HeadFirst Group organiseert kennissessie voor de Tweede Kamerfractie van de SGP

HeadFirst Group organiseert kennissessie voor de Tweede Kamerfractie van de SGP

Op donderdag 16 maart heeft HeadFirst Group in samenwerking met onze partner ONL voor Ondernemers een kennissessie georganiseerd voor de Tweede Kamerfractie van de SGP. Namens de SGP waren Chris Stoffer (Kamerlid) en Arnold van Huizen (beleidsmedewerker) aanwezig. In het verleden heeft HeadFirst Group vaker kennissessies georganiseerd voor Kamerleden en beleidsmedewerkers. Tijdens de kennissessies staan we stil bij de dienstverlening van HeadFirst Group en welke rol en toegevoegde waarde een HR-dienstverlener heeft op de (flexibele) arbeidsmarkt. Daarnaast nemen we de Kamerleden en beleidsmedewerkers mee in relevante ontwikkelingen op de arbeidsmarkt ten aanzien van het zzp-dossier en welke uitdagingen en knelpunten wij ervaren in wet- en regelgeving. Naast een delegatie van HeadFirst Group was er ook een zelfstandig professional aanwezig en een vertegenwoordiger van één van onze opdrachtgevers. Zij hebben kort een presentatie gegeven waarom zij als opdrachtgever en opdrachtnemer gebruikmaken van onze dienstverlening en waar voor hen de toegevoegde waarde van HeadFirst Group zit.

 

Al met al was het een zeer geslaagde sessie en hebben wij de Kamerfractie van de SGP van de nodige informatie en kennis kunnen voorzien. We willen onze samenwerkingspartner ONL voor Ondernemers bedanken voor hun gastvrijheid en de aanwezigen bedanken voor hun scherpe vragen en de discussie die wij met elkaar gevoerd hebben. Middels dit soort kennissessies proberen we ons voor het voetlicht te brengen als professionele gesprekspartner en een waardevolle bijdrage te leveren aan het arbeidsmarkt- en zzp-dossier.

Mocht u naar aanleiding van dit bericht vragen hebben over onze kennissessies, dan kunt u contact opnemen met Sem Overduin, Public Affairs Officer bij HeadFirst Group. Sem is te bereiken via Sem.Overduin@headfirst.nl


Florine Onderwijzer treedt toe tot het bestuur branchevereniging Bovib

Florine Onderwijzer, managing director Professionals & Partners services bij HeadFirst Group, is toegetreden tot het bestuur van branchevereniging Bovib. Op de Algemene Ledenvergadering van dinsdag 28 maart is Florine, samen met drie andere bestuursleden, officieel benoemd. Bovib-voorzitter Marc Nijhuis vormt vanaf nu de leiding van de vereniging met Florine, Sarah Goossens (van Harvey Nash Nederland), Saskia Kapper (Hero Interim Professionals) en Giancarlo Balzarelli (Magnit Benelux).

“Ik ben heel blij met ons nieuwe bestuur, waarin verschillende disciplines en diverse type leden van de Bovib zijn vertegenwoordigd”, zegt Marc Nijhuis. “Samen gaan we aan de slag met het traject van verregaande professionalisering van de Bovib.”

Florine start vol enthousiasme in haar nieuwe rol: “De Bovib is er voor intermediairs en MSP’s, maar behartigt ook de belangen van inhurende opdrachtgevers, zelfstandig professionals (zp’ers) en leveranciers van professionals (detacheerders). Het doel is een volwassen inhuurmarkt, met duidelijke wetgeving, waarin vraag- en aanbod perfect verbonden zijn. Aan dat doel ga ik met veel energie bijdragen.” Florine vervolgt: “Vanuit mijn rol bij HeadFirst Group, met volle aandacht op onze dienstverlening aan zp’ers en leveranciers, wil ik bijdragen aan een Bovib-beleid dat goed de aanbodzijde van de flexibele arbeidsmarkt vertegenwoordigt. Dit matcht perfect met de disciplines van de andere (nieuwe) bestuursleden van de branchevereniging.”

Over Bovib
De Bovib is de grootste branchevereniging voor onafhankelijke en kwalitatieve intermediairs, brokers en MSP’s. Zij brengen opdrachtgever en opdrachtnemer bij elkaar, maar brengen ook de onmisbare kennis van wet- en regelgeving in. Een taak waarvoor kwaliteit, transparantie en integriteit vereist zijn. De bedrijven die dat onderschrijven, voelen zich thuis bij de Bovib. Met meer dan zestig leden, een actief bestuur en korte lijntjes naar Den Haag zijn ze een serieuze gesprekspartner. De Bovib staat voor dienstverlening gebaseerd op heldere en toetsbare criteria. Ze geven hier onder andere invulling aan met een keurmerk voor de intermediaire rol, dat inmiddels landelijke bekendheid geniet.


