Belangrijk om diverse groepen zelfstandigen niet over een kam te scheren

In het eerste coronajaar waren er 130.000 meer werkenden dan in 2019 bij wie het arbeidsinkomen minstens tien procent daalde. Met name flexibele arbeidskrachten en zelfstandigen kregen te maken met een achterblijvende groei van het arbeidsinkomen, meldt NU.nl naar aanleiding van het CPB-onderzoek ‘Ontwikkeling van het arbeidsinkomen tijdens corona’. Een belangrijke nuance: dat geldt niet voor alle zelfstandigen.

Impact COVID-19 op externe inhuur
De impact van corona op hoogopgeleide zzp’ers in 2020 was minimaal. Vanzelfsprekend zagen we in het beginsel een terugslag in nieuwe inhuuraanvragen en gewerkte uren. Gelukkig zette de positieve trend zich vanaf mei voorzichtig in. Ook het aantal professionals waarvan de opdracht concreet beëindigd is, is zeer beperkt gebleven.

Drie redenen liggen hieraan ten grondslag; 1) hoogopgeleide zzp’ers kunnen werkzaamheden bij opdrachtgevers grotendeels op afstand uitvoeren, 2) zij zijn vaak werkzaam in bedrijfskritische processen van organisaties, met als resultaat dat deze projecten gewoon doorliepen en 3) overheidsorganisaties maken veel gebruik van externen, zij bleken ten tijde van de coronacrisis een stabiele inhuurder.

Belang van hervormingen
Volgens het CPB tonen de gepubliceerde cijfers aan dat het belangrijk is om de arbeidsmarkt te hervormen, centraal daarbij kunnen staan het verkleinen van het onderscheid tussen vast en flexibel werk en het bevorderen van economische zelfstandigheid. Om de juiste keuzes hieromtrent te maken zijn feiten en goed geïnterpreteerde cijfers onmisbaar. Een voorbeeld: de spreiding van welvaart onder zzp’ers is groter dan bij werknemers, bijvoorbeeld op het gebied van het jaarinkomen en de financiële buffer. Zzp’ers zijn zowel oververtegenwoordigd in de lagere inkomensklassen (minder dan €20.000 per jaar) als in de hogere inkomensklassen (meer dan €50.000 per jaar).

Wél zorg voor kwetsbare zzp’er
HeadFirst Group omarmt de plannen om (gedwongen) zelfstandigen met lagere uurtarieven en kleine financiële buffers te beschermen, bijvoorbeeld tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Tegelijkertijd mag wetgeving geen negatieve impact hebben op de groeiende groep hoogopgeleide professionals, die hun eigen arbeid verkopen aan opdrachtgevers en bewust kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap. Maatwerk is dus essentieel om kwetsbare zzp’ers te beschermen en tegelijkertijd innovatie en ondernemerschap te faciliteren.

In het rapport ‘De zzp’er bestaat wél. Feiten over zelfstandigen zonder personeel.’ – dat door onafhankelijk kennisplatform ZiPconomy is opgesteld – zet HeadFirst Group waardevolle feiten, cijfers en inzichten over de zzp’er op een rij. Het is gratis te downloaden via de hfgroup.headfirst.group website.


Haagse update: richtlijnen vanuit de EU en een hoofdlijnendebat over de arbeidsmarkt

Het nieuw kabinet is inmiddels al een tijd van start, er ligt een ambitieus coalitieakkoord op tafel en de nieuwe bewindspersonen zijn inmiddels redelijk ingewerkt. Dat is te merken in Den Haag. Ambtenaren zijn druk bezig met het schrijven van beleidsplannen en ook de Tweede Kamer gaat weer regelmatig met elkaar in debat. Een mooi moment om jullie even kort mee te nemen in de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen van de afgelopen weken.

