Corona versnelt stijging aantal zzp’ers

De werkzame Nederlandse beroepsbevolking moderniseert, digitaliseert en flexibiliseert in rap tempo. Corona jaagt dit sinds vorig jaar verder aan, wat resulteert in een versnelde groei van het aantal zzp’ers. Dit geldt voor zowel beroepen waar door COVID-19 veel vraag naar was, als voor beroepen waarop de impact van de crisis groot was. Dit blijkt uit onderzoek van HR-dienstverlener HeadFirst Group en specialist in arbeidsmarkt data Intelligence Group.

Groei zzp’ers zet door
Tussen 2018 en nu groeide de Nederlandse beroepsbevolking van 8,8 miljoen naar bijna 9 miljoen personen. Op dit moment is ongeveer 16,6 procent daarvan zzp’er. Mede door COVID-19 is de groei van het aantal zzp’ers het afgelopen jaar versneld. Er was een verschuiving zichtbaar van uitzenden naar het inhuren van zelfstandigen. Daarnaast was de groei van het aantal zzp’ers binnen een aantal beroepsgroepen bovengemiddeld, omdat hier door COVID-19 extra vraag naar is ontstaan, zoals bouwarbeiders, tuinders en lassers. Er zijn ook veel zzp’ers bij gekomen binnen een aantal beroepsgroepen waar COVID-19 juist hard ingeslagen is, bijvoorbeeld koks. Met hun skills bleken zij in staat op andere manieren hun geld te verdienen, bijvoorbeeld als thuiskok, in de catering of flexibel werkend voor restaurants die thuis zijn gaan bezorgen.”

Schaarste voelbaar bij vast en flex
Een groei waar de coronacrisis ook voor heeft gezorgd, maar van totaal andere aard is die van automatisering, robotisering en digitalisering. Daaruit voortkomend is er meer vraag naar specialistische kennis en zorgt voor een tekort aan hooggeschoolde vakmensen, vooral in de IT en techniek. Deze tendens brengt dat organisaties een voortdurende behoefte hebben aan hulp bij het werven van kandidaten en dwingt uit te gaan van de mensen zelf, om wie ze zijn en wat ze kunnen. Dat daar een contractuele vastlegging en een betaling bij hoort wordt daarmee bijzaak.

Geert-Jan Waasdorp, directeur en oprichter Intelligence Group: “De economie trekt snel aan, maar tijdens deze groei gebeurt ook iets anders: de arbeidsmarkt kantelt volledig en het vinden van geschikt talent is moeilijker dan ooit. Voorheen werd de flexibele schil ingezet om tekorten aan de vaste kant op te vangen. Nu zijn zzp’ers, maar ook uitzendkrachten nagenoeg net zo schaars als werkenden in vaste loondienst. Een unieke situatie die zich nog eerder heeft voorgedaan.”

Lancering Talent Monitor
Nu vacatures weer naar nieuwe records stijgen, is het de verwachting dat de traditionele aanpak om met schaarste om te gaan, plaats moeten gaan maken voor datagedreven en doelgroepgericht werven. Han Kolff, CEO HeadFirst Group: “Steeds meer organisaties kloppen aan om aan de slag te gaan met data. Met als doel: de eigen prestaties af te zetten tegen die van de markt, om goed onderbouwde besluiten te kunnen nemen en de HR-strategie te optimaliseren.”

Om hier richting aan te geven, stellen Intelligence Group en HeadFirst Group vanaf nu elk kwartaal op basis van recruitment- en inhuurdata unieke inzichten over arbeidsmarkt gerelateerde thema’s ter beschikking in een nieuw rapport die de naam ‘Talent Monitor’ draagt. Daarin is de stand van de arbeidsmarkt, specifiek de verhouding en verbanden tussen vast en flex, nauwkeurig in kaart gebracht en biedt daarmee inzicht in de ontwikkeling rondom het integraal managen van personeel, in vakjargon ook wel Total Talent Management genoemd.

Bekijk de eerste editie van de Talent Monitor hier.

Over Intelligence Group
Intelligence Group is een Internationaal Data & Techbedrijf op het gebied van arbeidsmarkt- en recruitmentdata. Intelligence Group richt zich op het verzamelen, opslaan en verrijken van arbeidsmarkt gerelateerde data ten behoeve van de verbetering van de werving van personeel (of werknemers) door werkgevers en de employability/arbeidsmarktkansen van werknemers. Deze data worden in een grote diversiteit beschikbaar gesteld aan opdrachtgevers, via rapporten, dashboards en API’s.

Over HeadFirst Group
HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en specialist op het gebied van het professioneel organiseren van vaste en flexibele arbeid. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruitment Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst, Between en Myler, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.


