DGA-constructie geen oplossing voor schijnzelfstandigheid

Met de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 komen er vragen naar voren bij zelfstandigen. “Kan ik doorgaan met de opdracht die ik nu uitvoer? Is het mogelijk om voor dezelfde opdrachtgever(s) te blijven werken?” Door de ontwikkelingen in wet- en regelgeving en de berichtgeving in de media zien veel zelfstandigen door de bomen het bos niet meer. Bovendien circuleert er onjuiste informatie over hoe je kunt voorkomen dat de Belastingdienst je aanmerkt als ‘schijnzelfstandige’. Een veelgenoemde constructie is als zelfstandige een bv oprichten en jezelf aanstellen als directeur-grootaandeelhouder (DGA). Er wordt gesuggereerd dat je via deze constructie niet langer als schijnzelfstandige wordt aangemerkt, maar dit is een misvatting. In dit artikel leggen we uit hoe de situatie werkelijk in elkaar zit.  

Andere tarieven

De Belastingdienst kent het begrip ‘zzp’ niet; fiscaal gezien wordt een zelfstandige zonder personeel gezien als een eenmanszaak of een besloten vennootschap (bv). Uit het rapport ‘Grip op het zzp-dossier‘, uitgevoerd door kennisplatform ZiPconomy in opdracht van HeadFirst Group en ONL voor Ondernemers, blijkt dat in 2023 één op de tien zzp’ers een bv had, terwijl negen op de tien een eenmanszaak hadden. Bij een eenmanszaak is de ondernemer persoonlijk aansprakelijk voor schulden van de onderneming. Bij een bv blijft deze aansprakelijkheid in principe bij de bv zelf en niet bij de bestuurders of aandeelhouders. Een bv oprichten kan ook fiscale voordelen opleveren, omdat er andere belastingtarieven gelden. Waar je bij een eenmanszaak inkomstenbelasting betaalt in box 1, betaal je bij een bv belasting in box 2. Wel is men het erover eens dat deze belastingvoordelen pas relevant worden bij een minimale jaarwinst van 100.000 tot 200.000 euro. 

Schijnzekerheid

Professionals en adviseurs adviseren op social media regelmatig zelfstandigen om een bv op te richten en zichzelf als directeur-grootaandeelhouder aan te stellen. Dit zou hen beschermen tegen de risico’s van schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst beoordeelt echter de aard van de arbeidsrelatie, ongeacht de juridische vorm. Het feit dat iemand via een bv werkt betekent niet automatisch dat er geen sprake kan zijn van schijnzelfstandigheid. Het draait uiteindelijk om de ‘feiten en omstandigheden bij de uitvoering van de werkzaamheden’. De praktische situatie is leidend, waardoor het van belang is om je daadwerkelijk als zelfstandig ondernemer te gedragen.  

Het Deliveroo-arrest

In het Deliveroo-arrest heeft de Hoge Raad tien belangrijke punten op een rij gezet om te bepalen of er sprake is van een echte arbeidsovereenkomst. Deze moeten altijd in samenhang worden bekeken; er is geen vaste volgorde of punt dat zwaarder weegt dan de ander. Het draait om het totaalplaatje van alle feiten en omstandigheden. Samen geven ze een goed beeld van de werkrelatie en bepalen ze of er sprake is van een arbeidscontract. Hier zijn de richtlijnen waar je op moet letten: 

  • De aard en de duur van de werkzaamheden; 
  • De wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald; 
  • De inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht; 
  • Het al dan niet bestaan van een verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren; 
  • De wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen; 
  • De wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd (bruto of te vermeerderen met BTW); 
  • De hoogte van deze beloningen; 
  • De vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt (ondernemersricico); 
  • Het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding bij beantwoording van de vraag of een overeenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, hangt mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht; 
  • Ook kan van belang zijn of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld:
  • bij het verwerven van een reputatie;
  • bij acquisitie;
  • wat betreft fiscale behandeling;
  • en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt;
  • het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding bij beantwoording van de vraag of een overeenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, hangt mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht.

Bij HeadFirst Group adviseren en ondersteunen wij onze opdrachtgevers en zelfstandig professionals op basis van een kader gebaseerd op de punten van het Deliveroo-arrest. In overleg met beide partijen gaan wij op zoek naar een passende oplossing, die per situatie kan verschillen.