“Er is veel gezegd en geschreven dit jaar, maar vooralsnog is er geen duidelijke visie op de arbeidsmarkt”, zegt ZiPconomy-hoofdredacteur Hugo-Jan Ruts. De politiek gaf dit jaar weinig blijk van een vernieuwende visie, en het niveau van de discussie liet volgens hem te wensen over. Het zzp-debat van 2024 draaide vooral om reparaties en beperkingen, terwijl kansen voor innovatie en structurele verbeteringen nauwelijks werden besproken. In gesprek met Sem Overduin, van het public affairs-team van HeadFirst Group, reflecteert Ruts kritisch op de uitdagingen van het afgelopen jaar, de politieke discussie en de rol van de journalistiek, maar schetst hij ook hoe 2025 een jaar van confrontatie en misschien wel broodnodige verandering kan gaan worden.
Hoe kijk je terug op het afgelopen jaar, wat betreft het zzp-dossier?
2024 was in bepaalde opzichten teleurstellend. Vooral het laatste halfjaar draaide bijna volledig om het opheffen van het handhavingsmoratorium. Dat zat er al aan te komen omdat de datum van 1 januari 2025 steeds dichterbij komt, maar het debat ging vooral over wat er níet meer mag, in plaats van wat er nog wél kan. Zelf probeer ik tijdens lezingen en presentaties juist te laten zien dat er nu juist kansen zijn om de inhuur van zzp’ers naar een hoger niveau te brengen. Helaas gaat het daar in de markt, politiek en maatschappij nauwelijks over. Veel partijen doen alsof de maatregelen onverwachts komen, terwijl dit al sinds december 2022 bekend was. Aan de andere kant snap ik het ergens ook wel: vaak zijn organisaties vooral bezig met de waan van de dag, zoals het vol krijgen van de bezetting, waardoor vooruitkijken lastig is. Tegelijkertijd is de politiek vooral bezig met krantenkoppen en blijft een fundamenteel debat over de toekomst van de arbeidsmarkt uit.
Vanuit journalistiek oogpunt was het een interessant jaar, met veel verschillende narratieven en perspectieven. Wat viel jou vooral op aan de berichtgeving rondom het zzp-dossier dit jaar?
Het was vooral veel, heel veel. Er wordt veel over geschreven en gezegd, zeker omdat er een gevoel van onduidelijkheid is in de markt. Hierbij spelen harde belangen natuurlijk een rol: zowel in de politiek als commercieel. Er gaat ook veel misinformatie rond. Maar goed, mijn algoritme op sociale media is bijna volledig toegespitst op de arbeidsmarkt, dus dan lijkt het ook alsof iedereen het over dit onderwerp heeft.
Hoe heeft ZiPconomy bijgedragen aan de vraag naar – en het duiden van - informatie over toch best complexe onderwerpen zoals het einde van het handhavingsmoratorium, de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen en de WTTA?
ZiPconomy is een nicheplatform. We richten ons vooral op opdrachtgevers van zelfstandigen en de bureauwereld. We gaan uit van een basiskennisniveau en voegen daar verdieping aan toe, vaak in samenwerking met onze partners, die op hun beurt met interessante inzichten komen. Wij bieden dan een platform aan, mits het klopt natuurlijk. Daarnaast doen we twee dingen: ten eerste het harde, feitelijke nieuws en de daarbij horende duiding. Ten tweede willen we het debat over de flexibele arbeidsmarkt aanjagen door onze partners een platform te geven en door juist nog meer in te zetten op feitelijke verslaggeving, zeker gezien de hoeveelheid onjuiste informatie die rondgaat.
Ik zie je steeds vaker op LinkedIn reageren op berichten waar onjuiste informatie in staat over het zzp-dossier. Zie je jezelf als een activerende en controlerende journalist? Welke rol is voor jezelf weggelegd?
Dat hoort nou eenmaal bij wie ik ben. Vanuit mijn persoonlijkheid vind ik dat het debat op feiten moet worden gevoerd. Als ik dan iets lees wat niet klopt, dan voel ik me bijna verplicht daarop te reageren. Dat kan mensen irriteren, maar dat neem ik voor lief. Ik vind het heel belangrijk dat we de discussie gaan voeren op basis van de juiste feiten en cijfers.
Je bent vaak in Den Haag om de debatten over het zzp- en arbeidsmarktdossier te volgen. Je zorgt dan voor razendsnelle duiding en berichtgeving. Wat is je indruk van die debatten?
Om eerlijk te zijn ben ik er steeds minder tevreden over. Het rondetafelgesprek op 5 september over de opheffing van het handhavingsmoratorium vond ik interessant, maar het debat over het zzp-dossier op 12 september was oppervlakkig. En het debat over het arbeidsmarktbeleid op 23 oktober vond ik ronduit teleurstellend. Dat komt deels doordat we met veel nieuwe Kamerleden zitten op dit dossier. Dat maakt het lastig om de dossiers goed te doorgronden. In het zzp-debat bleef het echte gesprek uit, deels omdat de bewindspersonen Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en voormalig staatssecretaris Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst) relatief nieuw zijn. Wat ik echt een gemiste kans vond, is dat er tijdens het arbeidsmarktdebat geen visie was op de toekomst van de arbeidsmarkt. Er ligt een stevig pakket aan maatregelen op tafel om de arbeidsmarkt te hervormen. Die maatregelen zijn mijns inziens vooral reparaties, maar er wordt veel te weinig gesproken over de volgende stap die we met elkaar willen zetten. Welke rol krijgen zelfstandigen op de arbeidsmarkt? Hoe werken we toe naar een contractneutraal stelsel? Ik had verwacht dat Van Hijum daar een voortrekkersrol in zou nemen, maar helaas bleef dat uit.
