Internetconsulatie 'Wet minimumbeloning zelfstandigenverklaring' gestart

Maandag 28 oktober jl. hebben minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, staatssecretaris Snel van Financiën en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat een internetconsultatie aangekondigd. Het gaat om twee onderdelen uit de voorstellen die door het kabinet zijn aangekondigd ter vervanging van de Wet DBA; het minimumtarief van zelfstandigen en de zelfstandigenverklaring.
Maatregelen per 1 januari 2021
De eerste maatregel heeft betrekking op de onderkant van de markt en houdt in dat zzp’ers minimaal €16,- per uur moeten verdienen. Dit minimumtarief geldt voor alle uren die een zzp’er aan een opdracht besteedt. Hierbij is rekening gehouden met de besteding aan overige werkzaamheden, bijvoorbeeld administratie. Directe kosten, zoals materiaal, zijn exclusief. Zzp-ers die minder verdienen dan het minimumtarief worden niet beschouwd als zelfstandigen, maar als werknemers van de opdrachtgever.
De tweede maatregel is de zelfstandigenverklaring. Deze is bedoeld voor zelfstandigen met een tarief van minimaal € 75,-. Hiermee kunnen zij vooraf met de opdrachtgever afspreken dat ze als zelfstandige werken. Om de zelfstandigenverklaring te kunnen gebruiken, is een inschrijving bij de Kamer van Koophandel nodig. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, lopen zelfstandigen en opdrachtgevers maximaal een jaar geen risico op naheffing loonheffing en sociale premies. Daarnaast krijgen zij zoveel mogelijk zekerheid over arbeidsrechtelijke gevolgen.
Webmodule niet opgenomen
De webmodule, die zelfstandigen in overige gevallen kunnen gaan gebruiken, staat niet in dit conceptwetsvoorstel genoemd. Daar is namelijk geen wetswijziging voor nodig. Wel zijn de vragen uit de webmodule getoetst bij opdrachtgevers en brancheorganisaties. Doordat op de conceptversie veel kritiek werd geleverd, is de ingangsdatum van 1 januari 2020 uitgesteld. Het verwerken van de feedback kost niet alleen veel tijd, maar maakt de ontwikkeling van de webmodule een nog ingewikkeldere puzzel.
Internetconsultatie
De internetconsultatie houdt in dat het conceptwetsvoorstel zes weken – tot maandag 9 december – open staat voor reacties. Aan de hand van deze feedback kan het wetsvoorstel gereed worden gemaakt voor advies van de Raad van State en vervolgens voor de indiening aan de Tweede Kamer. De internetconsultatie vind u hier.
Doe een beroep op al het beschikbare talent: sluit zp’ers niet uit

Het uitblijven van maatwerk in wet- en regelgeving hindert de arbeidsmarkt. Zo zorgt de wet DBA nog steeds voor anti-zzp beleid bij diverse opdrachtgevers. Dat is problematisch voor zelfstandigen, maar met het oog op de extreme schaarste op de arbeidsmarkt zeker ook voor opdrachtgevers. Dat vraagt volgens Han Kolff, CEO van HeadFirst Group, om daadkracht van politiek Den Haag én opdrachtgevers.
Markt maximaal overspannen
Het wordt voor organisaties steeds ingewikkelder om talent te vinden. Record na record wordt verbroken van het aantal openstaande vacatures en sinds het CBS de spanning op de arbeidsmarkt meet, is het niet eerder voorgekomen dat het aantal vacatures het aantal werklozen overtrof. Ook de grenzen van de flexibele arbeidsmarkt zijn inmiddels bijna bereikt. HeadFirst Group en Intelligence Group toonden in de recent verschenen Talent Monitor dat het (actieve) aanbod van zelfstandig professionals (zp’ers) opdroogt en de banken bij detacheerders leegraken.