EU-voorstel platformwerk

Het is duidelijk dat Brussel zich steeds nadrukkelijker gaat bemoeien met nationale aangelegenheden en vraagstukken. Niet geheel verrassend kwam vorig jaar december de Europese Commissie met een voorstel om platformwerkers beter te beschermen. Het geduld met Uber en Deliveroo is in Brussel al geruime tijd op en in de nieuwe richtlijn eist de Europese Commissie dat platformwerkers dezelfde rechten en plichten krijgen als werknemers. Aangezien het vraagstuk omtrent platformwerk in meerdere Europese landen speelt, pakt Brussel nu de handschoen op om met duidelijke richtlijnen en criteria te komen die verheldering moeten brengen over de kwalificatie van de arbeidsrelatie.
In het voorstel worden vijf criteria opgesteld om te bepalen of er sprake is van werknemerschap of zzp-schap. Deze zijn als volgt:
1. Het platform bepaalt de beloning van de werkende;
2. Het platform stelt eisen aan het uiterlijk van de werkende (hij moet bijvoorbeeld een uniform dragen);
3. Het platform monitort de prestaties van de werkende via digitale middelen;
4. Het platform bepaalt de werktijden;
5. Het platform beperkt de mogelijkheden van de werkende om voor anderen te werken.

Mocht in de praktijk blijven dat er sprake is van twee of meer criteria, dan is het aan het platform om te bewijzen dat er toch sprake is van een zzp’er in plaats van een werknemer. Volgens berekeningen van de Europese Unie zal dit grote gevolgen hebben voor de Nederlandse schatkist, omdat geprofiteerd kan worden van miljarden aan belastingopbrengsten en sociale zekerheidspremies.

Nu zijn er wel wat fundamentele vragen die gesteld moeten worden bij dit voorstel en de hele discussie omtrent platformwerk. Want wat is nou eigenlijk de definitie van een platform? En gaat dit voorstel alleen over de aanpak van schijnzelfstandigheid bij platformwerkers, of gaat dit voorstel over de bemiddeling en classificatie van zelfstandigen in zijn algemeenheid? Afgelopen weken werd in ieder geval duidelijk dat alle politieke partijen het er over eens zijn dat dit voorstel effect gaat hebben op het zzp-vraagstuk in Nederland. De discussie wanneer er sprake is van een échte zzp’er speelt al langer in Nederland en vele pogingen om hier helderheid over te verschaffen zijn inmiddels gestrand en in de ijskast gezet. Die vermoeidheid is een extra reden om alert te zijn, omdat Den Haag niet te makkelijk akkoord moet gaan met dit voorstel en duidelijk de grens moet bewaken tussen kwetsbare platformwerkers en échte zelfstandigen. De kans is aannemelijk dat publieke rechtelijke instanties zoals de Belastingdienst en de Arbeidsinspectie deze criteria mogen gaan gebruiken om het vermoeden van werknemerschap te gaan toetsen en handhaven. Dat geeft direct aan dat het voorstel zich niet enkel richt op het beschermen van de kwetsbare platformwerker, maar dat het ook publiekrechtelijke instanties handvatten geeft om te starten met handhaving. We zullen daarom de ontwikkelingen op de voet moeten volgen en in een zo vroeg mogelijk stadium Kamerleden op de hoogte brengen van onze belangen en zorgen.

Hoofdlijnendebat Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Op donderdag 17 februari ging de Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid in debat met de nieuwe ministers van SZW over de plannen uit het coalitieakkoord. Diverse thema’s kwamen in het debat aan bod en met 19 fracties ging het af en toe alle kanten op. Gelukkig was er tijdens het debat ook aandacht voor thema’s die voor ons van belang zijn, zoals de webmodule, het handhavingsmoratorium en duidelijkheid omtrent de inhuur van zelfstandigen.

Voorafgaand aan het debat hebben we als HeadFirst Group input geleverd en aan verschillende Kamerleden gevraagd om meer duidelijkheid te scheppen over de verdere ontwikkeling van de webmodule en handhaving van de wet DBA. Het was goed om te zien dat partijen hier tijdens het debat op terugkwamen. De markt snakt na al die jaren naar duidelijke en uitvoerbare regels.

