Vrijdag 22 juni heeft Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer middels een brief, betiteld als ‘uitwerking maatregelen werken als zelfstandige’, geïnformeerd over de voortgang van de vervanging van de Wet DBA. HeadFirst zet de hoofdlijnen voor je op een rij.
Geen eenvoudige opgave
Het kabinet is in de afgelopen maanden bezig geweest met de uitwerking van de maatregelen ter vervanging van de Wet DBA, waar je meer over leest in ons whitepaper. “Het kabinet is daarin stappen verder gekomen, maar heeft ook nog werk te verrichten”, zo berichtte minister Koolmees in zijn brief. “Het maken van nieuwe wetgeving rond zzp is geen eenvoudige opgave. Dat was duidelijk bij de invoering van de Wet DBA, bij het opstellen van het regeerakkoord en blijkt ook nu. Maar nieuwe wet- en regelgeving is onverminderd nodig.”
Vervolgacties
Het kabinet onderneemt de komende maanden diverse vervolgacties:
De maatregelen voor ‘de boven- en onderkant van de arbeidsmarkt’ worden verder uitgewerkt. “Hierbij zijn echter diverse knelpunten geconstateerd die worden geadresseerd. In het najaar komt het kabinet met een nader voorstel.”
Er wordt momenteel een extern onderzoek uitgevoerd naar tarieven, tariefopbouw en kenmerken van zzp’ers en hun opdrachten. “De uitkomsten van dit onderzoek worden gebruikt om te komen tot een afbakening van de groepen die onder de arbeidsovereenkomst bij laag tarief en de opt-out vallen. Ook worden effecten van een dergelijke afbakening op de arbeidsmarkt in kaart gebracht.”
– Het kabinet gaat in gesprek met de Europese Commissie over de bescherming van werkenden met lage tarieven. “Wetende dat deze problematiek in meer landen speelt”.
– Het kabinet onderzoekt op welke manier afbakening van de groep opdrachtnemers ‘aan de bovenkant van de markt’ – voor wie de opt-out gaat gelden – nodig is. “Immers, als voor de opdrachtgever en -nemer al vaststaat dat de opdrachtnemer de werkzaamheden als zelfstandige uitvoert, dan is een opt-out niet nodig.”
– Het kabinet gaat onderzoeken of de voorgestelde webmodule 1) uitvoerbaar en handhaafbaar is, 2) zekerheid biedt aan ondernemers en hun opdrachtgevers en 3) niet onnodig veel administratieve last met zich meebrengt.
– Op 3 september 2018 organiseert het kabinet een vervolg op de kick-off bijeenkomst met veldpartijen van 24 januari 2018, waarin opnieuw besproken wordt hoe de maatregelen zo goed mogelijk kunnen worden uitgewerkt.
– “De opkomst van nieuwe vormen van arbeidsrelaties tussen opdrachtgever/werkgever en opdrachtnemer/werknemer zorgt voor fundamentele vragen over de arbeidsmarkt, het arbeidsrecht en de sociale zekerheid. Om voorbereid te zijn op de toekomst wordt een onafhankelijke commissie ingesteld die onderzoek doet naar deze vraagstukken, waaronder de mogelijkheid van de introductie van een ondernemersovereenkomst en de herziening van de definitie van de uitzendovereenkomst.”
Belangrijke datums
Een aantal datums die al bekend waren, blijven staan:
– De handhaving op de Wet DBA blijft opgeschort tot in ieder geval 1 januari 2020, met uitzondering van kwaadwillenden.
– Vanaf 1 juli 2018 wordt de handhaving niet meer beperkt tot de meest ernstige gevallen van kwaadwillendheid, maar wordt de handhaving verbreed tot alle kwaadwillenden. Hieronder meer daarover.
– Uiterlijk per 1 januari 2019 zal het kabinet het criterium ‘gezag’ hebben verduidelijkt.
Handhaving: 100 opdrachtgevers worden bezocht
De Belastingdienst publiceert op 1 juli 2018 een plan dat invulling geeft aan het toezicht op arbeidsrelaties vanaf deze datum. De invulling is in grote lijnen al bekend. Zo gaat de Belastingdienst bedrijfsbezoeken plannen met opdrachtgevers, waarbij het in gesprek gaat over hun werkwijze met opdrachtnemers. “De Belastingdienst selecteert minimaal 100 opdrachtgevers om te bezoeken. In deze selectie zijn zowel de opdrachtgevers betrokken die een modelovereenkomst hebben voorgelegd die al dan niet is goedgekeurd, als de opdrachtgevers die in dit kader nog niet in beeld zijn geweest bij de Belastingdienst. Van elke categorie wordt een aantal opdrachtgevers geselecteerd dat de Belastingdienst zal bezoeken. De selectie vindt dusdanig plaats dat diverse branches en sectoren bezocht worden. (…) De focus ligt bij de opdrachtgevers die nog niet in beeld zijn geweest (red, hiermee lijkt bedoeld te worden: ‘opdrachtgevers die niet een modelovereenkomst bij de Belastingdienst ter goedkeuring hebben voorgelegd’) of die niet werken met een goedgekeurde (model)overeenkomst.”
“Afhankelijk van hetgeen de Belastingdienst vaststelt in zijn gesprekken met – en bezoeken bij – opdrachtgevers, wordt het toezichtplan tussentijds aangepast. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat er andere of andersoortige opdrachtgevers worden geselecteerd. Toezicht vindt plaats waar de grootste risico’s van schijnzelfstandigheid zijn. (…) Indien de Belastingdienst tijdens zijn toezicht een vermoeden heeft dat sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking en kwaadwillendheid stelt hij een nader onderzoek in. (…) De planning is om de bezoeken eind 2018 afgerond te hebben.”
Ben je benieuwd naar de complete brief van Minister Koolmees? Download het hier.