HeadFirst Group breidt samenwerking met insurtech Alicia uit voor zzp’ers in België

HeadFirst Group brengt de samenwerking met insurtech Alicia, gespecialiseerd in embedded verzekeringen voor zzp’ers, naar België. De HR-tech dienstverlener zet daarmee een volgende belangrijke stap in de verder reikende strategie richting een internationale platformorganisatie. Florine Onderwijzer, Managing Director Professionals & Partners services bij HeadFirst Group: “Dankzij onze oplossing kunnen nu ook zzp’ers in België razendsnel en goed verzekerd aan een opdracht starten. ”

Ontzorgen van zzp’ers
Het partnership bouwt voort op de ambitie om ondersteuning te bieden aan professionals. Niet alleen bij het vinden van uitdagende opdrachten, maar ook bij het optimaliseren en zo eenvoudig mogelijk maken van de eigen bedrijfsvoering. Daar hoort volgens Marijn Moerman, CEO en mede-oprichter van Alicia, ook het zorgdragen voor de juiste verzekeringen bij: “Naast de flexibiliseringstrend in Nederland, blijft ook het aantal freelancers in België stijgen: het afgelopen jaar met 7 procent tot bijna 200.000. Tegelijkertijd neemt de verzekeringsgraad af. Zzp’ers zijn onvoldoende bekend met de risico’s en het vinden van een passende verzekering is een flinke zoektocht.”

Dat is volgens Onderwijzer precies waar Alicia het verschil maakt. “Samen is een schaalbaar proces ontwikkeld voor het aanbieden van kwalitatief hoogstaande verzekeringsproducten. Dankzij de volledige digitalisering, is er meer tijd voor persoonlijk contact wanneer dat ertoe doet en zijn we in staat om ook zzp’ers buiten onze eigen landsgrenzen uitgebreidere ondersteuning te bieden. Deze volgende stap in onze samenwerking sluit daarmee perfect aan bij onze internationale ambities voor onze services voor professionals.”

On-demand en embedded oplossingen
Begin 2022 sloeg HeadFirst Group met haar platform Select de handen ineen met Alicia. Zij biedt embedded oplossingen voor relevante verzekeringen en dienstverlening die met behulp van API’s geïntegreerd beschikbaar wordt gesteld via aangesloten platformen.

Alle zzp’ers die via HeadFirst Group van opdrachten worden voorzien, kunnen zich in één keer verzekeren voor tal van onderwerpen, als onderdeel van het totale pakket aan services dat HeadFirst Group al jaren aanbiedt. “Ons doel is het samenstellen van het meest ideale pakket aan diensten die professionals primair nodig hebben om ondernemer te zijn en zich volledig te kunnen focussen op hun core business. Door het collectieve inkoopvoordeel krijgt een zelfstandige aantrekkelijke en flexibele producten voor een lagere prijs dan wanneer alles los aangeschaft wordt bij verschillende dienstverleners.”


Veel gestelde vragen hoofdlijnen ‘Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n)’

Ben jij al bekend met de drie sporen die het kabinet heeft bedacht om de balans te herstellen op de huidige arbeidsmarkt? Welke plannen en voorstellen zijn er voor de toekomst van het werken als en met zzp’ers? Public Affairs Officer Sem Overduin en Business Development Director Paul Oldenburg gaven hierover alle ins & outs tijdens een webinar. Uit de vele vragen die tijdens de sessie werden gesteld, bleek maar weer hoe zeer het onderwerp leeft onder zzp’ers en opdrachtgevers. We delen hieronder de meest voorkomende.

 

  1. Op welke wijze wordt de zelfstandigenaftrek verder afgebouwd?

In het Coalitieakkoord 2021-2025 is afgesproken om de zelfstandigenaftrek versneld af te bouwen. Deze regeling wordt in 2026 teruggebracht tot €1.200,- en in 2027 verder verlaagd naar €900,-. De zelfstandigenaftrek voor starters, de startersaftrek, blijft ongewijzigd. Zelfstandigen worden gedurende deze kabinetsperiode wel gecompenseerd met een verhoging van de arbeidskorting. Met deze maatregel wil het kabinet de verschillen in fiscale behandeling tussen werknemers en zelfstandigen verkleinen. Meer informatie over de zelfstandigenaftrek en de stappen die de komende jaren genomen worden vind je hier.

