bindend oordeel en biedt advies om een gesprek aan te gaan over het juiste contract. De website somt ook tien kenmerken op die wijzen op zelfstandigheid en tien die passen bij het werken in loondienst. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken of een zzp’er commercieel risico draagt, eigen investeringen doet en zelf bepaalt hoe het werk wordt uitgevoerd. Kenmerken van loondienst zijn onder andere structureel werk binnen een organisatie, vaste werktijden en een inspanningsverplichting. Belangrijk hierbij is dat niet één enkel kenmerk doorslaggevend is; alle factoren moeten in samenhang worden bekeken, wat de beoordeling soms complex maakt. 

Nieuwe inzichten geeft de website niet. De voorbeelden van tien concrete situaties die worden uitgewerkt kwamen al terug in de Memorie van Toelichting van de conceptwet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR). Verder wordt er op de webpagina verwezen naar de webmodule, maar in deze webmodule wordt geen rekening gehouden met de gezichtspunten en elementen uit het Deliveroo-arrest. Naar aanleiding van de publiekscampagne en de website heeft Kamerlid Thierry Aartsen (VVD) schriftelijke vragen gesteld aan de bewindspersonen Van Hijum en Idsinga.  

Wij adviseren en ondersteunen onze opdrachtgevers en zelfstandig professionals op basis van een kader gebaseerd op de gezichtspunten en elementen die voortvloeien uit het Deliveroo-arrest. In overleg met beide partijen gaan wij op zoek naar een passende oplossing, die per situatie kan verschillen. Mocht je hier meer over willen weten, neem dan contact met ons op. 


DGA-constructie geen oplossing voor schijnzelfstandigheid

Met de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 hebben veel zelfstandigen vragen: “Kan ik mijn huidige opdracht voortzetten? Kan ik blijven werken voor dezelfde opdrachtgever(s)?” Door de veranderende wetgeving en misleidende informatie in de media is er veel verwarring, vooral over het voorkomen van een ‘schijnzelfstandige’-status. Een vaak genoemde oplossing is het oprichten van een bv en jezelf aanstellen als DGA, maar dit is een misvatting. In dit artikel leggen we de werkelijke situatie uit.

Andere tarieven

De Belastingdienst kent het begrip ‘zzp’ niet; fiscaal gezien wordt een zelfstandige zonder personeel gezien als een eenmanszaak of een besloten vennootschap (bv). Uit het rapport ‘Grip op het zzp-dossier‘, uitgevoerd door kennisplatform ZiPconomy in opdracht van HeadFirst Group en ONL voor Ondernemers, blijkt dat in 2023 één op de tien zzp’ers een bv had, terwijl negen op de tien een eenmanszaak hadden. Bij een eenmanszaak is de ondernemer persoonlijk aansprakelijk voor schulden van de onderneming.

Bij een bv blijft deze aansprakelijkheid in principe bij de bv zelf en niet bij de bestuurders of aandeelhouders. Een bv oprichten kan ook fiscale voordelen opleveren, omdat er andere belastingtarieven gelden. Waar je bij een eenmanszaak inkomstenbelasting betaalt in box 1, betaal je bij een bv belasting in box 2. Wel is men het erover eens dat deze belastingvoordelen pas relevant worden bij een minimale jaarwinst van 100.000 tot 200.000 euro. 

Ontvang direct advies

Schijnzekerheid

Professionals en adviseurs adviseren op social media regelmatig zelfstandigen om een bv op te richten en zichzelf als directeur-grootaandeelhouder aan te stellen. Dit zou hen beschermen tegen de risico’s van schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst beoordeelt echter de aard van de arbeidsrelatie, ongeacht de juridische vorm. 

Praktijk in plaats van rechtsvorm

Het feit dat iemand via een bv werkt betekent niet automatisch dat er geen sprake kan zijn van schijnzelfstandigheid. Het draait uiteindelijk om de ‘feiten en omstandigheden bij de uitvoering van de werkzaamheden’. De praktische situatie is leidend, waardoor het van belang is om je daadwerkelijk als zelfstandig ondernemer te gedragen.  

Het Deliveroo-arrest

In het Deliveroo-arrest heeft de Hoge Raad tien belangrijke punten op een rij gezet om te bepalen of er sprake is van een echte arbeidsovereenkomst. Deze moeten altijd in samenhang worden bekeken; er is geen vaste volgorde of punt dat zwaarder weegt dan de ander. Het draait om het totaalplaatje van alle feiten en omstandigheden. Samen geven ze een goed beeld van de werkrelatie en bepalen ze of er sprake is van een arbeidscontract. 

Bij HeadFirst Group adviseren en ondersteunen wij onze opdrachtgevers en zelfstandig professionals op basis van een kader gebaseerd op de punten van het Deliveroo-arrest. In overleg met beide partijen gaan wij op zoek naar een passende oplossing, die per situatie kan verschillen. 