Alhoewel de minister niet direct antwoord gaf op onze vragen waren er zeker wat lichtpuntjes. Zo gaf de minister zelf aan dat slechts een klein percentage werkenden op de arbeidsmarkt een ‘kwetsbare zzp’er’ is en dat we ons vooral moeten richten op die sectoren waar de kans op schijnzelfstandigheid het grootst is. Dit heeft raakvlak met het Belgische model waar we eerder een rapport over schreven met ZiPconomy en ONL en ook pleiten we al langer voor sectorale handhaving. Ook heeft de minister beloofd om voor de zomer met een ‘breed plan’ te komen over de hervorming van de arbeidsmarkt en dit in een brief uiteen te zetten en te delen met de Tweede Kamer.


Is 2022 het jaar van de TTA-doorbraak?

Organisaties hebben zich lang de luxe kunnen veroorloven het tekort aan vaste krachten op te vullen met tijdelijke, externe professionals. Die tijd is voorbij: ook op de flexibele arbeidsmarkt heerst op alle fronten schaarste. Uurtarieven stijgen hard: met gemiddeld 7%. Deze schaarste dwingt organisaties op een integrale manier te kijken naar de gehele arbeidspopulatie. Het werven, binden, motiveren en ontwikkelen van het juiste talent staat voorop. De contractvorm wordt minder en minder relevant. Zo zou 2022 best eens het jaar kunnen worden waarin Total Talent Acquisition (TTA) daadwerkelijk van de grond komt. Expert Alexander Crépin deelde op ZiPconomy zijn visie.

Start met een proeftuin

Een van de belangrijkste uitdagingen om met Total Talent Acquisition (TTA) aan de slag te kunnen, is het inrichten van één TTA-proces. Hoe zorg je ervoor dat alle openstaande posities in een ‘one-stop-shop’-wijze opgepakt worden en dat de inhuur- en het aannameprocessen geüniformeerd zijn? De stap vanuit de as-is situatie hiernaartoe is echter enorm. Het advies: begin klein, start een proeftuin. Dit kan aan de hand van slechts twee stappen:

  1. Begin met alle aanvragen op één centrale plek in behandeling te nemen. Dit zou je de TTA Desk kunnen noemen of het Instroom Service Punt (ISP).
  2. Ga vervolgens, in lijn met het Agile gedachtegoed, lerend met elkaar, multidisciplinair aan de slag. Dat biedt de mogelijkheid om pragmatisch resultaatgericht te werken en zo kan de expertise van alle stakeholders stap voor stap benut worden om de beoogde TTA-winst te behalen. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om eerst binnen een bepaalde afdeling en/of met een bepaald type rollen aan de slag te gaan. Kijk met elkaar hoe de twee instroomsporen ingericht kunnen worden om de positie klantgericht, efficiënt en effectief in te vullen.

Op de hier geschetste manier kunnen bestaande ‘best practices’ van recruitment en externe inhuur veel makkelijker samengebracht worden. Ook kan zonder een al te groot risico worden ervaren op welke wijze TTA het beste ingevuld kan worden om de instroom van talent te optimaliseren. Het voorkomt ook dat er direct in systemen en tools geïnvesteerd moeten worden, bijvoorbeeld voor integraties of de overstap naar een nieuwe oplossing die TTA beter ondersteunt. Dat zijn trajecten waar beter pas mee gestart kan worden als er een goed beeld is van de operationele implicaties van TTA.

Het gehele artikel van Alexander Crépin zijn hand kun je teruglezen op ZiPconomy


Weloverwogen daad bij het woord noodzakelijk bij uitvoering coalitieakkoord

Woensdag 15 december 2021 werd het langverwachte coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ gepresenteerd. Voor de arbeidsmarkt heeft het nieuwe kabinet een belangrijk doel: hervorming om lasten te verlagen, bestaanszekerheid verbeteren en armoede tegengaan. ‘Zodat werken loont, werkgeverschap en ondernemerschap aantrekkelijk blijft, ons welzijn stijgt en personeelstekorten in vitale sectoren opgevangen kunnen worden.’ Han Kolff, CEO HeadFirst Group, reageert op de voorgenomen plannen.