 

  1. Waarom wordt de Fiscale Oudedagsreserve (FOR) afgeschaft?

Sinds 1 januari 2023 kun je geen oudedagsreserve meer opbouwen. Het kabinet heeft de deze afgeschaft om te voorkomen dat ondernemers de fiscale oudedagsreserve gebruiken om belastinguitstel te krijgen. De oudedagsreserve die tot en met 31 december 2022 is opgebouwd kan nog volgens de huidige regels worden afgewikkeld. Dat betekent dat het op de ondernemingsbalans kan blijven staan en in de toekomst kan worden aangewend voor het bedingen van een kwalificerende lijfrente, dan wel dat uiterlijk bij staking van de onderneming over die reserve moet worden afgerekend. Ook met deze maatregelen wil het kabinet zorgen voor een gelijkere belastingheffing tussen werknemers, zelfstandig ondernemers en aandeelhouders.

 

  1. Hoe wordt verder invulling gegeven aan het element ‘zelfstandig ondernemerschap?

In de huidige jurisprudentie wordt gekeken naar contra-indicaties voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Die zijn voor een deel in het Handboek Loonheffingen opgenomen. Enkele voorbeelden zijn (1) het uitvoeren van werk op basis van een resultaatverplichting, (2) specifieke kennis en expertise van de werkende die werknemers binnen de organisatie niet hebben en (3) dat de werkende een substantieel hogere beloning krijgt dan werknemers die soortgelijk werk doen in loondienst. De komende tijd zal met sociale partners, experts en stakeholders uitgewerkt worden welke feiten en omstandigheden wijzen op het werken als zelfstandig ondernemer en hoe deze contra-indicaties gewicht kunnen krijgen in het beoordelen van de arbeidsrelatie.

 

  1. Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot het handhavingsmoratorium?

In de periode januari tot en met oktober 2022 zijn 275 bedrijfsbezoeken en 200 boekenonderzoeken uitgevoerd inzake de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Mede vanwege de beperkte kwantitatieve capaciteit en de complexiteit van het beoordelen van de arbeidsrelatie is het voor de Belastingdienst ingewikkeld om effectief op te treden bij schijnzelfstandigheid. Daarentegen zijn er extra medewerkers opgeleid en beschikt de Belastingdienst momenteel over 80 FTE voor handhaving.

  1. Welke plannen heeft het kabinet voor het handhavingsmoratorium?

In de kabinetsreactie op de rapporten van de Algemene Rekenkamer en Auditdienst Rijk heeft het kabinet de ambitie uitgesproken om deze handhaving op korte termijn te verbeteren en uiterlijk op 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium volledig op te heffen. In aanloop naar 1 januari 2025 zal de Belastingdienst extra aandacht schenken aan de communicatie omtrent handhaving. Daarin zullen ook de gevolgen voor opdrachtgevers en opdrachtnemers van de beoogde opheffing en de (financiële) risico’s die zij lopen worden benoemd.

 

  1. Wat als er bij een controle sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking, maar geen sprake van kwaadwillendheid?

Dan zal de Belastingdienst aanwijzingen geven waar je mee aan de slag kan gaan. Opdrachtgever en opdrachtnemer krijgen doorgaans drie maanden de tijd om de aanwijzingen op te volgen. Wordt dit onvoldoende opgevolgd, dan zal de Belastingdienst correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen opleggen.


HR-techbedrijf ProUnity van HeadFirst Group wint omvangrijke raamovereenkomst met Smals voor externe inhuur in België

De ICT-dienstenorganisatie van Belgische publieke instellingen Smals gunt de raamovereenkomst voor het vinden en beheren van externe ICT-professionals aan ProUnity, het Belgische HR-techbedrijf dat onderdeel is van HeadFirst Group. De raamovereenkomst is ingegaan op 1 januari 2023 en heeft een looptijd van vier jaar. Simone Groeneveld, Director MSP services bij HeadFirst Group: “Dit biedt grote kansen voor zzp’ers en detacheerders in de Benelux om hun kennis aan te bieden aan tientallen Belgische overheidsorganisaties.”