Periode van beperkte handhaving wet DBA eindigt niet 1 oktober 2021

Vorige week donderdag kwam de Tweede Kamer vlak voor het zomerreces voor de laatste keer bijeen om in debat te gaan met demissionair staatssecretaris Vijlbrief (Financiën). Rond middernacht diende Kamerlid Pieter Grinwis (ChristenUnie) een motie in met het verzoek aan het kabinet om op korte termijn meer duidelijkheid te verschaffen over het handhavingsmoratorium – de periode van beperkte handhaving – en de wet DBA. Met een ruime meerderheid voor de motie liet de Kamer weten de inhoud van de motie te steunen en eerst een ‘redelijk en handhaafbaar alternatief voor de wet DBA’ te willen hebben alvorens te starten met de handhaving op schijnzelfstandigheid. Vijlbrief wilde hierop graag iets verhelderen: “Het handhavingsmoratorium loopt niet af in oktober. Het loopt minimaal tot oktober en dan zullen we kijken wat we gaan doen.” Hierin klinkt door dat de beperkte handhaving wordt verlengd tot er duidelijkheid is over een alternatief voor de wet DBA, een geruststelling voor opdrachtgevers, zp’ers en intermediairs.

 

Onrust in media

De afgelopen weken verschenen diverse berichten in de pers over onduidelijkheid rondom de wet DBA. ZZP Nederland en PZO stuurden op 17 juni j.l. een brandbrief naar Vijlbrief om op korte termijn een besluit te nemen over het handhavingsmoratorium. Ook toonde onderzoek van HeadFirst Group aan dat opdrachtgevers vanwege het naderende einde van het handhavingsmoratorium risicomijdend gingen handelen en kritischer keken naar de inhuur van zelfstandig professionals, hierdoor opdrachten van zp’ers voortijdig werden beëindigd en zp’ers steeds moeilijker opdrachten konden vinden. Die onrust en onzekerheid is – zeker nu de Nederlandse economie weer in de startblokken staat – verre van gewenst, voor zowel zp’ers, opdrachtgevers als intermediairs.

 

Goede stap van Vijlbrief

Het handhavingsmoratorium van de wet DBA loopt in ieder geval niet af per 1 oktober 2021. Het kabinet is voornemens te wachten op de resultaten van de pilot van de webmodule, alvorens een uitspraak te doen over het handhavingsmoratorium en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Dit is in lijn met de eerdere voortgangsbrief ‘Werken als zelfstandige’, waarin is aangegeven dat ‘de afbouw van het handhavingsmoratorium gekoppeld zal worden aan de invoering van nieuwe wetgeving, die meer duidelijkheid biedt over de aard van de arbeidsrelatie. Ook zal de markt voldoende de tijd krijgen om te wennen aan nieuwe maatregelen.’

Het blijft wachten op een helder en handhaafbaar alternatief voor de wet DBA, maar voor nu zijn we blij dat de staatssecretaris de signalen heeft ontvangen en dit besluit heeft genomen. Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group, is tevreden en opgelucht: “Uit signalen die wij ontvingen van opdrachtgevers en zp’ers bleek dat men echt toe was aan duidelijkheid en besluitvorming vanuit Den Haag. Ons onderzoek benadrukte dit met feiten en cijfers. Het is een verstandige keuze dat het handhavingsmoratorium van kracht blijft totdat meer duidelijk is over de resultaten van de webmodulepilot  en vervangende wetgeving voor de wet DBA. Dit biedt de markt meer tijd te wennen aan nieuwe maatregelen, geeft zzp’ers meer zekerheid om te ondernemen en geeft de politiek de tijd om na te denken op welke wijze handhaving het beste kan gaan plaatsvinden. Fijn dat deze rust gecreëerd wordt en dat we met elkaar kunnen gaan bouwen aan nieuwe wet- en regelgeving.”


Sociaal basisstelsel voor alle werkenden wint aanhangers onder zzp’ers

Ruim 60 procent van de hoogopgeleide zzp’ers steunt een sociaal basisstelsel voor alle werkenden op de arbeidsmarkt. Dit blijkt uit onderzoek van HR-dienstverlener HeadFirst Group, waar ruim 1700 zelfstandig professionals (zp’ers) recent aan hebben deelgenomen. Een breed draagvlak in vergelijking met de steun voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp’ers, waar juist 70 procent niets voor voelt. Het stemt Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group, positief. “Wij omarmen het idee van het creëren van een gelijker sociaal speelveld. Ieder individu in Nederland – ongeacht de werkvorm en arbeidsrelatie – heeft recht op bescherming en zekerheid.”

De SER bracht vorige maand het advies om een sociaal vangnet voor zelfstandigen te creëren voor bijzondere en onvoorziene omstandigheden. Zelfstandigen dienen hier zelf aan bij te dragen. Kolff gaat een stap verder en pleit voor een basisvoorziening voor alle werkenden, zoals wordt voorgesteld in het sociaal akkoord tussen ONL, VZN en AVV. “Maak van de zzp’er geen uitzondering, maar biedt een breed vangnet. We bewegen naar een arbeidsmarkt waarin het werk centraal staat, niet de contract- of rechtsvorm. Daarom is het van belang om zekerheden te creëren die meebewegen met de uitdagingen en wisselingen die mensen tegenkomen in hun werkende leven.”

Zekerheid op niveau van individu
Kolff wordt daarin gevoed door de mening van zp’ers. Uit onderzoek van HeadFirst Group blijkt dat met name op het gebied van arbeidsongeschiktheid een basisstelsel hoog scoort: 61 procent is voorstander. Ziekte en werkloosheid heeft minder aanhangers, maar is zeker niet uitgesloten met 41 en 24 procent. “De solidariteit onder zp’ers is hoog. Toch werd ik verrast door het aantal zp’ers dat bereid is bij te dragen aan een sociaal basisstelsel, voor met name arbeidsongeschiktheid. Als we op deze manier de hulpbehoevende zzp’er kunnen beschermen en de rest vrij kunnen laten om te ondernemen, dan zetten we echt een stap in de goede richting. Het is aan het nieuwe kabinet om deze handschoen op te pakken en hier serieus mee aan de slag te gaan”, benadrukt Kolff.