Rutte IV wil jaarlijks €500 miljoen investeren om ‘een aantal grote hervormingen’ door te voeren, waarbij de uitgangspunten van de Commissie Borstlap en het MLT-advies van de SER de leidraad vormen. Stevige rapporten en grotendeels goede plannen, maar nu begint het moeilijke: de uitvoering. Dat geldt ook voor het uitgangspunt ‘echte zelfstandigen worden ondersteund en ondernemerschap wordt gestimuleerd’, waar de verdere uitwerking van uitblijft. Het standpunt onderstreep ik van harte, maar het valt of staat bij het maken van de juiste keuzes. Om woorden om te kunnen zetten in daden is mankracht, kennis en een duidelijke visie nodig.

De huidige krapte op de arbeidsmarkt maakt deze uitdaging alleen maar groter. Overhaast generieke en ondoordachte plannen doorvoeren kan fatale gevolgen hebben. Dat zagen we bij de invoering van de wet DBA, toen veel zelfstandig professionals (zp’ers) inkomstenderving ondervonden door terughoudende opdrachtgevers. Sterker nog, veel zelfstandigen ondervinden nog steeds hinder: de onduidelijkheid heeft als gevolg dat het voor meer dan de helft moeilijker is geworden een geschikte opdracht te vinden. Dit komt bovenop de zp’ers, bijna 40 procent, waarvan de afgelopen jaren een opdracht voortijdig is beëindigd door de opdrachtgever vanwege zorgen en onduidelijkheid rondom wetgeving. Verdere toename kunnen we absoluut niet gebruiken. We hebben elke beroepsgroep, in welke contractvorm dan ook, de komende jaren keihard nodig.

Verdere ontwikkeling webmodule
Ondanks de nodige kritiek van brancheorganisaties en zzp-belangenbehartigers op de webmodule, ligt de focus voor de vervanging van de wet DBA voornamelijk op de verdere ontwikkeling van deze vragenlijst. Om zowel politiek als maatschappelijk draagvlak te creëren, is een cruciale stap dat de Tweede Kamer een inhoudelijk debat voert met Karien van Gennip en Marnix van Rij – bewindspersonen op Sociale Zaken en Financiën en sleutelspelers in deze discussie – over de pilotresultaten van de webmodule. De webmodule kan op voorhand zekerheid bieden, maar het is essentieel dat betrokken ambtenaren op het departement weer het gesprek opstarten met veldpartijen om de onderliggende systematiek van de vragen kritisch te bekijken en fundamentele aanpassingen door te voeren.

De uitkomst mag niet leiden tot verminderde inhuur van zelfstandigen, die niet hulpbehoevend zijn en niet op bescherming tegen schijnzelfstandigheid zitten te wachten. Dat benadruk ik met klem, want ook opdrachtgevers en intermediairs zijn niet gebaat bij onrust en onduidelijkheid. Voor situaties van tussenkomst is de webmodule niet gereed en is er ook geen pilotfase geweest. De intermediaire branche helpt graag bij de verdere ontwikkeling van een werkbare webmodule, zodat we onrust en vraaguitval van zzp’ers voorkomen.

Handhaving op arbeidsrelaties
Om ‘schijnzelfstandigheid tegen te gaan komt er betere publiekrechtelijke handhaving in het geval van het vermoeden van werknemerschap’. Handhaving op arbeidsrelaties kan, zoals we bespraken in een rondetafelgesprek met FNV Zelfstandigen, ONL voor Ondernemers en TNO, een belangrijke functie hebben voor de balans op de arbeidsmarkt. Van betekenis om kwetsbare en gedwongen zzp’ers te beschermen en zekerheid te bieden, tegelijkertijd moeten we oog houden voor de diversiteit van de zzp-populatie en bewuste zelfstandig ondernemers in het hogere segment de vrijheid geven om te ondernemen. Start de handhaving stapsgewijs op in de sectoren, waarvan we weten dat er veel kwetsbare zzp’ers werkzaam zijn tegen lagere uurtarieven. Het SER-advies biedt hiervoor houvast en houdt de arbeidsmarkt boven de €35,- open en werkbaar.

Blijf in gesprek met veldpartijen
Ik adviseer de politiek in gesprek te blijven met brancheorganisaties, intermediairs en zzp-belangenbehartigers. Dit zijn de specialisten als het gaat om het aan elkaar verbinden van vraag en aanbod op de versnipperde en zeer krappe arbeidsmarkt. Als één van de partijen die mensen van werk naar werk begeleidt en een bijdrage levert aan de duurzame inzetbaarheid van werkenden, dragen wij graag ons steentje bij. De komende jaren werken en – belangrijker nog – voeren we de plannen graag uit om serieus werk te maken van de arbeidsmarkt van morgen.