“De Belgische overheden investeren fors in technologie en innovatie, met het oog op een betere dienstverlening aan burgers en ondernemingen. Om dit te ondersteunen gaat Smals dit jaar op zoek naar zo’n 400 nieuwe medewerkers. Tegelijk vullen we onze projecten en diensten aan met tijdelijke ICT-expertise. Met ProUnity geven we een grote groep professionals een toegangspoort te werken aan uitdagende opdrachten, in allerlei domeinen, met gelijke kansen voor iedereen”, licht Donald De Keyser, Management Controller bij Smals, toe.

Mooie kansen voor professionals
Nu al publiceren een vijftigtal overheidsorganisaties dagelijks opdrachten op het ProUnity-platform. Tot de huidige gebruikers behoren onder andere het Federaal Parlement, de Federale overheidsdiensten van Financiën, Justitie, Binnenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, de Waalse overheid, en ook Sciensano, RIZIV, RVA, Forem, Actiris, de Federale Politie en het Centrum voor Cyber Security.

ProUnity maakt de toegang tot deze opdrachten snel en eenvoudig voor een aanbod van professionals, zzp’ers en in dienst van detacheerders, in de Benelux. Door slim gebruik te maken van de combinatie van zijn uitgebreide marktplaats en VMS-platform kunnen hun talent inzetten bij Smals en haar leden. Het ProUnity-platform bewaakt de volledige samenwerking, vanaf de publicatie van nieuwe opdrachten en het beheer van de contracten en tijdsregistratie tot rapportering en facturering, met strikte inachtneming van de Belgische fiscale en sociale wetgeving.

“ProUnity is een innovatief techbedrijf, met gevoel voor persoonlijke aanpak. Deze perfecte balans tussen tech en touch is essentieel in onze dienstverlening en branche”, licht Simone Groeneveld toe. “Toen we ProUnity in juli 2022 in onze groep verwelkomden, wisten we dat ze in staat waren tot dit soort commerciële successen. Een groot compliment voor het ProUnity-team. Dit is een belangrijke stap in onze verder reikende strategie richting een internationale platformorganisatie.”


Tariefstijging van vier tot zes procent voor zzp’ers en gedetacheerden in 2023

Uurtarieven in 2022 met 3,8 procent minder hard gestegen dan verwacht

De uurtarieven van flexibel werkenden, zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders, zijn in 2022 gemiddeld 3,8 procent gestegen. Een stuk minder hard dan, onder druk van schaarste en inflatie, voorspeld werd. Dit blijkt uit analyse van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group. In 2023 verwachten zij een gemiddelde tariefstijging van vier tot zes procent.


De gemiddelde afgesproken loonsverhoging kwam aan het eind van 2022 uit op 3,8 procent, blijkt uit cijfers van de arbeidsvoorwaardenadviseur van Nederlandse werkgevers AWVN. De stijging voor professionals in dienst van detacheerders lag volgens De Vereniging van Nederlandse Detacheerders beduidend hoger, zij deelden een gemiddelde tariefstijging van zeven procent om de actuele inflatie door te berekenen. De inhuurdata van HeadFirst Group komt overeen met de AWVN-cijfers. Professionals die in 2022 aan een nieuwe opdracht zijn gestart ervaarden een stijging van 3,8 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Het gemiddelde uurtarief van hoogopgeleide zzp’ers ligt momenteel op €92,15.

Opvallend is dat de gemiddelde groei van het gerealiseerde uurtarief in 2022 hoger is dan de gemiddelde groei van de tarieven aangeboden op opdrachten: namelijk 3,8 procent en 2,9 procent. In 2021 was dit precies andersom met 2,6 procent en 4 procent. Marion van Happen, CEO HeadFirst Group, licht toe: “Dit schept het beeld dat opdrachtgevers in 2022 kwaliteit boven het uurtarief verkozen, als gevolg van de aanhoudende schaarste. Partijen en individuen die dat durven houden zichzelf in de game en blijven wendbaar. Want ondanks dat er gesproken wordt over een flinke economische recessie, blijft de werkloosheid dalen en de werkgelegenheid stijgen.”

Uurtarieven behouden gelijke tred
De loonsverhogingen zullen aanhouden in 2023, maar door inflatie- en winstdalingen bij werkgevers en de angst voor een milde recessie zal deze naar verwachting tussen de 4 en 6 procent zijn. Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter van Intelligence Group zegt hierover: “Alsnog een aanzienlijke groei, net iets hoger dan vorig jaar, aangezien er sprake is van een vertragend effect uit 2022. Het CBS verwacht in maart 2023 een stevige inflatiecorrectie, doordat zij verkeerde variabelen meenemen in hun analyses. Hierdoor zal de koopkrachtdaling minder groot zijn dan nu wordt verwacht.”