‘Anti-zzp beleid’ nog altijd aan de orde
In een tijd van extreme schaarste is al het beschikbare talent nodig om de economie draaiende te houden. Desondanks zetten diverse opdrachtgevers een belangrijke doelgroep met waardevolle kennis nog te vaak buiten spel: zelfstandig professionals. Dat is het gevolg van de wet DBA en de richtlijn ‘beoordeling gezagsverhouding’, dat nog steeds voor zenuwen zorgt.
Aangezien niet altijd duidelijk is of er sprake is van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer– én de Belastingdienst achteraf pas beoordeelt – bestaat de angst onder opdrachtgevers op eventuele naheffingen. Het eerdere besluit van het kabinet om handhaving hierop per 1 oktober 2021 op te schorten tot er meer duidelijk is over vervangende wetgeving, is een verstandige keuze. De verwachting was dat dit rust zou creëren onder opdrachtgevers. Helaas is er bij de meeste opdrachtgevers nog weinig veranderd als het gaat om de blik op zp’ers bij inhuuraanvragen of aanbestedingen, zo zagen we recent nog bij de Gemeente Den Haag.
Zelfstandigen ondervinden hier hinder van, al wordt dat momenteel nog verbloemd doordat er voldoende werk is bij opdrachtgevers die wel met de armen wijd openstaan voor zp’ers. Het meest problematisch is het voor opdrachtgevers, die in de war for talent iedere doelgroep op de arbeidsmarkt nodig hebben en zeker de kennisintensieve groep van honderdduizenden zp’ers in Nederland.
Oproep aan opdrachtgever en politiek Den Haag
Dat opdrachtgevers kritisch kijken naar de inhuur van zp’ers voor rollen waar wellicht iemand in vaste dienst logischer zou zijn, is goed. Maar laat de brede angst voor het inhuren van zp’ers los. Binnen de kaders van de wet DBA is meer mogelijk dan nu bij diverse opdrachtgevers gebeurt. Met een duidelijke opdrachtomschrijving met vastgelegd resultaat, goede handvatten voor de inhurende managers voor het vermijden van een gezagsverhouding en een kritische blik op extreem lange opdrachttermijnen kan er gebruik worden gemaakt van de expertise die zp’ers in huis hebben.
Daarnaast een oproep aan een volgend kabinet, in lijn met eerdere geluiden van hoogleraren, brancheverenigingen en zzp-organisaties: ga snel aan de slag met serieuze arbeidsmarkthervormingen. Houd bestaande regels tegen het licht en ga in gesprek met een brede vertegenwoordiging van stakeholders. De pilot van de webmodule heeft aangetoond dat in bepaalde sectoren – zoals de transport, bouw en horeca – de kans op misbruik met zzp-constructies het grootst is. Kwetsbare zelfstandigen in deze sectoren verdienen bescherming en zijn gebaat bij effectieve handhaving. De richtlijn van €35 in het SER-advies biedt daarvoor houvast. Alleen dat neemt de spanning van de term ‘gezagsverhouding’ aan de bovenkant van de markt weg. Die noodzaak is met de huidige schaarse arbeidsmarkt alleen maar groter geworden.
Feiten en cijfers zzp’ers onmisbaar voor het maken van de juiste beleidskeuzes

De Europese Commissie wil dat Nederland verder snijdt in de belastingkorting voor zzp’ers. Het zou een van de twee voorwaarden zijn om aanspraak te mogen maken op coronasteun vanuit Brussel, vermeld het FD. Hiermee worden zzp’ers wederom onderwerp van de politiek-maatschappelijke discussie over de arbeidsmarkt.
Politiek Den Haag ziet het creëren van een gelijker speelveld, o.a. door de afbouw van de zelfstandigenaftrek, als één van de oplossingen voor de wildgroei aan zzp’ers. Wij omarmen het creëren van een gelijker speelveld. Ieder individu in Nederland – ongeacht de werkvorm en arbeidsrelatie – heeft tenslotte recht op bescherming en zekerheid.
De helpende hand van de politiek is echter hard nodig voor de zelfstandigen met lagere uurtarieven en kleine financiële buffers. Deze groep is gebaat bij bescherming, bijvoorbeeld tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Desondanks worden door het vaste bedrag van de zelfstandigenaftrek, juist zzp’ers met lagere inkomens harder geraakt.