Rondetafelgesprek: de zzp’er bestaat wél

‘De zzp’er bestaat niet’ is een cliché dat de afgelopen jaren regelmatig terugkomt in het politiek-maatschappelijk debat. Het geeft aan dat de totale groep van meer dan één miljoen zelfstandigen zonder personeel zeer divers is. Dat maakt beleid ontwikkelen lastig. Om tot toekomstbestendig en uitvoerbaar beleid te komen zijn feiten en cijfers cruciaal. Daarom presenteerden ZiPconomy, HeadFirst Group en ONL voor Ondernemers het rapport ‘De zzp’er bestaat wél! Feiten over zelfstandigen zonder personeel’.

Welke feiten en cijfers springen in het oog? Wat zijn in een notendop de conclusies. Hugo-Jan Ruts (oprichter en hoofdredacteur van ZiPconomy) presenteerde de belangrijkste inzichten. En wat kunnen of moeten die betekenen voor het regeerakkoord en het beleid van een nieuw kabinet? In een rondetafelgesprek ging Frits Huffnagel (oprichter Castro Communicatie) daarover in gesprek met Irene van Hest (Sectorhoofd FNV Zelfstandigen), Ronald Dekker (Arbeidseconoom TNO), Han Kolff (CEO HeadFirst Group) en Hans Biesheuvel (Co-founder ONL.

Deelnemers waren uitgenodigd online aan te sluiten en hier actief aan mee te doen door vragen te stellen aan de tafelgasten en te reageren op stellingen en polls. Bekijk het rondetafelgesprek hieronder terug:

Over het rapport
Met het rapport ‘De zzp’er bestaat wél. Feiten over zelfstandigen zonder personeel’ – dat door onafhankelijk kennisplatform ZiPconomy is opgesteld – zetten HeadFirst Group en ONL voor Ondernemers waardevolle feiten, cijfers en inzichten over de zzp’er op een rij. Het doel: de heterogeniteit en diversiteit van de doelgroep in kaart brengen en het publieke debat over de arbeidsmarkt naar een hoger niveau tillen.


In 2022 tariefstijging van 7 procent voor zzp’ers en gedetacheerden

Flexibel werkenden, meer specifiek zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders, worden in 2022 naar verwachting gemiddeld 7 procent duurder. Een hoogopgeleide professional kan het uurtarief gemiddeld met 5 procent verhogen. Voor praktisch opgeleiden stijgt het uurtarief nog harder: 10 procent. Dit blijkt uit een door arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group ontwikkeld tariefvoorspellingsmodel voor 114 beroepen, dat zij dit jaar in samenwerking met HR-dienstverlener HeadFirst Group voor het eerst presenteert.

Opvallende tariefstijgingen en -dalingen
Binnen praktisch opgeleide beroepsgroepen worden de grootste stijgingen verwacht. Vooral bij machinemonteurs (44,6%), loodgieters en pijpfitters (36,7%), timmerlieden (32,6%), elektriciens en elektronicamonteurs (28,5%), assemblagemedewerkers (28,5%), land- en bosbouwers (25,8%), lassers en plaatwerkers (24,8%) en vrachtwagenchauffeurs (23,9%) spinnen garen bij de schaarste aan hun kunde. Onder hoogopgeleide professionals is het de elektrotechnisch ingenieur die het uurtarief het hardst kan laten of zien stijgen (>20%), gevolgd door managers in verkoop en marketing (15,3%) en ICT (14,3%). Ook databank- en netwerkspecialisten en technici bouwkunde en natuur kunnen verwachten dat hun tarieven met minimaal 10 procent omhooggaan.

Enkel de praktisch opgeleiden beroepsgroepen buschauffeurs en trambestuurders zien hun tarieven onder druk staan, met een kleine daling van 1,3 procent. Voor hoogopgeleiden geldt dat voor bibliothecarissen en conservatoren (2,6%) en managers logistiek (8,2%).

Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group: “Het is een lang gekoesterde wens om voorspellend vermogen te brengen in de uurtarieven van ingehuurde professionals. Dit biedt zzp’ers en detacheerders zicht op hun marktpositie, evengoed kunnen opdrachtgevers de prognose gebruiken om de inhuurkosten voor volgend jaar te budgetteren. Een volgende stap in het slim inzetten van data bij het organiseren van flexibele arbeid.”

Vacaturegraad van grote invloed
Het tariefvoorspellingsmodel is gebaseerd op negen factoren, waaronder de inkomensontwikkeling van zzp’ers, inflatie, economische groei en vacaturegraad. Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter Intelligence Group: “Tariefstijgingen worden primair verklaard door een constante jaar-op-jaar verhoging van 1,8 procent. Logischerwijs speelt inflatie daarin een belangrijke rol, maar ook de ontwikkeling van de vacaturegraad – het aantal openstaande vacatures per 1.000 banen – heeft invloed. Naarmate deze daalt of stijgt en dus de markt krapper of ruimer wordt ten opzichte van het jaar daarvoor, beweegt het tarief mee. Deze twee factoren verklaren grotendeels de variantie in het voorspellingsmodel.”

De Talent Monitor ‘Prognose tariefontwikkeling professionals 2022’ is gratis te downloaden op hfgroup.headfirst.group.

Over Intelligence Group
Intelligence Group is een Internationaal Data & Techbedrijf op het gebied van arbeidsmarkt- en recruitmentdata. Intelligence Group richt zich op het verzamelen, opslaan en verrijken van arbeidsmarkt gerelateerde data ten behoeve van de verbetering van de werving van personeel (of werknemers) door werkgevers en de employability/arbeidsmarktkansen van werknemers. Deze data worden in een grote diversiteit beschikbaar gesteld aan opdrachtgevers, via rapporten, dashboards en API’s.

Over HeadFirst Group
HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en het grootste platform voor tijdelijk werk voor professionals in Nederland. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruitment Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst en Between, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.


Tariefontwikkeling professionals 2022 – CEO Han Kolff in gesprek met BNR

In vrijwel alle beroepsgroepen wordt voor zzp’ers en professionals in dienst van detacheerders een stijging van het tarief voorspeld. Dit blijkt uit een door arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group ontwikkeld tariefvoorspellingsmodel voor 114 beroepen, dat zij dit jaar in samenwerking met HR-dienstverlener HeadFirst Group voor het eerst presenteert. Han Kolff, CEO van HeadFirst Group, sprak erover met BNR.

Flexibel personeel wordt komend jaar naar verwachting zo’n 7% duurder, met de nodige verschillen binnen de beroepsgroepen. ‘De grootste stijging verwachten we aan de praktische kant van de markt, met een gemiddelde stijging van 10%. Waar grote tekorten zijn aan vaklieden – zoals loodgieters, timmerlieden en assemblagemedewerkers – gaat het uurtarief zelfs met >20% omhoog.’

Vacaturegraad
‘Het is door schaarste, de inflatieontwikkeling en COVID-19 een exorbitant jaar om een voorspellingsmodel te ontwikkelen. Dat zijn hele belangrijke trends’, vertelt Kolff. ‘De vacaturegraad – het aantal openstaande vacatures per 1.000 banen van werknemers – is de grootste indicator die bepaald hoe de tarieven ontwikkelen. Als jaar-op-jaar het aantal vacatures toeneemt, dan is dat een teken van schaarste en zie je dat de tarieven daarop afgestemd zijn. Je zult voor gewilde professionals soms dus iets meer moeten betalen.’

Meer vrijheid
Kolff pleit voor meer vrijheid op de arbeidsmarkt. ‘Misschien dat andere wetgeving kan zorgen voor meer ruimte op de flexmarkt. Zzp’ers hebben het niet altijd makkelijk. Aan de onderkant van de markt moeten we mensen goed beschermen, zodat zij niet gedwongen voor een te lage prijs aan de slag gaan. En voor de bovenkant van de markt moet er vrijheid zijn om te ondernemen. De markt wordt afgestompt door de wetgeving, omdat het geen ruimte laat om verder te laten groeien.’

