Nieuw onderzoek biedt inzicht in werkelijke kosten en baten van zelfstandig professionals

Nieuw onderzoek biedt inzicht in de werkelijke waarde van de totale productie voor de Nederlandse economie van hoogopgeleide zzp’ers, werkzaam voor veelal grote opdrachtgevers in de zakelijke dienstverlening (zp’ers). Deze bedraagt 17,3 miljard euro per jaar voor de huidige populatie van 110.000 zelfstandig professionals. Hoewel de maatschappelijke positie van zzp’ers regelmatig onder vuur ligt, maakt het rapport ‘De economische en maatschappelijke waarde van zelfstandig professionals’ – dat SEO heeft verricht in opdracht van HR tech dienstverlener HeadFirst Group – duidelijk welke bijdrage deze groep werkenden heeft voor de maatschappij. Zo blijkt dat zij onderaan de streep voor extra opbrengsten ter waarde van maar liefst 4,4 miljard euro zorgen. Deze kennis kan bijdragen aan betere regelgeving in de toekomst, en belemmerend beleid voorkomen.

“In ons onderzoek maken we inzichtelijk welke betekenis zelfstandig professionals hebben voor onze samenleving en economie. Deze blijkt onmiskenbaar, aangezien de bijdrage aan de economie een waarde van euro per jaar heeft. Zonder hun inzet zou een deel van deze productie niet meer plaatsvinden of naar het buitenland worden verplaatst. Dat zou ten koste gaan van talrijke arbeidsplaatsen en leiden tot een groot verlies aan kennis. Dat is iets wat we ons, met de huidige krapte, niet kunnen veroorloven”, zegt Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group. “Zzp’ers zijn meer dan ooit nodig in een tijd waarin de arbeidsmarkt schreeuwt om gekwalificeerd personeel. Zo zijn specialisten in verschillende sectoren cruciaal, om de transities waarvoor onze samenleving staat te doen slagen. Dit geldt voor álle werkenden – ongeacht de contractvorm. Helaas bestaan er nog veel misvattingen over de hoogopgeleide zzp-populatie. Zo wordt ten onrechte aangenomen dat zij de samenleving meer kosten dan opleveren. Het rapport laat zien dat de werkelijke en grote waarde van zelfstandig professionals voor de economie en onze samenleving niet onderschat kan worden.”

 

De maatschappelijke kosten en baten
De maatschappelijke kosten en baten van zelfstandig professionals komen volgens het onderzoek uit op een positief saldo van maar liefst 4,4 miljard euro per jaar. Dit positieve saldo is voornamelijk het resultaat van de extra productie en winst die gerealiseerd worden door de inzet van de huidige populatie van 110.000 zelfstandig professionals. Dit is voornamelijk het gevolg van een hogere arbeidsdeelname. Zonder de mogelijkheid van het zp-schap zou een deel van deze productie niet meer plaatsvinden of naar het buitenland verplaatsen. Daarnaast heeft dit positieve saldo van 4,4 miljard euro per jaar ook te maken met een hogere gemiddelde productiviteit (+10 procent) ten opzichte van een situatie waarin zij in een andere contractvorm werkzaam zouden zijn. Tot slot profiteren overheid en samenleving van een hogere winst- en inkomstenbelasting, in vergelijking met  een situatie zonder zp-schap. Er wordt namelijk meer gewerkt, geproduceerd en verdiend – zowel door zelfstandig professionals als door opdrachtgevers.

 

Oproep aan politiek
Met deze gegevens draagt HeadFirst Group bij aan het politieke debat over de arbeidsmarkt, waar op handen zijnde regelgeving het zzp-schap sterk kan beperken. Van Happen: “Wij roepen de politiek op aandacht te hebben voor de grote meerwaarde van zelfstandig professionals én te luisteren naar de behoeften van opdrachtgevers. Zij waarderen juist de flexibiliteit en de mogelijkheden van gespecialiseerde professionals. Dit rapport laat zien dat er per saldo een maatschappelijke meerwaarde is door de mogelijkheid om als zelfstandig professional te werken. Alhoewel er minder sociale premies worden afgedragen, wordt dit ruimschoots gecompenseerd door meer belastinginkomsten. Regelgeving voor de basis van de arbeidsmarkt – om bijvoorbeeld schijnzelfstandigheid te bestrijden – kan wel consequenties hebben voor de rest van de markt en dit kan leiden tot welvaartsverlies. Daarnaast bleek uit ons eerdere rapport over de gehele zzp-populatie dat het aantal gedwongen zelfstandigen minimaal is, in tegenstelling tot wat veel beleidsmakers denken. Deze groep werkenden kiest juist bewust voor deze contractvorm vanwege de mate van professionele autonomie en flexibiliteit die het biedt. Maatwerk in wetgeving is daarom essentieel om bescherming van kwetsbare werkenden én het faciliteren van het ondernemerschap hand in hand te laten gaan.”

 

Feiten en cijfers over zzp’ers
In het rapport staan nog tal van andere interessante inzichten over hoogopgeleide zzp’ers. Een overzicht:

  • Naar schatting zijn nu ruim 110 duizend hoogopgeleide zelfstandige professionals op de Nederlandse arbeidsmarkt actief. Dit komt neer op 10,2 procent van alle zzp’ers en 1,1 procent van alle werkenden.
  • Hoogopgeleide zzp’ers zijn actief voor de overheid (22 procent), de zakelijke dienstverlening (19 procent), de financiële dienstverlening (15 procent) en in de gezondheidszorg en IT-sector (beiden 9 procent).
  • De meeste hoogopgeleide zzp’ers zijn jaarlijks werkzaam voor een beperkt aantal veelal grotere opdrachtgevers. De meeste werken voor één opdrachtgever (38 procent) of voor twee tot vijf opdrachtgevers (45 procent). Slechts een klein deel is werkzaam voor vijf tot tien opdrachtgevers (10 procent). Het deel dat voor een beperkt aantal opdrachtgevers werkt, doet dit vaak bij (zeer) grote bedrijven.
  • De helft van de hoogopgeleide zzp’ers is tussen de 35 en 55 jaar oud. Daarnaast is het aandeel 55-plussers (33 procent) bijna twee keer zo groot als het aandeel dat jonger is dan 35 jaar (17 procent).
  • Bijna een derde van de hoogopgeleide zzp’ers is langer dan tien jaar en 13 procent zelfs langer dan twintig jaar actief in deze werkvorm.
  • Drie op de vijf hoogopgeleide zzp’ers werken voltijds; 32 procent is tussen 20 en 35 uur per week werkzaam en 7 procent werkt minder dan 20 uur per week.
  • Hoogopgeleide zzp’ers zouden in een nulalternatief – als het niet langer mogelijk zou zijn om als zzp’er werkzaam te zijn – in negen van de tien gevallen in een andere arbeidsvorm werken. Bijna een derde zou terugkeren naar een vast dienstverband, terwijl 20 procent als gedetacheerde actief zou zijn. Naar verwachting zou daarnaast 12 procent in een regulier tijdelijk contract werkzaam zijn, terwijl 10 procent inactief, werkzaam in het buitenland of met (vervroegd) pensioen zou zijn.