Slechts 7 procent zzp’ers noemt zich gedwongen zzp’er
Een groeiende groep werkenden maken – in hun zoektocht naar autonomie en uitdaging – de stap naar het zelfstandig ondernemerschap. Slechts een kleine 7 procent van de zzp-populatie noemt zichzelf gedwongen zzp’er. Het is hoog tijd dat er een oplossing komt die hulpbehoevende zzp’ers ondersteunt, maar de grotere groep bewuste zelfstandigen vrij laat om te ondernemen.
Dit dient wel hand in hand te gaan met collectiviteit, sociale zekerheid en moderne solidariteit. Er is een sociaal basisstelsel nodig voor alle werkenden, ongeacht hun contract- of rechtsvorm, met zekerheden die meebewegen met de veranderingen in hun werkende leven. Een wezenlijke verandering van het huidige systeem, maar broodnodig om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken.
Om het debat over de arbeidsmarkt naar een hoger niveau te tillen, zijn feiten en cijfers van zzp’ers nodig. Maandag 8 november presenteren ZiPconomy, ONL en HeadFirst Group een rapport met als doel: de diversiteit en heterogeniteit van deze groep in kaart brengen en een bijdrage leveren aan een rationeel en feitelijk debat.
Stop met de webmodule: tijd voor hervormen in plaats van pleisters plakken

Afgelopen maandag heeft demissionair minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer geïnformeerd middels de zevende voortgangsbrief ‘Werken als zelfstandige’. In deze brief wordt speciaal aandacht besteed aan de pilotresultaten van de webmodule, de online tool waarmee opdrachtgevers kunnen bepalen of ze voor een bepaalde opdracht een zzp’er kunnen inhuren. In korte tijd kwam vanuit brancheverenigingen, zzp-belangenorganisaties en vakbonden de nodige kritiek op de uitkomsten. Voor verdere besluitvorming en eventuele voortzetting van de webmodule ligt de bal bij het nieuwe kabinet.
HeadFirst Group is van mening dat het onverstandig is de webmodule verder te ontwikkelen. In een eerdere fase van de webmodule is door juridische experts al de nodige kritiek geuit op het instrument. Nu laat de evaluatie van de pilot zien dat in 28,4% van de gevallen de webmodule geen oordeel kan geven over de aard van de arbeidsrelatie. “De webmodule biedt helaas niet de helderheid en duidelijkheid waar opdrachtgevers en zp’ers al jaren om vragen. Een nieuw kabinet doet er verstandig aan de webmodule niet verder te ontwikkelen. Voer echte hervormingen door in plaats van enkel pleisters te plakken”, aldus Han Kolff.
Huidige webmodule niet geschikt voor tussenkomst
In de brief laat Koolmees weten dat de vragenlijst die specifiek bedoeld is voor situaties van tussenkomst nog niet is afgerond. Dit betekent dat de webmodule niet geschikt is voor zelfstandigen die werken via een intermediair. De meest recente Zelfstandigen Enquête Arbeid laat zien dat ongeveer 8% van de categorie ‘zzp-eigen arbeid’ opdrachten of klanten heeft via een intermediair. Mocht de webmodule daadwerkelijk ingevoerd worden, dan dient eerst in goed overleg met intermediairs en brancheverenigingen overeenstemming gevonden te worden over de inhoud en vorm van een vragenlijst voor situaties van tussenkomst. De Bovib, de brancheorganisatie voor intermediairs en brokers waar ook HeadFirst Group is aangesloten, laat via haar eigen website weten dat de gesprekken met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stroef verlopen.
Tijd voor serieuze hervormingen
Een nieuw kabinet moet serieus werk maken van de vraagstukken en uitdagingen op de arbeidsmarkt. “De webmodule moet geen regeldruk en onzekerheid opleveren. De bovenkant van de flexmarkt, bestaande uit bewuste en autonome zelfstandig ondernemers, functioneert veel beter als wet- en regelgeving echt ruimte geeft om te ondernemen. Deze groep maakt in volle tevredenheid duidelijke afspraken met opdrachtgevers en intermediairs.”