Volgens Kolff is het heel interessant om te kijken welke beroepen welke kant op gaan. ‘Maar de verdeling kan een stuk beter, mensen moeten beter begeleid worden van baan naar baan. Daar moeten we als Nederland op in blijven zetten.’

Over het rapport
Een langgekoesterde wens is in vervulling gegaan: uurtarieven voorspelbaar maken. We doen het in de Talent Monitor ‘Prognose tariefontwikkeling professionals 2022’! De volgende stap naar meer datadriven inhuren en een goede houvast voor zzp’ers en detacheerders op de flexmarkt die willen weten wat ze waard zijn. In het rapport doen we uitspraken over de verwachte tariefstijging/-daling in 114 beroepsgroepen, met daarbinnen extra aandacht voor 51 beroepsgroepen waarin veelal hoogopgeleide professionals actief zijn. Het rapport is gratis te downloaden via onze hfgroup.headfirst.group website.

CEO Han Kolff in gesprek met BNR – audiofragment


Talent Monitor: Prognose tariefontwikkeling professionals 2022

Talent Monitor: Prognose tariefontwikkeling professionals 2022

Arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group heeft een uniek tariefvoorspellingsmodel ontwikkeld, waarbij onder andere data van HeadFirst Group gebruikt is. Eind 2021 presenteerden we de eerste voorspelling, waarmee een jaarlijkse traditie begonnen is.

Download rapport

Hoogopgeleide professional gaat er gemiddeld 5% procent op vooruit

Zzp’ers en detacheerders van professionals hebben in 2022 een grote tariefstijging in het vooruitzicht. Gemiddeld kan een hoogopgeleide professional het uurtarief in 2022 met 5 procent verhogen. Binnen praktisch opgeleide beroepsgroepen worden de grootste stijgingen verwacht, met de machinemonteur als uitschieter. Hij gaat er naar verwachting 44,6% op vooruit. Over alle werkenden – van praktisch tot hoogopgeleid – is de gemiddelde verwachte stijging 7 procent. Lees hier het gehele persbericht

Belangrijkste constateringen

  • De verwachte tariefstijging in 2022 is gemiddeld 7%. Voor alle hoogopgeleide professionals ligt de verwachting op 5% en voor de meer praktische en operationele beroepen (blue collar) op minimaal 7%.
  • Inzoomend op het professionals-segment: alleen bij managers logistiek, bibliothecarissen en conservatoren ligt een tariefstijging niet in de lijn der verwachting. Het eerstgenoemde is wel een schaarse beroepsgroep, maar minder ten opzichte van vorig jaar. De grootste tariefstijgingen worden verwacht bij elektrotechnisch ingenieurs, managers verkoop en marketing, managers ICT, databank- en netwerkspecialisten en technici bouwkunde en natuur.
  • Kijkend naar het meer praktische en operationele segment: alleen bij zelfstandige buschauffeurs en trambestuurders wordt een kleine daling verwacht (-1,1%). De grootste stijgingen worden verwacht bij o.a. machinemonteurs, loodgieters en pijpfitters, timmerlieden, elektriciens en elektronicamonteurs, assemblagemedewerkers, land- en bosbouwers, lassers en plaatwerkers, en vrachtwagenchauffeurs.
  • Tariefstijgingen worden primair verklaard door een constante verhoging jaar-op-jaar van 1,8%. Gevoelsmatig is deze verhoging het meest logisch te verklaren door inflatie, maar dat is niet altijd de verklarende factor. Een tweede factor is de stijging of daling van de vacaturegraad in de beroepsgroep. Naarmate de vacaturegraad daalt of stijgt en dus de markt krapper of ruimer wordt ten opzichte van dat jaar daarvoor, beweegt het tarief mee. Deze twee factoren, verklaren voor 90,6% de variantie in het voorspellingsmodel.

Partner

Download Talent Monitor

Andere rapporten...