Steun verplichte AOV laag
De SER liet ook weten vast te houden aan de afspraak uit het Pensioenakkoord om zzp’ers zich verplicht te laten verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid om oneerlijke concurrentie en grote inkomensrisico’s voor individuen te voorkomen. De Stichting van de Arbeid kwam in maart vorig jaar met een voorstel voor de uitvoering van de verplichte AOV. Dit voorstel kreeg de nodige kritiek van zzp-organisaties. Ook de Belastingdienst en het UWV lieten aan demissionair minister Koolmees weten vraagtekens te hebben bij de technische uitvoering. Toch lijkt het erop dat het plan nog niet van tafel is. Op steun van zp’ers hoeft de overheid echter niet te rekenen, slechts 30 procent is positief gestemd.

Helft zp’ers heeft niks geregeld
Momenteel heeft de helft van de zp’ers zelf – bijvoorbeeld via een private partij of een broodfonds – de risico’s van arbeidsongeschiktheid afgedekt. De belangrijkste reden voor zp’ers om zich te verzekeren, is dat zij het financiële risico zelf niet willen (53 procent) of kunnen (21 procent) dragen. Nog eens 16 procent kan niet terugvallen op het inkomen van de partner. Van de zp’ers die geen arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben afgesloten, zegt 35 procent het financiële risico te kunnen dragen. Verder vindt één op de vijf de kosten niet opwegen tegen de baten en acht 11 procent het risico op arbeidsongeschiktheid laag.

Over HeadFirst Group
HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en specialist op het gebied van het professioneel organiseren van vaste en flexibele arbeid. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruitment Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst, Between en Myler, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.

Noot voor de redactie
Alle uitkomsten van het onderzoek zijn samengebracht in een infographic.

Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit persbericht? Neem gerust contact op met Bart van der Geest, manager marketing & communicatie bij HeadFirst Group, te bereiken op 023 – 568 56 30 of bart.vandergeest@headfirst.nl.


HeadFirst Group stimuleert duurzame inzetbaarheid onder zzp’ers met lancering Select Academy

HR-dienstverlener HeadFirst Group lanceert een initiatief om duurzame inzetbaarheid van zelfstandig professionals (zp’ers) te stimuleren: Select Academy. Hiermee faciliteert het zp’ers bij persoonlijke ontwikkeling en continu leren. “De regie op ontwikkeling blijft vanzelfsprekend bij de ondernemer, tegelijkertijd nemen wij de verantwoordelijkheid om ‘een leven lang leren’ laagdrempelig te maken”, aldus Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group.

Duurzame inzetbaarheid
“Banen verdwijnen, processen worden geautomatiseerd en gedigitaliseerd en de vereiste vaardigheden veranderen snel. Des te belangrijker om als werkende te investeren in het gericht ontwikkelen van kennis en vaardigheden om zo continu waarde te kunnen blijven toevoegen aan een werk- of opdrachtgever”, betuigt Kolff.

Zp’ers die bewust kiezen voor het ondernemerschap werken – in vergelijking met medewerkers in vaste dienst – aanzienlijk minder aan hun duurzame inzetbaarheid, zo blijkt uit een rapport in opdracht van de Tweede Kamer over belemmeringen bij een leven lang ontwikkelen. Zp’ers zijn intrinsiek gemotiveerd zichzelf te ontwikkelen, maar men baseert zich hierbij vooral op bestaande vakkennis en ervaringen en ‘learning on the job’. Kolff: “Zp’ers zijn veelal hoogopgeleid en hebben ruime werkervaring die ze projectmatig inzetten bij opdrachtgevers. Ontwikkelen ‘on the job’ is wat ze dagelijks doen, daar wordt de basis gevormd, maar gericht kennis aanvullen met opleiding en training is noodzakelijk. Met Select Academy maken we persoonlijke ontwikkeling aantrekkelijker. De regie blijft vanzelfsprekend bij de zp’er, die is niet voor niets ondernemer geworden, maar we achten het als marktleidende HR-dienstverlener onze taak continu leren zo aantrekkelijk mogelijk te maken om professionals vooruit te sturen naar hun volgende droomrol.”

Select Academy: 9.000+ inhoudelijke trainingen
De opleidingsomgeving, door HeadFirst Group gerealiseerd in exclusieve samenwerking met het continuous learning platform MyCademy, biedt het meest complete aanbod van Nederland: 9.000+ vakinhoudelijke trainingen van meer dan 120 ‘world leading’ aanbieders op het gebied van onder andere IT, management en finance. Professionals kunnen in Select Academy op ieder gewenst moment, onbeperkt online trainingen, virtuele labs en kennissessies volgen. Aanvullend kunnen zij hun kennis testen door proefexamens te maken.