De uurtarieven van professionals houden daarmee gelijke tred met de CAO-ontwikkelingen. “Opdrachtgevers nemen geen rigoureuze stappen om tarieven op lopende opdrachten op grote schaal te indexeren. Ze kiezen voor een performance based aanpak: alleen professionals met goede prestaties en een uurtarief dat onder het marktgemiddelde ligt, worden geïndexeerd”, aldus Van Happen.


Flex & politiek in 2023: Het jaar van beraad en (on)duidelijkheid

Nederland telt op dit moment meer dan 1,6 miljoen zzp’ers. Het is de snelst groeiende groep werkenden op de Nederlandse arbeidsmarkt, met een aandeel van ruim 17% van de Nederlandse werkzame beroepsbevolking. Aangejaagd door de schaarste op de arbeidsmarkt, de roep – van met name de jongere generatie – om vrijheid en flexibiliteit en ondersteund door platformtechnologie lijkt deze ontwikkeling alleen maar te versnellen. De voorgenomen plannen van Karien van Gennip, minister Sociale Zaken en Werkgelegenheid, lijken hier haaks op te staan. Wat voor gevolgen zullen die hebben voor de (flexibele) arbeidsmarkt in 2023? Sem Overduin, Public Affairs Officer HeadFirst Group, waagde zich bij ZiPconomy aan een voorspelling.

“Tot 15 maart zal men in politiek Den Haag druk bezig zijn met de Provinciale Statenverkiezingen. Logischerwijs wordt dit een belangrijk moment voor de onderlinge machtsverhoudingen in Den Haag. Het CDA dat wellicht gedecimeerd wordt en een coalitie die nóg minder zetels heeft in de Eerste Kamer? Dit zal serieuze gevolgen hebben voor de slagkracht van het huidige kabinet.

Los van de verkiezingsuitslag heeft de Kamerbrief van 16 december 2022 voor beweging gezorgd. In 2023 zal er veel onderhandeld en gedebatteerd worden over de uitwerking van al die plannen. De Bovib moet aan de juiste tafels zitten om input te leveren.

Opdrachtgevers zullen zich achter de oren krabben en afvragen wat er wel en vooral ook niet mag met betrekking tot het inhuren van zzp’ers. Onze leden zullen dan ook veel vragen krijgen. De Bovib moet constant de vertaalslag maken tussen de Haagse werkelijkheid en de realiteit op de werkvloer. Een kans voor de intermediaire branche om zich verder te ontwikkelen en als professionele gesprekspartner op te treden richting Den Haag en onze opdrachtgevers.”

Ben jij al bekend met de 3 sporen om de balans te herstellen in de huidige arbeidsmarkt? Wat betekenen de ontwikkelingen rondom het zzp-dossier voor jou als opdrachtgever? Tijdens de Webinar Week – een initiatief van Werf& en ZiPconomy – geven Business Development Director Paul Oldenburg en Public Affairs Officer Sem Overduin een kijkje achter te schermen bij de Tweede Kamer en bieden zij inzicht in welke mogelijkheden dit overlaat voor jouw organisatie om succesvol én compliant samen te werken met zzp’ers. Meld je hier aan om op dinsdag 7 februari om 11.15 uur mee te luisteren.


Talent Monitor: Tariefontwikkeling professionals 2023

Tariefontwikkeling professionals 2023

In deze editie van de Talent Monitor blikken we terug op de ontwikkelingen in 2022 en spreken de nodige verwachtingen uit voor 2023.

Download rapport

Tariefstijging van vier tot zes procent voor zzp’ers en gedetacheerden in 2023

De uurtarieven van flexibel werkenden, zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders, zijn in 2022 gemiddeld 3,8 procent gestegen. Dit is een stuk minder hard dan, onder druk van schaarste en inflatie, voorspeld werd. Dit blijkt uit analyse van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group. In 2023 verwachten zij een gemiddelde tariefstijging van vier tot zes procent.