Wet en regelgeving verandert continu. Ontdek hoe dit jouw externe inhuur beïnvloedt. Onze experts staan voor je klaar – laat je gegevens achter en we nemen contact met je op.

Vragen hierover? Neem contact met ons op.

Sem Overduin
Public Policy & Affairs Manager
Sem.Overduin@headfirst.nl

Oifik Youssefi
Public Affairs Officer
Oifik.Youssefi@headfirst.nl

Maaike van Driel
Head of Legal
Maaike.vanDriel@headfirst.group

Thomas ten Veldhuijs
Senior Legal Counsel
Thomas.tenVeldhuijs@headfirst.nl


Emancipatie stuwt aantal vrouwelijke zzp'ers in Europa

Na een constante groei in de afgelopen vijftien jaar is nu één op de drie zzp’ers in Europa vrouw. Deze groei gaat hand in hand met de toenemende gelijkheid tussen mannen en vrouwen in Europa. In Nederland is 37,8 procent van de zzp’ers vrouw, wat ons op de 11e plek in Europa plaatst. Onderzoek voor de nieuwste Talent Monitor, uitgevoerd door arbeidsmarktspecialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, blijkt dat hoe verder de emancipatie in een land is gevorderd, hoe meer vrouwen kiezen voor zelfstandig ondernemerschap.

Opmars van vrouwelijke zzp’ers
Uit een uitgebreide analyse van gegevens sinds 2010, blijkt een zeer sterke relatie tussen emancipatie en het aandeel vrouwelijke zzp'ers in Europa. Door de data te koppelen aan de Gender Gap Index (GGI) van het World Economic Forum, die de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen meet, is een duidelijke correlatie gevonden. In landen met een kleinere genderkloof is het percentage vrouwelijke zzp'ers aanzienlijk hoger, zo kan gesteld worden. Met andere woorden: de toenemende gendergelijkheid stimuleert ondernemerschap onder vrouwen. Dit is een hele goede trend en benadrukt tegelijkertijd de noodzaak om gelijke kansen te blijven stimuleren als motor voor economische en maatschappelijke groei”, aldus Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group.

In 2024 bestaat 36 procent van de zzp’ers in de Europese Unie (EU-27) uit vrouwen, een stijging ten opzichte van 34 procent in 2010. Luxemburg is sinds dit jaar het eerste Europese land waar meer dan de helft van de zzp’ers vrouw is (50,7 procent). Letland volgt met bijna een gelijk aandeel (49,8 procent), terwijl landen als Ierland (26,8 procent) en Roemenië (26,9 procent) ver achterblijven. In Nederland is het percentage 37,8, iets meer dan in België (36,6 procent).

Minder uren, meer vrouwen
Uit het onderzoek blijkt bovendien dat in landen waar zzp'ers gemiddeld minder uren per week werken, het aandeel vrouwelijke zzp’ers vaak hoger ligt. In landen waar het verschil in gewerkte uren tussen mannen en vrouwen als zzp'er klein is, zien we juist relatief minder vrouwelijke zzp'ers. "Het zzp-schap biedt vrouwen een aantrekkelijke werkvorm, omdat het hen in staat stelt zorgtaken te combineren met flexibiliteit en een betere werk-privébalans. De mogelijkheid om als zzp'er minder uren te werken of andere ambities te realiseren, draagt bij aan hun autonomie en versterkt de emancipatie van vrouwen," zegt Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group.

In Europa werken mannen als zzp’er gemiddeld 40,9 uur per week, terwijl vrouwen gemiddeld 34,5 uur werken. Griekse zzp’ers werken de meeste uren (43,4 uur), gevolgd door Spaanse zelfstandigen (41,7 uur). Luxemburgse zzp’ers maken de minste uren (30,8 uur), gevolgd door Estse zzp'ers (31,9 uur). In Nederland ligt het gemiddelde op 33,6 uur, ruim onder het Europese gemiddelde.

Het volledige rapport is te downloaden op headfirst.group.


Talent Monitor | Europese zzp'ers onder de loep: Trends, groei & diversiteit

Europese zzp'ers onder de loep: Trends, groei & diversiteit

De Europese arbeidsmarkt is in beweging. Met bijna 20 miljoen zzp’ers verspreid over verschillende landen, zijn er grote verschillen in hoe deze groep zich ontwikkelt. Nederland loopt voorop met unieke trends in flexibele arbeid, maar hoe verhouden we ons tot de rest van Europa?

De Talent Monitor biedt een diepgaande analyse van de Europese zzp-markt, waarbij inzichten worden gedeeld die je niet mag missen.

Download rapport

Steeds meer zzp’ers onder 30 jaar in Nederland, Belgische aantallen juist dalend

In de afgelopen vijf jaar is het aantal zzp’ers jonger dan dertig in Nederland aanzienlijk toegenomen, goed voor 12,7 procent van het totale aantal zzp’ers in ons land. Hiermee behoort Nederland tot de Europese top, samen met landen als Malta, Slowakije en Litouwen. In tegenstelling tot Nederland, is er in België – met bijna 4 procent – juist een afname van het aantal jonge zzp’ers te zien. Dit toont de meest recente Talent Monitor, een gezamenlijk onderzoek van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, aan.