Select Academy is beschikbaar gemaakt voor zp’ers, die gebruik maken van onze Professionals services. Vanaf juli 2021 is de omgeving ook gereed voor leveranciers van HeadFirst Group, zoals detacheerders en consultancy bedrijven.

Professionals & Partners services
Het abonnement ‘onbeperkt online leren’ in Select Academy is een van de voordelen van de Professionals & Partners services van HeadFirst Group. Naast de mogelijkheid om via HeadFirst Group uitdagende opdrachten te verwerven, kunnen zp’ers en leveranciers van professionals naar eigen wens gebruikmaken van de services voor onder andere administratieve ondersteuning, versnelde betaling van facturen, collectiviteitskorting op verschillende verzekeringen en vanaf nu dus meer voordelen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling.

“Dit unieke pakket van services vormt een one-stop-shop voor ondernemers, waarmee HeadFirst Group ervoor zorgt dat professionals zorgenvrij kunnen ondernemen. Daarmee dragen we actief bij aan het ‘goed opdrachtgeverschap’ van onze opdrachtgevers en zorgen we er gezamenlijk voor dat de beste professionals bij hen aan een opdracht willen werken.”, licht Kolff toe.

Over HeadFirst Group
HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en specialist op het gebied van het professioneel organiseren van vaste en flexibele arbeid. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruitment Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst en Between, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.

Noot voor de redactie

Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit persbericht? Neem gerust contact op met Bart van der Geest, manager marketing & communicatie bij HeadFirst Group, te bereiken op 023 – 568 56 30 of bart.vandergeest@headfirst.nl.


HeadFirst Group rotsvast op tweede plek in Flexmarkt Omzetranglijst Top-100 2021

HeadFirst Group staat rotsvast op de tweede plek in de afgelopen week gepubliceerde Flexmarkt Omzetranglijst Top-100 2021. In de prestigieuze ranglijst staan de honderd grootste flexbedrijven van Nederland op basis van hun omzet in 2020. Met een omzet van ruim 1,5 miljard euro versterkt HeadFirst Group haar positie als de grootste intermediair en MSP-dienstverlener van de Benelux en permanente Top 3-speler in de totale flexmarkt.

HeadFirst Group en Between Staffing Group, in de lijst apart opgenomen maar sinds november 2020 onderdeel van HeadFirst Group, bereikten een bruto-omzet van 1.515 miljard euro. Een sterk resultaat, zeker in een bewogen jaar als 2020. Vincent van der Mark, CFO bij HeadFirst Group: “De organisaties behaalden een autonome omzetgroei van 2%, in een jaar waarin we geconfronteerd werden met het coronavirus. Dat maakt ons ongelooflijk trots. In 2019 behaalden we voor het eerst de mijlpaal van 1 miljard euro omzet en sindsdien stomen we sterk door. Door ons diverse portfolio aan opdrachtgevers en sterke aanwezigheid in de niche van hoogopgeleide professionals, waaronder veel IT-professionals, is de impact van het coronavirus beperkt gebleven.”

Full service HR-dienstverlener
In 2020 heeft HeadFirst Group de overgang gemaakt naar full service HR-dienstverlener door te ontwikkelen als adviseur voor klanten op het gebied van recruitment-en inhuurvraagstukken. “Wij bieden datagedreven oplossingen om het wervingsproces van personeel – flex en vast – te optimaliseren en toekomstbestendig te maken”, vertelt Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group.

Dit heeft aantoonbaar tot succes geleid. Bestaande grote mantelcontracten zijn verlengd en nieuwe Europese aanbestedingsprocedures gewonnen bij onder andere Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Justitie en Veiligheid, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Gemeente Schiedam en het Leids Universitair Medisch Centrum Leiden. “De nieuwe opdrachtgevers die we hebben mogen verwelkomen zijn geweldig nieuws voor de zelfstandig professionals en leveranciers in ons netwerk. Alle openstaande opdrachten verschijnen op grootste opdrachtenplatform van Nederland: Select.

Top 10 Flexmarkt Omzetranglijst Top-100 2021

Bron: Flexmarkt.nl

Over Flexmarkt Omzetranglijst Top-100

De Flexmarkt Omzetranglijst Top-100 wordt jaarlijks gepubliceerd door Flexmarkt in samenwerking met Corporate Finance International (CFI). De Omzetranglijst geeft een overzicht van flexbedrijven, van klein tot groot, met uiteenlopende vormen van dienstverlening in personeelsbemiddeling en inhuur. Naast uitzendbureaus, staan er ook tal van payrollbedrijven in, net als detacheringsbedrijven, zzp-bemiddelaars en MSP-dienstverleners. Deze toonaangevende ranglijst beslaat qua omzet ruim de helft van de totale Nederlandse flexbranche en geeft daarmee een helder, representatief beeld van de ontwikkelingen in de markt.

Over HeadFirst Group

HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en specialist op het gebied van het professioneel organiseren van vaste en flexibele arbeid. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruit Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst, Between en Myler, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.

Voor nadere informatie

Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit bericht? Neem contact op met Bart van der Geest, manager marketing & communicatie bij HeadFirst Group, te bereiken op 023 – 568 56 30 of bart.vandergeest@headfirst.nl.