Over concrete maatregelen gesproken: op vrijdag 22 november kwam het nieuws naar buiten dat de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (BAZ) niet uitvoerbaar is. Ook de WTTA (toelatingsstelsel) is dit jaar voor de tweede keer uitgesteld. Waarom lukt het niet om die plannen van de grond te krijgen?
In z’n geheel wordt vooral gewezen op capaciteitsproblemen bij de uitvoerende instanties en dat vind ik dus zo gek aan de politiek: de politieke ambitie gaat doorgaans uit van een eigen wensenlijst in plaats van te kijken naar wat er volgens die uitvoerende instanties mogelijk is. Daarbij heerst er een paradox: de overheid moet steeds meer oplossen met minder middelen. Het vervelende is wel dat als al die wetsvoorstellen niet van de grond komen, het politieke draagvlak voor al die plannen vervolgens ook kan afnemen. En we moeten echt kritisch blijven op nut, noodzaak en proportionaliteit van nieuwe wetsvoorstellen.
De zogenoemde 'polder' speelt in Nederland een belangrijke rol bij de totstandkoming van sociaaleconomisch beleid. Hoe kijk jij naar de relatie tussen polder en politiek met betrekking tot het arbeidsmarkt- en zzp-dossier?
De invloed van de polder, dat is wel iets wat ik kritisch bekijk. Want de indruk die nu gewekt wordt, is dat de polder regeert. Het is hartstikke goed dat partijen zoals de SER meepraten over het arbeidsmarktbeleid, maar laten we eerlijk zijn; de polder wordt wel gedomineerd door klassieke, voornamelijk conservatieve, krachten. Die zijn heel goed in het creëren van draagvlak en het verbeteren van beleid, maar de échte vernieuwing vindt hier niet plaats. Daarvoor zijn andere spelers nodig. Borstlap is in januari 2020 met een stevig rapport gekomen, maar de ‘vernieuwingsplannen’ worden nauwelijks opgepakt door politiek en polder. Dat mis ik wel in de polder en dat vind ik teleurstellend.
Je hebt dit jaar een rapport gepubliceerd over zzp-wetgeving in internationaal perspectief. Wat wilde je met dit vergelijkende onderzoek bereiken?
Ik wilde de blik verbreden en over de landsgrenzen heen kijken. België is bijvoorbeeld interessant, omdat zelfstandigen daar nauwelijks fiscaal voordeel hebben en ze betalen vol mee aan de sociale zekerheid. Ten tweede hebben ze een aparte wet. Dat vind ik twee interessante uitgangspunten. Niet om direct over te nemen, maar wel om over na te denken. In die wet worden arbeidsrecht, ondernemersrecht en fiscale aspecten bij elkaar gebracht rond de specifieke arbeidsrelatie van de zelfstandige en de werkgevende. De regels zijn niet eens heel anders, ze zijn wel concreter en meer toegespitst. Duitsland is ook een interessant voorbeeld, omdat ze werken met een categorisering van zelfstandigheid op basis van het type beroep. Al dat soort inzichten bieden stof om goed over na te denken.
Wat was voor jou het hoogtepunt van het zzp-dossier dit jaar?
Ik heb niet echt één hoogtepunt, maar wel twee hoopvolle momenten. Het hoofdlijnenakkoord suggereert dat er ‘beleid komt voor echte zelfstandigen’, al weet niemand wat dat precies betekent en ik heb er op dit moment nog weinig van gezien. Maar goed, het staat er wel en hopelijk gaat dat meer invulling krijgen. Ten tweede: het aflopen van het moratorium is belangrijk. Je kunt niet acht jaar een wet hebben waar niet op wordt gehandhaafd. Hopelijk dwingt dat alle betrokken partijen om vernieuwend te zijn; waarom huur ik nou mensen in? En onder welke voorwaarden?
En een dieptepunt?
Het commissiedebat over arbeidsmarktbeleid in oktober. Het niveau van de discussie en het niveau van de vragen vond ik wel een dieptepunt. Dat had echt beter gekund.
Wat verwacht je van het zzp-dossier in 2025?
Ik hoop dat de hoopvolle signalen van dit jaar verder worden uitgewerkt. Politiek gezien ben ik daar wat minder zeker van, aangezien de politieke situatie toch wat wankel is en binnen de coalitie zijn er de nodige spanningen. Ik verwacht dat het eerste halfjaar van 2025 turbulent zal gaan worden. De wensen van de politiek en het beleid van organisaties om af te schalen gaat voor confrontaties zorgen, want de productie moet gewoon door en we kampen met tekorten op de arbeidsmarkt. Het wordt dus zoeken naar een nieuw evenwicht en dan moet er ergens water bij de wijn worden gedaan. Er zijn heel veel plekken op die arbeidsmarkt waar zelfstandigen onmisbaar zijn geworden, wat overigens niet altijd even wenselijk is. Al met al gaat het heel interessant worden om die dynamiek te volgen.
Dit interview maakt deel uit van een reeks, waarin het Public Affairs-team de afgelopen weken meerdere experts heeft geïnterviewd die nauw betrokken zijn bij onderwerpen rondom zzp’ers en de arbeidsmarkt. De serie bestaat uit zes interviews, die de komende weken gepubliceerd zullen worden.
Vragen hierover? Neem contact met ons op.
Sem Overduin
Public Policy & Affairs Manager
Sem.Overduin@headfirst.nl
Oifik Youssefi
Public Affairs Officer
Oifik.Youssefi@headfirst.nl
Maaike van Driel
Head of Legal
Maaike.vanDriel@headfirst.group
Thomas ten Veldhuijs
Senior Legal Counsel
Thomas.tenVeldhuijs@headfirst.nl