Lees hier het hele persbericht

Belangrijkste bevindingen

  • In het afgelopen jaar zijn er 127.000 nieuwe zzp’ers op de markt gekomen. Het is daarmee de snelst groeiende groep werkenden op de Nederlandse arbeidsmarkt, met inmiddels een aandeel van ruim 10% van de Nederlandse beroepsbevolking.
  • Uit cijfers van Intelligence Group blijkt dat slechts 10,5% van de hoogopgeleide zzp’ers terug wil in loondienst. Begin 2021 was dit nog 17%.
  • In 2023 neemt het aanbod van professionals toe, onder andere vanwege de enorme groei van hoogopgeleide zzp’ers (zelfstandig professionals). Hoewel het aanbod van actief werkzoekenden nog steeds bijzonder laag is, is de verwachting dat het aantal aanbiedingen op opdrachten licht stijgt en de banken van detacheerders in het begin van 2023 – in beroepsgroepen zoals IT en marketing – iets gevulder zijn dan een jaar geleden.
  • Uit data van HeadFirst Group blijkt dat de tarieven van professionals die aan een nieuwe opdracht startten in 2022 gemiddeld met 3,8% gestegen zijn ten opzichte van 2021. Indien ook de verlengde overeenkomsten worden meegerekend in het gemiddelde tarief, dan is de gemiddelde tariefstijging een klein procentpunt lager op 3,1%. Deze daling komt doordat verlengingen veelal tegen hetzelfde tarief gaan, terwijl nieuwe opdrachten tegen een hoger tarief worden afgesloten.
  • De hoogste tariefstijging was waarneembaar in het eerste kwartaal van het jaar. In de opvolgende kwartalen was de stijging minder groot, terwijl de schaarste en inflatie verder toenam.
  • Indien we uitgaan van de verwachte stijging van CAO’s in 2023, zullen de uurtarieven van zelfstandig professionals in 2023 gemiddeld tussen de 4 á 6% stijgen. De afgesproken loonsverhoging voor vast personeel en tariefstijgingen voor zelfstandig professionals zullen niet veel van elkaar verschillen.
    • Uurtarieven volgen en houden gelijke tred met de CAO-ontwikkelingen. Het jaargemiddelde voor 2022 komt nu uit op 3,6%, al versnelde de loonafspraken zich in november 2022 naar 6,4%.
    • Detacheerders zullen, indien contracten en SLA’s dit toestaan, tarieven iets sterker laten oplopen om de actuele inflatie door te berekenen.
    • Opdrachtgevers nemen geen rigoureuze stappen om tarieven van professionals op lopende opdrachten op grote schaal te indexeren. Ze kiezen voor een performance based aanpak: professionals waarvan het tarief in lijn is met de prestaties, worden tussentijds niet of nauwelijks geïndexeerd. Professionals met goede prestaties en een uurtarief dat onder het marktgemiddelde ligt, worden wel – of in ieder geval eerder – geïndexeerd.

Partner

Download Talent Monitor

Met het downloaden van de Talent Monitor ga je akkoord dat jouw gegevens worden gedeeld met mede-initiatiefnemer Intelligence Group.

Andere rapporten...


Kabinet, houd rekening met álle werkenden op de arbeidsmarkt

Op vrijdag 16 december presenteerden minister Van Gennip (SZW) en staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) de ‘Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n)’ aan de Tweede Kamer. Tal van onderwerpen komen in de brief aan bod, zoals een rechtsvermoeden van werknemerschap onder een bepaald uurtarief, het handhavingsmoratorium van de wet DBA en de verduidelijking van het gezagscriterium. Veel moet de komende tijd nog uitgewerkt worden, maar naar aanleiding van de voorgestelde plannen voor het zzp-dossier kom ik graag met een reactie.

 

Erkenning van het zelfstandig ondernemerschap
Op de eerste pagina’s van de brief wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het belang van het zelfstandig ondernemerschap voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Ik ben blij dat het kabinet erkenning heeft voor de positie en toegevoegde waarde van zelfstandigen. Zelfstandigen leveren met hun kennis en expertise een belangrijke bijdrage aan het oplossen van vraagstukken bij tal van organisaties. De zelfstandige IT-professional of projectmanager is niet meer weg te denken van onze arbeidsmarkt. Keer op keer toont onderzoek aan dat het merendeel van de zzp-populatie zeer tevreden is over hun werkomstandigheden, salaris en gevoel van autonomie. Dat is een ontwikkeling die wij moeten koesteren.

