De Europese Commissie wil dat Nederland verder snijdt in de belastingkorting voor zzp’ers. Het zou een van de twee voorwaarden zijn om aanspraak te mogen maken op coronasteun vanuit Brussel, vermeld het FD. Hiermee worden zzp’ers wederom onderwerp van de politiek-maatschappelijke discussie over de arbeidsmarkt.

Politiek Den Haag ziet het creëren van een gelijker speelveld, o.a. door de afbouw van de zelfstandigenaftrek, als één van de oplossingen voor de wildgroei aan zzp’ers. Wij omarmen het creëren van een gelijker speelveld. Ieder individu in Nederland – ongeacht de werkvorm en arbeidsrelatie – heeft tenslotte recht op bescherming en zekerheid.

De helpende hand van de politiek is echter hard nodig voor de zelfstandigen met lagere uurtarieven en kleine financiële buffers. Deze groep is gebaat bij bescherming, bijvoorbeeld tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Desondanks worden door het vaste bedrag van de zelfstandigenaftrek, juist zzp’ers met lagere inkomens harder geraakt.

Slechts 7 procent zzp’ers noemt zich gedwongen zzp’er
Een groeiende groep werkenden maken – in hun zoektocht naar autonomie en uitdaging – de stap naar het zelfstandig ondernemerschap. Slechts een kleine 7 procent van de zzp-populatie noemt zichzelf gedwongen zzp’er. Het is hoog tijd dat er een oplossing komt die hulpbehoevende zzp’ers ondersteunt, maar de grotere groep bewuste zelfstandigen vrij laat om te ondernemen.

Dit dient wel hand in hand te gaan met collectiviteit, sociale zekerheid en moderne solidariteit. Er is een sociaal basisstelsel nodig voor alle werkenden, ongeacht hun contract- of rechtsvorm, met zekerheden die meebewegen met de veranderingen in hun werkende leven. Een wezenlijke verandering van het huidige systeem, maar broodnodig om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken.

Om het debat over de arbeidsmarkt naar een hoger niveau te tillen, zijn feiten en cijfers van zzp’ers nodig. Maandag 8 november presenteren ZiPconomy, ONL en HeadFirst Group een rapport met als doel: de diversiteit en heterogeniteit van deze groep in kaart brengen en een bijdrage leveren aan een rationeel en feitelijk debat.