Zzp’ers missen opdrachten door sluimerend DBA-vraagstuk

Meer dan de helft van de hoogopgeleide zzp’ers vindt moeilijker opdrachten sinds de invoering van de wet DBA in 2016, destijds geïntroduceerd om juist kwetsbare zelfstandigen beter te beschermen. Dit blijkt uit een onderzoek van HR-dienstverlener HeadFirst Group, waar ruim 1700 zelfstandig professionals (zp’ers) onlangs aan hebben deelgenomen. “Het is noodzakelijk dat de politiek direct de huidige periode van beperkte handhaving verlengt om verdere negatieve gevolgen voor hoogopgeleide zp’ers en opdrachtgevers te voorkomen”, zo stelt Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group.

Onduidelijkheid over wet DBA hindert steeds meer opdrachtgevers en zp’ers
Sinds de invoering van de wet DBA is er veel over te doen. Na invoering werd de wet al snel bevroren, doordat in korte tijd veel onrust ontstond bij opdrachtgevers, die minder zp’ers gingen inhuren. Sindsdien wordt aan nieuwe wetgeving gewerkt en geldt ondertussen een beperkt handhavingsbeleid. Naar nu blijkt uit het onderzoek van HeadFirst Group zijn de negatieve effecten van de wetgeving voor zp’ers nog altijd aanwezig en nemen deze zelfs toe.

Meer dan 55 procent van de zelfstandig professionals ervaart dat opdrachtgevers bij de inhuur van externen nu kritischer naar zp’ers kijken dan een jaar geleden, zo blijkt uit het onderzoek. Recente voorbeelden in de pers van opdrachtgevers die hun zp-inhuur streng onder de loep nemen, ondersteunen dit beeld. In de praktijk is te zien dat bij opdrachten waar opdrachtgevers een externe professional voor zoeken, steeds vaker wordt aangegeven ‘op deze opdracht mag geen zp’er reageren’. Dit maakt het voor meer dan de helft van de zp’ers moeilijker opdrachten te vinden, zo blijkt. Momenteel ondervinden dus honderdduizenden zp’ers hinder. Dit komt bovenop de zp’ers, bijna 40 procent, waarvan de afgelopen jaren een opdracht voortijdig is beëindigd door de opdrachtgever vanwege zorgen en onduidelijkheid rondom de wetgeving.

Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group: “Dat opdrachtgevers kritisch kijken naar de inhuur van zp’ers voor rollen waar wellicht iemand in vaste dienst logischer zou zijn, is goed. Maar er is geen reden tot paniekvoetbal, aangezien er vervangende wetgeving gaat komen. De datum van 1 oktober 2021 – het moment waarop de huidige beperkte handhaving eindigt – komt echter dichterbij, wat ervoor zorgt dat veel organisaties de broekriem rondom zp’ers aantrekken. Dit was te verwachten. Grote opdrachtgevers handelen risicomijdend en geef ze eens ongelijk. De sleutel ligt bij de politiek.”

Oplossing: continueer handhavingsstop
De negatieve gevolgen zijn tweeledig: zp’ers zien werk verdampen en opdrachtgevers, die het door schaarste op de arbeidsmarkt al moeilijk hebben goede professionals te werven, dreigen een belangrijke doelgroep met waardevolle kennis buitenspel te moeten zetten. Han Kolff: “Als intermediair op de arbeidsmarkt kunnen wij ons aanpassen aan wetgeving en wensen van klanten, maar opdrachtgevers en zp’ers – onze klanten – ondervinden wel direct hinder van de huidige situatie. Wij komen op voor de belangen van onze klanten.”

De SER opperde onlangs te handhaven onder de grens van 30 à 35 euro. Kolff: “Een prima grens, wat de professionals boven die grens – en de opdrachtgevers die hen inhuren – rust en ruimte geeft om te ondernemen. Mijn oproep namens opdrachtgevers en zp’ers: continueer de huidige beperkte handhaving tot het moment dat er nieuwe, duidelijke wetgeving is vanuit een nieuw kabinet. En pak daar nu mee door, naar die duidelijkheid snakt de markt al jaren.”

Over HeadFirst Group
HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en specialist op het gebied van het professioneel organiseren van vaste en flexibele arbeid. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruitment Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst, Between en Myler, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.

Noot voor de redactie
Alle uitkomsten van het onderzoek zijn samengebracht in een infographic.

Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit persbericht? Neem gerust contact op met Bart van der Geest, manager marketing & communicatie bij HeadFirst Group, te bereiken op 023 – 568 56 30 of bart.vandergeest@headfirst.nl.


Hoe nu verder met de wet DBA?

Hoe nu verder met de wet DBA? Dat is een relevante, maar ingewikkelde vraag waar men in Den Haag ook niet direct het antwoord op heeft. De plannen van Rutte III om de wet DBA te vervangen, hebben niet voor de duidelijkheid en helderheid gezorgd waar de markt al geruime tijd op wacht. De zelfstandigenverklaring voor de bovenkant van de markt en het minimumtarief voor de onderkant van de markt zijn – mede door een kritische internetconsultatie in het najaar van 2019 – vroegtijdig gesneuveld. Ten gevolge dat alleen de webmodule nog over is binnen het zzp-dossier. Wat zijn hiervoor de plannen? En wat is er de afgelopen maanden gebeurd?

