Op maandag 20 september hebben de demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de demissionair staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken en de vervolgstappen ten aanzien van de in het regeerakkoord voorziene maatregelen op het gebied van ‘werken als zelfstandige’. In deze brief wordt speciaal aandacht besteed aan de pilot van de webmodule en de vraag welk vervolg wordt gegeven aan deze online tool. Ook wordt aandacht besteed aan het handhavingsmoratorium en wordt kort ingegaan op overige relevante maatregelen.
Evaluatie pilot webmodule
Op 11 januari 2021 is de pilot van de webmodule gestart, een online vragenlijst die opdrachtgevers anoniem kunnen invullen om zo meer duidelijkheid te krijgen over de aard van de arbeidsrelatie. De webmodule is gericht op zakelijke opdrachtgevers die een zzp’er inhuren voor een bepaalde opdracht. De webmodule is ruim 6600 volledig ingevuld. Het geheel van de uitkomsten is als volgt verdeeld:
- In 33,9% van de gevallen is aan de hand van de ingevulde vragenlijst een indicatie van een dienstbetrekking gegeven;
- In 9,7% van de gevallen een indicatie van een fictieve dienstbetrekking;
- In 28% van de gevallen een indicatie buiten dienstbetrekking;
- En in 28,4% van de gevallen kon geen indicatie worden gegeven.
Tussen sectoren zijn grote verschillen zichtbaar in de uitkomsten van de webmodule. Zo ligt in de sectoren bouwnijverheid, horeca en transport de uitkomst ‘indicatie binnen dienstbetrekking’ procentueel gezien vele malen hoger dan de sectoren openbaar bestuur en zakelijke dienstverlening.
Eerder is al aangegeven dat een volgend kabinet moet besluiten of de webmodule daadwerkelijk wordt ingevoerd en zo ja, welke status de uitkomst krijgt (wel of geen juridische zekerheid). Voorafgaand aan besluitvorming wordt nog een toets gedaan op de uitvoeringsgevolgen voor zowel de variant waarin de webmodule enkel wordt ingezet als voorlichtingsinstrument als voor de variant waarin deze (meer) zekerheid moet bieden aan opdrachtgevers.
Vragenlijst voor tussenkomst nog niet afgerond
In een eerdere voortgangsbrief is aangekondigd dat ook een vragenlijst ontwikkeld gaat worden die specifiek bedoeld is voor situaties van tussenkomst. In de nieuwste brief geven de bewindspersonen aan dat het complex is gebleken om voor deze situaties een vragenlijst op te stellen. De vragenlijst voor tussenkomst is om die reden nog niet afgerond. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft in de brief aan verder in gesprek te willen met vertegenwoordigers van de tussenkomstbranche om verder door te spreken over de mogelijkheid van een webmodule voor tussenkomst. Desalniettemin hebben de betrokken organisaties AWVN, PZO, Bovib, NBBU en I-ZO laten weten dat het geen zin heeft om verder te praten over deze of andere varianten van de webmodule.
Toezicht en handhaving
De Belastingdienst houdt toezicht op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen. Dit toezicht is, zoals eerder aangegeven in vorige voortgangsbrieven, een complexe aangelegenheid. Voor een effectieve handhaving is eerst een wijziging van wet- en regelgeving nodig. Meer concreet betekent dit het verkleinen van de verschillen tussen werknemers en zelfstandigen (voor het arbeidsrecht, de sociale zekerheid en fiscaliteit) en het geven van meer duidelijkheid over de kwalificatie van de arbeidsrelatie.
Verder wordt duidelijk dat – in lijn met de motie Grinwis van vlak voor het zomerreces – het moratorium niet afloopt per 1 oktober 2021, maar dat het minimaal tot 1 oktober 2021 loopt en dat in afwachting van verdere besluitvorming handhaving niet wordt opgestart. De Belastingdienst handhaaft nog wel bij kwaadwillende opdrachtgevers.
Voortgang verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers
Het kabinet heeft eerder aangegeven het voorstel van de Stichting van de Arbeid te omarmen, mits dit op een uitvoerbare en betaalbare wijze kan worden vormgegeven. De Belastingdienst en het UWV hebben eerder kritiek geuit op de plannen gezien de complexiteit en (on)haalbaarheid. Samen met maatschappelijke partners wordt momenteel verder gewerkt aan de uitwerking en vormgeving van een dergelijke verzekering. Gezien de demissionaire status van het kabinet en de controversieel-verklaring van dit onderwerp door de Tweede Kamer wordt verdere besluitvorming overgelaten aan het volgende kabinet.
Tot slot
De inzet van het kabinet was de afgelopen jaren duidelijk; échte zelfstandigen zoveel mogelijk de ruimte geven om te ondernemen en tegelijkertijd kwetsbare zelfstandigen bescherming bieden. Zoals eerder duidelijk is geworden zijn de voorstellen van een wettelijk minimumtarief voor zelfstandigen en een zelfstandigenverklaring niet gerealiseerd.
Daarentegen heeft het kabinet wel stappen gezet om een gelijker fiscaal speelveld te creëren tussen werknemers en zelfstandigen door de ingezette geleidelijke afbouw van de zelfstandigenaftrek. Dit betekent dat de zelfstandigenaftrek in stappen omlaag gaat tot €3240 in 2036.
Ook de toegankelijkheid van scholing en ontwikkelingsmogelijkheden moet bijdragen aan een gelijker speelveld. Op Prinsjesdag is aangekondigd dat de Subsidie Stimulans Arbeidsmarkt Positie (STAP) ook beschikbaar wordt voor zelfstandig ondernemers. Werkenden en niet-werkenden kunnen maximaal €1000 per persoon aanvragen voor opleidingen, cursussen en trainingen.