Lees hier het hele persbericht

Wat kun je verwachten in dit rapport?

  • Een unieke vergelijking tussen de Nederlandse arbeidsmarkt en de rest van Europa.
  • Ontdek waarom oudere en hoogopgeleide zzp’ers domineren, en waarom jongeren minder geneigd zijn om zzp’er te worden.
  • Analyse van de groeiende rol van vrouwen in de zzp-markt en de link met emancipatie.

Wie zou dit rapport moeten lezen?

  • Wetgevers: Om de Nederlandse arbeidsmarkt in een breder Europees perspectief te plaatsen.
  • Opdrachtgevers met internationale ambities: Voor het ontwikkelen van een effectieve Europese recruitmentstrategie.
  • Zzp’ers: Om te begrijpen hoe uniek het Nederlandse zzp-schap is vergeleken met andere Europese landen.

Partner

Download Talent Monitor

Met het downloaden van de Talent Monitor ga je akkoord dat jouw gegevens worden gedeeld met mede-initiatiefnemer Intelligence Group.


Steeds meer zzp’ers onder 30 jaar in Nederland, Belgische aantallen juist dalend

In de afgelopen vijf jaar is het aantal zzp’ers jonger dan dertig in Nederland aanzienlijk toegenomen, goed voor 12,7 procent van het totale aantal zzp’ers in ons land. Hiermee behoort Nederland tot de Europese top, samen met landen als Malta, Slowakije en Litouwen. In tegenstelling tot Nederland, is er in België – met bijna 4 procent - juist een afname van het aantal jonge zzp'ers te zien. Dit toont de meest recente Talent Monitor, een gezamenlijk onderzoek van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, aan.

Ouderen domineren zzp-markt in Europa
In de Europese Unie (EU-27) is bijna een derde van de zzp’ers 55 jaar of ouder (31,7 procent). Deze groep is ruim drie keer zo groot als de groep onder de 30 jaar. Het percentage 55-plussers is vooral groot in Zweden (55,1 procent), Duitsland (47,5 procent) en Ierland (46,9 procent). Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group, licht toe: “In deze landen, waar traditionele vaste banen vaak worden geassocieerd met hoge status, kan het zzp-schap een laatste carrièrestap zijn of een manier om ruimte te maken voor een nieuwe generatie. Deze trend wordt gedeeltelijk verklaard door vergrijzing, maar ook culturele factoren spelen een rol.”

In de afgelopen tien jaar is het aantal 55-plus zzp’ers jaarlijks met 1,4 procent gegroeid. De groei van zzp’ers onder de dertig jaar ging de laatste vijf jaar iets sneller: 1,7 procent per jaar. De stijging in Nederland lag met 0,7 procent onder dat gemiddelde. In deze periode is het aantal jonge zzp’ers snel afgenomen in België (-3,8 procent). Een daling was ook zichtbaar in Bulgarije, Estland, Letland en Slovenië, daar zelfs met meer dan 6 procent. Het hoogste percentage jonge zzp’ers is te vinden in Malta (14,7 procent), gevolgd door Slowakije, Litouwen, IJsland en Nederland (12,7 procent). Ondanks de toename blijft het aantal jongeren dat kiest voor een zelfstandig bestaan in Europa relatief beperkt in verhouding tot de totale beroepsbevolking.

Stabiele zzp-markt in Europa
Europa telt momenteel bijna twintig miljoen zzp’ers, wat neerkomt op 8,8 procent van de totale beroepsbevolking. Waar de Nederlandse zzp-markt al jaren groeit met minimaal 1,4 procent, blijft het aandeel zzp'ers in Europa redelijk stabiel. In landen als Hongarije en Zwitserland is sprake van aanzienlijke groei, terwijl in landen als Roemenië en Duitsland het aantal zzp'ers juist afneemt. Griekenland heeft het hoogste percentage zzp’ers, met bijna 18 procent van de beroepsbevolking. Noorwegen kent het laagste percentage, met slechts 3,8 procent. De verschillen in percentages zijn onder andere culturele voorkeuren voor zelfstandigheid en fiscale regelingen die ondernemerschap in bepaalde landen stimuleren.

Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group, zegt hierover: “Deze cijfers bevestigen dat de Nederlandse arbeidsmarkt een unieke positie heeft binnen Europa. Dit inzicht helpt internationale opdrachtgevers die hun wervingsstrategieën willen afstemmen en zzp’ers die inzicht willen krijgen in de unieke kenmerken van hun vakgebied in Nederland vergeleken met andere Europese landen. Maar ook voor beleidsmakers en politici om de arbeidsmarkt in een breder Europees perspectief te plaatsen, wat wij recent ook specifiek voor zzp-wetgeving in kaart hebben gebracht.

Het volledige rapport is te downloaden op headfirst.group.