Webmodule als enige instrument overgebleven

In de zesde voortgangsbrief ‘Werken als zelfstandige’ liet demissionair minister Koolmees weten door te gaan met zijn plannen om de webmodule uit te werken en als pilot uit te rollen. Op 11 januari 2021 is de pilot – die ongeveer zes maanden gaat duren – daadwerkelijk van start gegaan. Opdrachtgevers kunnen vanaf dat moment op anonieme basis de online vragenlijst invullen om zo meer helderheid te krijgen over of ze een zelfstandige in mogen huren voor een bepaalde opdracht. De pilot is bedoeld als voorlichtingsinstrument voor opdrachtgevers van zelfstandigen, zij kunnen tijdens deze fase geen rechten ontlenen aan de uitkomsten.

Wat is de webmodule ook alweer?

De Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie (WBA) bestaat uit ongeveer veertig vragen. Over de opdracht zelf, niet over de opdrachtnemer. Na het invullen van de vragenlijst zijn er drie mogelijke uitkomsten:

  1. Er kan buiten dienstbetrekking gewerkt worden. De webmodule geeft als uitkomst een ‘opdrachtgeversverklaring’.
  2. Indicatie van een dienstbetrekking. Dit betekent dat er meerdere aanwijzingen zijn dat de opdracht niet door een zelfstandige uitgevoerd kan worden. Het advies is om iemand in dienst te nemen of de opdracht anders vorm te geven.
  3. Er is geen oordeel mogelijk. Op grond van de gegeven antwoorden is het niet duidelijk of er sprake is van werken buiten dienstbetrekking of in dienstverband.

Kritiek op de webmodule

De afgelopen maanden is er – vanuit verschillende hoeken – kritiek geweest op de inhoud van de webmodule. De webmodule zou te veel sturen op werknemerschap en indicatoren van het zelfstandig ondernemerschap zijn weggelaten of onderbelicht. Diverse Kamerleden hebben afstand genomen van de webmodule in haar huidige vorm. Uit onderzoek van kennisplatform ZiPconomy blijkt dat er ook maar weinig opdrachtgevers enthousiast zijn over de webmodule. Ruim 30% is niet van plan de webmodule te gaan gebruiken en ongeveer 10% weet niets eens wat de webmodule is. Daarnaast blijkt dat experts en rechters tot verschillende oordelen komen wanneer de webmodule geen zekerheid kan geven.

Nieuw kabinet: plannen voor 2021

Komende zomer worden de uitkomsten en resultaten van de pilotfase geëvalueerd. Vervolgens neemt een nieuw kabinet een beslissing over het verdere verloop van de webmodule en of de tool eventueel in wetgeving omgezet kan worden. Verder gaat het nieuwe kabinet een breed maatschappelijk gesprek proberen te voeren met belanghebbende partijen over mogelijke knelpunten in de regelgeving. Door de coronacrisis zijn deze gesprekken stil komen te liggen en vooralsnog zit er weinig beweging in.

Handhaving met betrekking tot arbeidsrelaties wordt gefaseerd opgestart. Op z’n vroegst is dat per 1 oktober 2021. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft beloofd de markt tijdig te informeren over besluitvorming en relevante ontwikkelingen.

Tot slot wordt in Den Haag momenteel druk onderhandeld en overlegd om uiteindelijk tot een nieuw kabinet te komen. De exacte plannen aangaande de vervanging van de wet DBA zullen aan de formatietafels besproken worden. De partijen lijken eensgezind dat het hoogtijd is voor verandering en hervorming, maar op welke manier en in welk tempo; daar verschillen de standpunten en zienswijzen. Het CDA, PvdA en GroenLinks zien nog steeds het vaste contract als de norm. D66 wil de fiscale en sociale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen verkleinen en de VVD wil een aparte rechtspositie voor zelfstandigen om zo duidelijk te kunnen handhaven op schijnzelfstandigheid. Welke plannen een maatregelen uiteindelijk in het Regeerakkoord komen is dus nog grijs gebied.


HeadFirst Group, Manpower, Randstad en VZN over de toekomst van de arbeidsmarkt

Onder leiding van ONL-oprichter Hans Biesheuvel spraken CEO’s Han Kolff (HeadFirst Group), Jeroen Zwinkels (Manpower) en Dominique Hermans (Randstad) en voorzitter Cristel van de Ven van Vereniging Zelfstandigen Nederland over de toekomst van de arbeidsmarkt. De ronde tafel is nu terug te bekijken.

Deel 1

De arbeidsmarkt wordt flexibeler. Deze trend zal zich de komende jaren door blijven zetten. Het vaste contract is daarbij niet de oplossing en politiek Den Haag moet zich bewust worden van deze ontwikkelingen. Wat is de rol van flexbedrijven in deze ontwikkeling en hoe kunnen wij Den Haag ondersteunen?

Stelling: Flexibilisering van de arbeidsmarkt zorgt voor heel veel baanonzekerheid, een groter verschil tussen arm en rijk en het stimuleert schijnzelfstandigheid.

Bekijk de video hier

 

Deel 2

De focus in Den Haag ligt vooral op het aanpakken van schijnzelfstandigheid. Alhoewel het een zeer kleine groep is, zijn we daar niet op tegen. Hoe kunnen we schijnzelfstandigheid bestrijden, maar tegelijkertijd échte ondernemers de ruimte blijven bieden?