 

De zoektocht naar de juiste balans tussen de elementen
Tegelijkertijd sta ik kritisch tegenover enkele plannen. Zo is het kabinet voornemens om het gezagscriterium te verduidelijken door het criterium ‘inbedding in de organisatie’ nadrukkelijker te verankeren bij het beoordelen van de arbeidsrelatie. In een eerdere column liet ik al doorschemeren dat de verduidelijking van het gezagscriterium een heet hangijzer blijft in de discussie. Ik blijf van mening dat het erg complex wordt om inbedding in de organisatie duidelijk te definiëren. Wanneer is een werkende ‘ingebed in de organisatie’? En welke taken horen bij ‘de reguliere werkzaamheden van een organisatie’? Deze discussie is eerder gevoerd en destijds ook niet beslecht. Veel zzp’ers zijn werkzaam in de IT, HR of projectmanagement en min of meer ingebed in de organisatie. Is dit straks niet meer mogelijk? Het gaat ongetwijfeld onrust veroorzaken bij opdrachtgevers, intermediairs en zzp’ers. Gezien het tekort aan – en tegelijkertijd de grote vraag naar – specialistisch personeel lijkt mij die onrust zeer ongewenst. We hebben op dit moment juist regels nodig die mobiliteit op de arbeidsmarkt en het zelfstandig ondernemerschap stimuleren en faciliteren. Ik blijf dan ook groot voorstander van een pluriforme arbeidsmarkt met verschillende contractvormen. Een arbeidsmarkt waar mensen de ruimte krijgen om zelf hun werk in te richten. Ik ben ervan overtuigd dat dit een positief effect zal hebben op de productiviteit en het werkgeluk van werkenden en dat dit zal resulteren in een innovatievere en beter functionerende arbeidsmarkt.

Een ander element dat meer aandacht gaat krijgen bij het bepalen van de arbeidsrelatie is het zelfstandig ondernemerschap van de werkende. In de Kamerbrief lees ik terug dat inbedding in de organisatie niet direct hoeft te betekenen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dat het kabinet zoekt naar balans in het bepalen van de arbeidsrelatie stemt mij positief. We moeten mijns inziens niet alleen kijken naar de opdracht die wordt uitgevoerd, maar ook naar het individu. Duidelijke ondernemerscriteria, zoals de hoogte van het tarief en specialistische kennis zijn bij uitstek criteria om mee te nemen in de beoordeling van de arbeidsrelatie. Door de juiste feiten en omstandigheden te toetsen wordt het onderscheid tussen werknemer en zelfstandige vanzelf duidelijker. Duidelijke ondernemerscriteria zullen daarbij ook de Belastingdienst helpen om effectief te handhaven.

 

Kansen voor de intermediaire branche
De komende maanden worden de plannen verder uitgewerkt in overleg met stakeholders, experts en sociale partners. De uitgestoken hand van het kabinet om dit gezamenlijk met marktpartijen op te pakken stemt mij tevreden. Een sterke coalitie van brancheverenigingen (ABU, NBBU, I-ZO, VvDN, RIM en Bovib) lijkt mij voor het kabinet, de Belastingdienst en beleidsmakers een prettige en deskundige gesprekspartner. Door de dagelijkse praktijk naar Den Haag te brengen kunnen duidelijke en toetsbare ondernemerscriteria opgesteld worden. De leden van deze brancheverenigingen zijn bij uitstek de specialisten als het gaat om het organiseren van de externe inhuur en het contracteren van zzp’ers. Gebruik daarom hun kennis en expertise!

Er is ook een mooie kans weggelegd voor intermediairs. De veranderingen die in het verschiet liggen bieden de mogelijkheid om de relatie met opdrachtnemers, leveranciers en opdrachtgevers verder te professionaliseren. Door zowel de vraag- als aanbodzijde van de arbeidsmarkt te adviseren en ondersteunen bij het voldoen aan veranderende wet- en regelgeving. Door hen te helpen bij het opstellen of het verder ontwikkelen van hun inhuurbeleid. Bij HeadFirst Group zijn we ons bewust van de uitdagingen die op ons afkomen. Tegelijkertijd maakt ons dat onmisbaar in een dynamische, pluriforme en snel veranderende arbeidsmarkt. Nieuwe regels dwingen ons om aan te passen. Het is de kunst om onze relaties daar succesvol in mee te nemen.


‘Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n)’ - drie hoofdlijnen toegelicht

Karien van Gennip, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heeft op 16 december 2022 de ‘Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n)’ gedeeld met de Tweede Kamer. De brief bouwt voort op de hoofdlijnenbrief arbeidsmarkt van 5 juli 2022. De minister zet alle plannen uiteen aan de hand van drie lijnen: een gelijker speelveld, verduidelijking van de beoordeling van arbeidsrelaties en verbetering van handhaving op schijnzelfstandigheid.

