Op 15 juni 2020 hebben minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst –, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de Tweede Kamer geïnformeerd over de huidige stand van zaken en de vervolgstappen ten aanzien van de in het regeerakkoord voorziene maatregelen op het gebied van ‘werken als zelfstandige’.
Het minimumtarief en de zelfstandigenverklaring worden niet verder uitgewerkt
In de voortgangsbrief laten de betrokken bewindspersonen weten dat het kabinet heeft besloten niet verder te gaan met de concept-wetteksten voor het minimumtarief en de zelfstandigenverklaring. Het uitwerken van deze concept-wetteksten blijkt een complexe opgave. De diverse (uitvoerings)toetsen, de gesprekken met het werkveld en de reacties op de internetconsultatie hebben een aanzienlijk aantal knelpunten aan het licht gebracht. Daarnaast is ook de Commissie Regulering van werk kritisch op de voorstellen. De gekozen maatregelen brengen grote administratieve lasten mee, zorgen voor veel onduidelijkheid, hebben geen draagvlak en zijn lastig uitvoerbaar en handhaafbaar voor de uitvoerende en controlerende instanties.
Het kabinet laat verder weten in gesprek te gaan met sociale partners en andere partijen om afspraken voor zelfstandigen vast te leggen. Daarnaast wil het kabinet de arbeidsmarktpositie van platformmedewerkers versterken. Daarom wordt er gekeken of de regelgeving voor driehoeksrelaties, zoals bemiddelaars en uitzendbureaus, ook van toepassing kan worden verklaard op platforms. Ten slotte werkt het kabinet aan een bredere arbeidsmarktagenda. Dit vloeit voort uit het advies van de Commissie Regulering van werk.
De webmodule start als pilot
De webmodule is nog niet gereed, maar het kabinet streeft ernaar om dit najaar met de webmodule te starten als een pilot. Met de webmodule ontwikkelt het kabinet een instrument om opdrachtgevers duidelijkheid te geven over de fiscale, arbeidsrechtelijke en sociaalverzekeringsrechtelijke kwalificatie van de arbeidsrelatie. De webmodule zal drie mogelijk uitkomsten geven (opdrachtgeversverklaring, indicatie dienstbetrekking, geen oordeel). Deze uitkomsten hebben nog geen juridische status. Opdrachtgevers kunnen in deze pilotfase nog geen zekerheid ontlenen aan de uitkomst. De webmodule fungeert slechts als een voorlichtingsinstrument om duidelijkheid te krijgen over de arbeidsrelatie.
Na de pilotfase zal een beslissing worden genomen over het verdere gevolg van de webmodule. Het kabinet streeft ernaar om bij de uiteindelijke introductie van de webmodule wel juridische gevolgen te verbinden aan de opdrachtgeversverklaring, zodat een opdrachtgever hier zekerheid aan kan ontlenen. Na het zomerreces zal het kabinet de Tweede Kamer informeren over het verdere tijdpad en de start van de pilot.
Toezicht op arbeidsrelaties
De coronacrisis heeft gevolgen voor de inzet van inspecties, het toezicht door de Belastingdienst en de wijze van inspecteren door de Inspectie SZW. Het handhavingsmoratorium is in ieder geval verlengd tot 1 januari 2021. Tijdens dit moratorium handhaaft de Belastingdienst als een opdrachtgever kwaadwillend blijkt of als opdrachtgevers na aanwijzingen van de Belastingdienst hun werkwijze niet binnen een redelijke termijn (meestal tot 3 maanden) aanpassen.
Verder zal er na het zomerreces uitvoering worden gegeven aan de motie Palland, die vraagt om een halfjaarlijkse rapportage over de uitvoering van het toezicht op arbeidsrelaties. In het najaar neemt het kabinet een beslissing over verdere verlengingen van het moratorium.