Stelling: Het invoeren van een sociaal basisstelsel voor alle werkenden biedt zekerheid voor degenen die dat nodig hebben en geeft een basis voor ondernemerschap aan degenen die dat willen.

Bekijk de video hier

 

Deel 3

Welke rol kunnen grote HR-dienstverleners binnen de flexbranche spelen bij het duurzaam inzetbaar houden van mensen op de arbeidsmarkt? Hoe kunnen we flexwerkers en zelfstandigen opleiden/training geven en begeleiden van baan naar baan?

Stelling: Opleiding en persoonlijke ontwikkeling is de verantwoordelijkheid van de zzp’er en de flexwerker zelf.

Bekijk de video hier


Nieuwe minister kan gelijk aan de slag met zzp-dossier

Als het aan Han Kolff, CEO van HeadFirst Group, en ONL-voorman Hans Biesheuvel ligt gaat de opvolger van demissionair minister Wouter Koolmees in een nieuw kabinet gelijk aan de slag met de positie van de zzp’er op de arbeidsmarkt. De flexibiliseringstrend zet wereldwijd door en vraagt om goede en duidelijke regulering. Daarbij kan Nederland veel leren van de situatie in België, Californië en Scandinavië. Dit blijkt uit onderzoek van onafhankelijk kennisplatform ZiPconomy, uitgevoerd in opdracht van HeadFirst Group en ONL.

 

Positieve reactie minister Koolmees
ONL voor Ondernemers en HeadFirst Group, marktleider in de Benelux op het gebied van externe inhuur, willen samen met de politiek aan de slag om het arbeidsmarktbeleid vorm te geven en de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Minister Koolmees neemt de oproep serieus en nam in het Ondernemershuis in Den Haag het rapport ‘Zelfstandigheid, flexibiliteit en sociale zekerheid. Een kijkje over de grens.’ in ontvangst. Hans Biesheuvel, Han Kolff en Frits Huffnagel namen met Koolmees een podcast over het rapport op.

 

Achtergrond
Niet alleen in Nederland wordt volop gediscussieerd over wet- en regelgeving rondom werk. Daarom is door ZiPconomy gekeken naar hoe eerdergenoemde regio’s omgaan met sociale zekerheid, zelfstandigheid en regels omtrent flexibel werken.

Zowel voor HeadFirst Group als ondernemersorganisatie ONL is het duidelijk: het wordt tijd om met elkaar – de politiek en het bedrijfsleven – knopen door te hakken. ‘Er is de afgelopen jaren genoeg gepraat. Landen om ons heen maken scherpe keuzes en ook in Nederland moeten we heldere en duidelijke keuzes gaan maken’, zegt Biesheuvel. Kolff, zelf al jarenlang actief binnen de flexbranche, beaamt dit: ‘Er ligt een opgave voor het nieuwe kabinet. Stapsgewijs moeten we toewerken naar toekomstgerichte oplossingen. Een goede eerste stap is met elkaar na te denken over de invoering van een sociaal basisstelsel voor alle werkenden. Daarmee creëren we een gelijker speelveld, ongeacht de contract- of rechtsvorm. Ik geloof dat veel zelfstandigen in Nederland bereid zijn hieraan mee te doen, om zo de onderkant van de markt goed te beschermen en daarboven de markt vrij te laten. Wij doen in ieder geval graag mee aan het debat en nodigen alle partijen uit om met elkaar na te denken over een haalbare uitvoering.’

 

Belangrijkste bevindingen onderzoek
‘In België zijn voor specifieke sectoren, waar het risico op onderbetaling of kwetsbare werkenden groot is, negen aanvullende criteria bedacht bij het bepalen van de arbeidsrelatie. In deze aanpak zit veel meer maatwerk en op deze manier wordt schijnzelfstandigheid effectief bestreden’, vertelt Kolff. Verder staat in het rapport dat de fiscale en sociale zekerheidsverschillen tussen werknemers en zelfstandigen in België veel kleiner zijn. Goede voorbeelden voor Nederland.

Onderzoeker Hugo-Jan Ruts, tevens hoofdredacteur van ZiPconomy, onderzocht ook Californië, de bakermat van de gig-economy. Daar werd in 2019 de ABC-test geïntroduceerd; een test die aan de hand van drie criteria bepaalt of iemand als zelfstandige ingehuurd kan worden. ‘De indeling van de test is verleidelijk eenvoudig, maar binnen korte tijd konden veel professionals aan de bovenkant van de markt door deze criteria niet meer aan opdrachten komen. Ook in Californië hebben ze de oplossing om een onderscheid te maken tussen kwetsbare en niet-kwetsbare zelfstandigen dus nog niet gevonden.’ Aangezien de flexibiliseringstrend ook daar onverhard doorzet, wordt gedacht aan bescherming van de onderkant van de markt.

In hoofdlijnen is de Scandinavische situatie vergelijkbaar met de Nederlandse situatie. Ook daar leeft de discussie om een duidelijk onderscheid te maken tussen werknemers en zelfstandigen. Criteria die gebruikt worden bij het bepalen van de arbeidsrelatie zijn – net als hier in Nederland – afkomstig uit de jurisprudentie. In Scandinavië leeft de wens om deze set aan criteria voor het bepalen van de arbeidsrelatie explicieter te maken en wettelijk vast te leggen. Het aanpassen van deze criteria is bij uitstek een taak van de politiek. Een herkenbare oproep dus.

