De Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA) moet misstanden in de uitzendsector tegengaan, maar dreigt volgens critici uit te groeien tot een groot bureaucratisch web. Tijdens het plenaire debat van dit omvangrijke wetsvoorstel op 12 maart werd duidelijk dat Kamerleden verdeeld zijn over de balans tussen marktregulering en de bescherming van arbeidsmigranten. 

Ondanks brede politieke steun, veel zorgen over uitvoering en regeldruk  

In het debat, waar vertegenwoordigers van VVD, SP, CDA, NSC, PVV, SGP, DENK, D66, BBB en GroenLinks-PvdA aanwezig waren, kwamen uiteenlopende standpunten en zorgen naar voren. Aartsen (VVD) steunde de wet, maar waarschuwde voor de stijgende regeldruk en noemde de WTTA een vorm van “zelfrijzend bakmeel” – een verwijzing naar het risico dat de bureaucratie zichzelf blijft voeden en steeds verder uitdijt. Ook Rikkers (BBB) liet in het debat weten zorgen te hebben over de brede reikwijdte van het toelatingsstelsel en ‘wat voor een impact dit kan hebben op bonafide uitleners’.  

Van Kent (SP) ging daarentegen vol in op een strenger kader en stelde dat de wet niet ver genoeg gaat. Hij pleitte voor een hogere en permanente waarborgsom om malafide bemiddelaars uit de markt te drukken. Patijn, Kamerlid voor GroenLinks-PvdA, sloot zich hierbij aan en benadrukte dat de Arbeidsinspectie een grotere en actievere rol moet spelen in het opsporen van misstanden. Het normenkader is volgens Patijn niet toereikend en beide partijen riepen op om tempo te maken met de invoering van het wetsvoorstel.

Uitzondering voor sectoren

Ondanks de brede steun in de Tweede Kamer voor strengere regulering, maakten diverse Kamerleden zich zorgen over de brede reikwijdte van het wetsvoorstel. Zo kwam Ergin (DENK) met een amendement om de topsportsector uit te zonderen van de WTTA en Ceder (ChristenUnie) diende een amendement in om sociale werkbedrijven uit te zonderen van de WTTA. De Kamerleden Boon (PVV) en Flach (SGP) vroegen in het debat om bijvoorbeeld een uitzonderingspositie voor hoogopgeleid personeel.  

Daarnaast werd de lange overbruggingsperiode bekritiseerd: de wet wordt pas, op zijn vroegst, in 2028 (deels) operationeel, wat volgens meerdere partijen ruimte laat voor misstanden.

Toelatende Instantie in eigen ministerie

Minister Van Hijum verdedigde het wetsvoorstel door te wijzen op lopende verkenningen binnen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Hij benadrukte dat de toelatende instantie (TI), die toeziet op de handhaving van de wet, een nieuwe directie wordt binnen het ministerie. Wat betreft de handhaving in de overgangsperiode stelde Van Hijum dat de TI, als alles goed gaat, voornemens is al voor 2028 signaleringen oppakt en misstanden kan aanpakken wanneer deze evident zijn. Binnen twee weken volgt een uitgebreidere kabinetsreactie op de zorgen van de Tweede Kamer. 

WTTA: van initiatief naar wetgeving 

De WTTA is ontstaan vanuit de wens om de uitzendsector beter te reguleren en arbeidsmigranten te beschermen. Een belangrijke aanjager is het inmiddels breed gedragen rapport geweest van de Commissie Roemer over de positie van arbeidsmigranten. De wet introduceert een toelatingsplicht voor arbeidsbemiddelaars en uitzendbureaus, waarbij enkel gecertificeerde partijen personeel mogen bemiddelen. Dit moet schijnconstructies, onderbetaling en slechte huisvesting tegengaan. 

Regeldruk 

Hoewel de doelstellingen breed worden gedragen, is er onder andere vanuit brancheverenigingen en marktpartijen veel kritiek op de gevolgen voor de sector. Ook het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) wees er in januari jl. op dat de administratieve lasten en nalevingskosten fors stijgen. Volgens hun berekeningen leidt de extra regeldruk tot een jaarlijkse kostenstijging van 143 miljoen euro voor bedrijven in de sector. Dit roept vragen op over de proportionaliteit van de maatregelen, de brede reikwijdte, regeldruk en impact op de bemiddelingssector.  

Wat betekent dit voor de markt? 

Met de invoering van de WTTA wordt het speelveld voor arbeidsbemiddeling ingrijpend gewijzigd. De sector moet rekening houden met: 

  • Een verplichte toelatingsregeling, waarbij uitzendbureaus, intermediairs en detacheerders worden gecontroleerd voordat ze actief mogen zijn. 
  • Verplichte waarborgsommen, bedoeld om misbruik te voorkomen, maar tegelijkertijd een drempel vormen voor kleinere ondernemers. 
  • Intensievere handhaving, met een grotere rol voor de Arbeidsinspectie en de nieuwe toelatende instantie (TI). 

Tegelijkertijd roept het wetsvoorstel vragen op over de uitvoerbaarheid, kosten voor bedrijven ende impact op de arbeidsmarkt. Hoe voorkom je dat strengere regels leiden, waarborgsommen en hogere uitvoeringskosten te veel impact gaan hebben op bonafide ondernemingen, zonder dat de positie van kwetsbare arbeidsmigranten daadwerkelijk verbeterd zal worden?  

De komende maanden zal de discussie over de WTTA verder oplaaien. In de week van 24 maart zal het plenaire debat vervolgd worden en in april 2025 ontvangt de Tweede Kamer een uitgebreide brief van Van Hijum.  

HeadFirst Group volgt deze ontwikkelingen op de voet en blijft in gesprek met Kamerleden, beleidsmakers en marktpartijen 

Heb je vragen over de de WTTA?  Neem hier, onderaan de pagina, contact met ons op voor advies. 

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan

Vragen hierover? Neem contact met ons op.

Sem Overduin
Public Policy & Affairs Manager
Sem.Overduin@headfirst.nl

Oifik Youssefi
Public Affairs Officer
Oifik.Youssefi@headfirst.nl

Maaike van Driel
Head of Legal
Maaike.vanDriel@headfirst.group

Thomas ten Veldhuijs
Senior Legal Counsel
Thomas.tenVeldhuijs@headfirst.nl