De arbeidsmarkt is aan onderhoud toe. De afgelopen jaren is de groep zelfstandigen gegroeid en verwacht wordt dat deze groei doorzet. Het kabinet signaleert dat dit leidt tot beperkte bescherming tegen arbeidsongeschiktheid, minder controle op arbeidsomstandigheden en een ontoereikend aanvullend pensioen. Met name bij kwetsbare zelfstandigen. Daarnaast is er veel onduidelijkheid over de geldende regels. Daarom wil het kabinet met maatregelen de problematiek aanpakken aan de hand van drie lijnen:

  1. Een gelijker speelveld – Richt zich op alle contractvormen met betrekking tot sociale zekerheid en fiscaliteit. Om dit te bewerkstelligen wordt de zelfstandigenaftrek versneld afgebouwd, van €6.310,- in 2022 naar €900,- in 2027. Daarnaast stelt de minister voor de fiscale oudedagsreserve (FOR) uit te faseren. De fiscale reservering biedt niet de zekerheid dat er daadwerkelijk genoten kan worden van de oudedagsvoorziening. Het uitfaseren voorkomt tevens het gebruik van de FOR voor belastinguitstel en noopt zelfstandigen ertoe reële oudedagsvoorzieningen buiten hun onderneming onder te brengen. Als het aan het kabinet ligt komt er ook een verplichte arbeidsongeschiktheid verzekering (AOV) voor zelfstandigen. Hierover volgt in het eerste kwartaal van 2023 meer informatie.
  2. Verduidelijking van de beoordeling van arbeidsrelaties – De verduidelijking van de beoordeling moet ervoor zorgen dat het eenvoudiger wordt om direct bij aanvang de juiste juridische vorm van een arbeidsrelatie overeen te komen. Het kabinet wil daarom invulling geven aan de open norm ‘werken in dienst van’ (art. 7:610 BW). De nadruk ligt op de klassieke elementen van ondergeschiktheid, zoals het geven van instructies en houden van toezicht. Daar voegt het kabinet aan toe dat ‘werken in dienst van’ ook aan de orde is indien het werk organisatorisch is ingebed in de onderneming van de werkgevende. Daarnaast wordt het van belang of er sprake is van zelfstandig ondernemerschap. Het element zelfstandig ondernemerschap kan een belangrijke contra-indicatie zijn voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Deze drie hoofdelementen en hun onderlinge samenhang worden in de komende tijd verder uitgewerkt.Verder moet er een weerlegbaar rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst komen om de onderhandelingspositie van werkenden te ondersteunen. Het civielrechtelijke rechtsvermoeden van werknemerschap wordt gebaseerd op een nader te bepalen uurtarief. Het is aan de werkgevende om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Indien werkende en werkgevende er niet uit komen kan de werkende naar de rechter stappen. Tevens wordt de webmodule beoordeling arbeidsrelaties doorontwikkeld om aan te sluiten bij de nieuwe wet- en regelgeving.
  3. Verbetering van handhaving op schijnzelfstandigheid – Op uiterlijk 1 januari 2025 moet het handhavingsmoratorium opgeheven worden. Het kabinet acht handhaving noodzakelijk voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt en houdbaar belasting- en socialezekerheidsstelsel. Het centrale uitgangspunt in de strategie van de Belastingdienst wordt dat burgers en bedrijven “zoveel mogelijk uit zichzelf regels naleven, zonder dwingende en kostbare acties van de zijde van de Belastingdienst”. Hierbij acht de Belastingdienst een goede samenwerking tussen markt en de dienst van groot belang. Een belangrijk onderdeel van de nieuwe aanpak is het stroomlijnen van de interne én externe communicatie omtrent de handhaving. Daarnaast wordt verkend of het mogelijk is vooroverleg op brancheniveau te organiseren, zodat de situatie werkbaar wordt voor de branches en de dienst.

De komende maanden worden de details verder uitgewerkt. Daarbij is ruimte voor de sociale partners en de markt om mee te denken. Het plan is om in het eerste kwartaal van 2023 een debat in te plannen over deze Kamerbrief. Vervolgens zal er een conceptwetsvoorstel gepresenteerd worden aan de markt door middel van een internetconsultatie. Na de zomer wil de minister het naar de Raad van State sturen, zodat het uiteindelijke voorstel begin 2024 aan de Kamer kan worden voorgelegd. Het streven is om de wetgeving voor 1 januari 2025 te publiceren. Dit sluit goed aan op het opheffen van het handhavingsmoratorium op diezelfde datum.