Het nieuw kabinet is inmiddels al een tijd van start, er ligt een ambitieus coalitieakkoord op tafel en de nieuwe bewindspersonen zijn inmiddels redelijk ingewerkt. Dat is te merken in Den Haag. Ambtenaren zijn druk bezig met het schrijven van beleidsplannen en ook de Tweede Kamer gaat weer regelmatig met elkaar in debat. Een mooi moment om jullie even kort mee te nemen in de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen van de afgelopen weken.
EU-voorstel platformwerk
Het is duidelijk dat Brussel zich steeds nadrukkelijker gaat bemoeien met nationale aangelegenheden en vraagstukken. Niet geheel verrassend kwam vorig jaar december de Europese Commissie met een voorstel om platformwerkers beter te beschermen. Het geduld met Uber en Deliveroo is in Brussel al geruime tijd op en in de nieuwe richtlijn eist de Europese Commissie dat platformwerkers dezelfde rechten en plichten krijgen als werknemers. Aangezien het vraagstuk omtrent platformwerk in meerdere Europese landen speelt, pakt Brussel nu de handschoen op om met duidelijke richtlijnen en criteria te komen die verheldering moeten brengen over de kwalificatie van de arbeidsrelatie.
In het voorstel worden vijf criteria opgesteld om te bepalen of er sprake is van werknemerschap of zzp-schap. Deze zijn als volgt:
1. Het platform bepaalt de beloning van de werkende;
2. Het platform stelt eisen aan het uiterlijk van de werkende (hij moet bijvoorbeeld een uniform dragen);
3. Het platform monitort de prestaties van de werkende via digitale middelen;
4. Het platform bepaalt de werktijden;
5. Het platform beperkt de mogelijkheden van de werkende om voor anderen te werken.
Mocht in de praktijk blijven dat er sprake is van twee of meer criteria, dan is het aan het platform om te bewijzen dat er toch sprake is van een zzp’er in plaats van een werknemer. Volgens berekeningen van de Europese Unie zal dit grote gevolgen hebben voor de Nederlandse schatkist, omdat geprofiteerd kan worden van miljarden aan belastingopbrengsten en sociale zekerheidspremies.
Nu zijn er wel wat fundamentele vragen die gesteld moeten worden bij dit voorstel en de hele discussie omtrent platformwerk. Want wat is nou eigenlijk de definitie van een platform? En gaat dit voorstel alleen over de aanpak van schijnzelfstandigheid bij platformwerkers, of gaat dit voorstel over de bemiddeling en classificatie van zelfstandigen in zijn algemeenheid? Afgelopen weken werd in ieder geval duidelijk dat alle politieke partijen het er over eens zijn dat dit voorstel effect gaat hebben op het zzp-vraagstuk in Nederland. De discussie wanneer er sprake is van een échte zzp’er speelt al langer in Nederland en vele pogingen om hier helderheid over te verschaffen zijn inmiddels gestrand en in de ijskast gezet. Die vermoeidheid is een extra reden om alert te zijn, omdat Den Haag niet te makkelijk akkoord moet gaan met dit voorstel en duidelijk de grens moet bewaken tussen kwetsbare platformwerkers en échte zelfstandigen. De kans is aannemelijk dat publieke rechtelijke instanties zoals de Belastingdienst en de Arbeidsinspectie deze criteria mogen gaan gebruiken om het vermoeden van werknemerschap te gaan toetsen en handhaven. Dat geeft direct aan dat het voorstel zich niet enkel richt op het beschermen van de kwetsbare platformwerker, maar dat het ook publiekrechtelijke instanties handvatten geeft om te starten met handhaving. We zullen daarom de ontwikkelingen op de voet moeten volgen en in een zo vroeg mogelijk stadium Kamerleden op de hoogte brengen van onze belangen en zorgen.
Hoofdlijnendebat Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Op donderdag 17 februari ging de Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid in debat met de nieuwe ministers van SZW over de plannen uit het coalitieakkoord. Diverse thema’s kwamen in het debat aan bod en met 19 fracties ging het af en toe alle kanten op. Gelukkig was er tijdens het debat ook aandacht voor thema’s die voor ons van belang zijn, zoals de webmodule, het handhavingsmoratorium en duidelijkheid omtrent de inhuur van zelfstandigen.
Voorafgaand aan het debat hebben we als HeadFirst Group input geleverd en aan verschillende Kamerleden gevraagd om meer duidelijkheid te scheppen over de verdere ontwikkeling van de webmodule en handhaving van de wet DBA. Het was goed om te zien dat partijen hier tijdens het debat op terugkwamen. De markt snakt na al die jaren naar duidelijke en uitvoerbare regels.
Alhoewel de minister niet direct antwoord gaf op onze vragen waren er zeker wat lichtpuntjes. Zo gaf de minister zelf aan dat slechts een klein percentage werkenden op de arbeidsmarkt een ‘kwetsbare zzp’er’ is en dat we ons vooral moeten richten op die sectoren waar de kans op schijnzelfstandigheid het grootst is. Dit heeft raakvlak met het Belgische model waar we eerder een rapport over schreven met ZiPconomy en ONL en ook pleiten we al langer voor sectorale handhaving. Ook heeft de minister beloofd om voor de zomer met een ‘breed plan’ te komen over de hervorming van de arbeidsmarkt en dit in een brief uiteen te zetten en te delen met de Tweede Kamer.