Internetconsulatie 'Wet minimumbeloning zelfstandigenverklaring' gestart

Maandag 28 oktober jl. hebben minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, staatssecretaris Snel van Financiën en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat een internetconsultatie aangekondigd. Het gaat om twee onderdelen uit de voorstellen die door het kabinet zijn aangekondigd ter vervanging van de Wet DBA; het minimumtarief van zelfstandigen en de zelfstandigenverklaring.

Maatregelen per 1 januari 2021

De eerste maatregel heeft betrekking op de onderkant van de markt en houdt in dat zzp’ers minimaal €16,- per uur moeten verdienen. Dit minimumtarief geldt voor alle uren die een zzp’er aan een opdracht besteedt. Hierbij is rekening gehouden met de besteding aan overige werkzaamheden, bijvoorbeeld administratie. Directe kosten, zoals materiaal, zijn exclusief. Zzp-ers die minder verdienen dan het minimumtarief worden niet beschouwd als zelfstandigen, maar als werknemers van de opdrachtgever.

De tweede maatregel is de zelfstandigenverklaring. Deze is bedoeld voor zelfstandigen met een tarief van minimaal € 75,-. Hiermee kunnen zij vooraf met de opdrachtgever afspreken dat ze als zelfstandige werken. Om de zelfstandigenverklaring te kunnen gebruiken, is een inschrijving bij de Kamer van Koophandel nodig. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, lopen zelfstandigen en opdrachtgevers maximaal een jaar geen risico op naheffing loonheffing en sociale premies. Daarnaast krijgen zij zoveel mogelijk zekerheid over arbeidsrechtelijke gevolgen.

Webmodule niet opgenomen

De webmodule, die zelfstandigen in overige gevallen kunnen gaan gebruiken, staat niet in dit conceptwetsvoorstel genoemd. Daar is namelijk geen wetswijziging voor nodig. Wel zijn de vragen uit de webmodule getoetst bij opdrachtgevers en brancheorganisaties. Doordat op de conceptversie veel kritiek werd geleverd, is de ingangsdatum van 1 januari 2020 uitgesteld. Het verwerken van de feedback kost niet alleen veel tijd, maar maakt de ontwikkeling van de webmodule een nog ingewikkeldere puzzel.

Internetconsultatie

De internetconsultatie houdt in dat het conceptwetsvoorstel zes weken – tot maandag 9 december – open staat voor reacties. Aan de hand van deze feedback kan het wetsvoorstel gereed worden gemaakt voor advies van de Raad van State en vervolgens voor de indiening aan de Tweede Kamer. De internetconsultatie vind u hier.


Talent Monitor: Total Talent Management

Talent Monitor: Total Talent Management

Wij stellen elk kwartaal – op basis van de recruitmentdata van Intelligence Group en de inhuurdata van HeadFirst Group – unieke inzichten over arbeidsmarkt gerelateerde thema’s ter beschikking in onze ‘Talent Monitor’.

Download rapport

Corona versnelt stijging aantal zzp’ers

In de eerste editie van de Talent Monitor kijken we naar Total Talent Management en wordt duidelijk dat corona de stijging van het aantal zzp’ers versnelt. Schaarste bij zowel vast en flex wordt steeds groter en de arbeidsmarkt kantelt volledig. Je leest hier meer over deze highlights.

Belangrijkste constateringen

Zoekgedrag zzp’ers
naar werk is vrijwel hetzelfde als werknemers.

Payrolling

is tien keer zo klein geworden in de laatste vier jaar.


Vanwege de onrust rondom de wet DBA

kiezen opdrachtgevers vaker voor de inzet van professionals via leveranciers, in plaats van zzp’ers.


Het tekort aan recruiters

gecombineerd met het tekort aan kandidaten en uitzendkrachten, maakt dat werkgevers meer moeten vertrouwen op werving op eigen kracht.

Veel uitzendkrachten

die hun baan zijn kwijtgeraakt gedurende corona, zijn zzp’er geworden of in vaste dienst gaan werken.


Platforms

hebben momenteel weinig impact in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van zzp’ers. Bureaus, social media en eigen netwerk spelen een grotere rol. De game changer moet nog opstaan.

Download Talent Monitor

We nemen je mee in de stand van de arbeidsmarkt en specifiek de verhoudingen tussen vast en flex


Andere rapporten...