 

Bekijk ook het ronde tafelgesprek over de toekomst van de arbeidsmarkt

Onder leiding van ONL-oprichter Hans Biesheuvel spraken CEO’s Han Kolff (HeadFirst Group), Jeroen Zwinkels (Manpower) en Dominique Hermans (Randstad) en voorzitter Cristel van de Ven van Vereniging Zelfstandigen Nederland over de toekomst van de arbeidsmarkt. De ronde tafel is terug te bekijken op YouTube.


Corona stuwt flexibilisering

Het afgelopen jaar is er één die de geschiedenisboeken in zal gaan door de wereldwijde impact van het coronavirus. Bedrijven sloten hun kantoren, de treinen waren nog nooit zo rustig en de arbeidsmarkt veranderde. Het virus eiste aanpassingsvermogen van iedereen en het zette mensen aan het denken. Zo ook onze CEO, Han Kolff. Want in dit nieuwe jaar waar mensen wereldwijd worden gevaccineerd voor COVID-19 zal de wereld er weer anders uit komen te zien. Hoe zal de arbeidsmarkt in 2021 bijvoorbeeld veranderen? Kolff deelt zijn voorspellingen.

Impact COVID-19 op externe inhuur

“De impact van corona op de inhuurmarkt voor kennisintensieve functies in 2020 is beperkt gebleven,” vertelt Kolff. “Vanzelfsprekend zagen we in het beginsel een terugslag in nieuwe inhuuraanvragen en gewerkte uren. Gelukkig zette de positieve trend zich vanaf mei voorzichtig in. Ook het aantal professionals waarvan de opdracht concreet beëindigd is, is zeer beperkt gebleven. Drie redenen liggen hieraan ten grondslag; 1) hoogopgeleide kenniswerkers kunnen werkzaamheden bij opdrachtgevers grotendeels op afstand uitvoeren, 2) zij zijn vaak werkzaam in bedrijfskritische processen van organisaties, met als resultaat dat deze projecten gewoon doorliepen en 3) overheidsorganisaties maken veel gebruik van externe professionals, zij bleken ten tijde van de coronacrisis een stabiele inhuurder.”

Ook voor ‘vast’, wordt dit beeld ondersteunt door cijfers van het CBS. Eind 2019 werd een recordstand bereikt van 286 duizend openstaande vacatures. Als gevolg van de coronacrisis ontstond een daling van 30 procent, waardoor het aantal terugliep met 86 duizend. Toch liep eind september het aantal openstaande vacatures weer op tot 216 duizend. Dit is naar verwachting nog verder gestegen in het laatste kwartaal van 2020 en zal nog verder stijgen in 2021.

Voorspelling voor 2021

“Corona stuwt de flexibilisering van de arbeidsmarkt in 2021, voortkomend uit de verder stijgende behoefte bij organisaties om mee te bewegen met de markt, de noodzaak tot grip op inhuur en een nieuwe boost in digitalisering”, vertelt Kolff. Deze drie oorzaken licht hij als volgt toe:

 

  • Door de kosten van personeel te laten meebewegen met projecten, bedrijfsdrukte, de markt en de economie is het mogelijk om kost efficiënter te werken. Daarnaast is onder professionals de drang naar flexibel werken onverminderd groot. Het zelf kunnen bepalen van werktijd, werkdagen, opdrachten en tarief is voor velen nog steeds aantrekkelijk. Met de snel krimpende levensduur van vaardigheden en het komen en gaan van veel banen, vergroten professionals hun inzetbaarheid aanzienlijk door voor verschillende opdrachten en bedrijven te werken en zichzelf on the job op te leiden voor de volgende klus.
  • Organisaties die grip hebben op hun externe inhuur weten precies wie op welke plek in de organisatie wordt ingehuurd en waarom. Organisaties die dat beeld niet hadden bij aanvang van de coronacrisis bleken minder goed in staat mee te bewegen met de marktontwikkelingen.
  • Locatie gebonden werk is een risicofactor gebleken. Tijdens de crisis veranderde het werk zoals we dat voorheen kenden naar massaal thuiswerken, wat de noodzaak om te automatiseren – helaas pijnlijk – duidelijk maakte. Dit geeft een nieuwe boost aan de digitaliseringsdrang van organisaties. Hieruit komt meer vraag naar online- en IT-specialisten voort, die relatief vaak op basis van een flexibele arbeidsrelatie werken.

Kolff stelt dat dienstverleners die op deze behoeftes in kunnen spelen met relevante datagedreven services en een goede balans tussen tech (digitalisering van processen) en touch (persoonlijk contact, goed advies), de winnaars van het jaar worden.

Tot slot spreekt Kolff zijn vertrouwen uit dat “het nieuw te vormen kabinet in 2021 de ambitie toont de arbeidsmarktwetgeving – met de Wet DBA uiteraard als heet hangijzer – af te willen stemmen op de wens tot flexibiliteit van opdrachtgevers en professionals, natuurlijk met voldoende sociale zekerheid voor eenieder die dat wenst.”