Uit de evaluatie van de pilot komt naar voren dat in bepaalde sectoren, zoals de horeca, transport en bouwnijverheid, de kans op een uitkomst ‘indicatie dienstbetrekking’ het grootst is. In deze sectoren werken relatief meer kwetsbare zelfstandigen met lagere uurtarieven. “Het advies van de SER om bij inhuurafspraken onder de €35,- per uur strenger te handhaven is een goed uitgangspunt. Toezicht en handhaving moet zich richten op sectoren waar misbruik wordt gemaakt van oneigenlijke zzp-constructies. Vertrouw erop dat aan de bovenkant van de markt professioneel en goed wordt samengewerkt tussen opdrachtgevers en zelfstandig professionals, waarbij intermediairs een rol spelen om conform wet- en regelgeving te werken.”
Tot slot pleit Kolff voor een brede coalitie van maatschappelijke partijen om met elkaar in gesprek te gaan en na te denken over een sociaal basisstelsel voor alle werkenden, bijvoorbeeld voor de gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Eerder onderzoek van HeadFirst Group heeft laten zien dat er draagvlak bestaat voor zo’n stelsel onder zelfstandig professionals. “Wij omarmen nog steeds het idee van een sociaal basisstelsel voor alle werkenden op het gebied van arbeidsongeschiktheid, zoals voorgesteld door de Commissie Borstlap en het Sociaal Akkoord van ONL, VZN en AVV. Als we zekerheden creëren rondom het individu in plaats van de contractvorm, dan zal de ‘druk’ op de kwalificatievraag afnemen.” Het creëren van een gelijker speelveld tussen werknemers en zelfstandigen heeft het kabinet al ingezet door de zelfstandigenaftrek verder en versneld af te bouwen.
Zevende voortgangsbrief ‘Werken als zelfstandige’: webmodule naar volgend kabinet, beperkte handhaving verlengd

Op maandag 20 september hebben de demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de demissionair staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken en de vervolgstappen ten aanzien van de in het regeerakkoord voorziene maatregelen op het gebied van ‘werken als zelfstandige’. In deze brief wordt speciaal aandacht besteed aan de pilot van de webmodule en de vraag welk vervolg wordt gegeven aan deze online tool. Ook wordt aandacht besteed aan het handhavingsmoratorium en wordt kort ingegaan op overige relevante maatregelen.
Evaluatie pilot webmodule
Op 11 januari 2021 is de pilot van de webmodule gestart, een online vragenlijst die opdrachtgevers anoniem kunnen invullen om zo meer duidelijkheid te krijgen over de aard van de arbeidsrelatie. De webmodule is gericht op zakelijke opdrachtgevers die een zzp’er inhuren voor een bepaalde opdracht. De webmodule is ruim 6600 volledig ingevuld. Het geheel van de uitkomsten is als volgt verdeeld:
- In 33,9% van de gevallen is aan de hand van de ingevulde vragenlijst een indicatie van een dienstbetrekking gegeven;
- In 9,7% van de gevallen een indicatie van een fictieve dienstbetrekking;
- In 28% van de gevallen een indicatie buiten dienstbetrekking;
- En in 28,4% van de gevallen kon geen indicatie worden gegeven.
Tussen sectoren zijn grote verschillen zichtbaar in de uitkomsten van de webmodule. Zo ligt in de sectoren bouwnijverheid, horeca en transport de uitkomst ‘indicatie binnen dienstbetrekking’ procentueel gezien vele malen hoger dan de sectoren openbaar bestuur en zakelijke dienstverlening.
Eerder is al aangegeven dat een volgend kabinet moet besluiten of de webmodule daadwerkelijk wordt ingevoerd en zo ja, welke status de uitkomst krijgt (wel of geen juridische zekerheid). Voorafgaand aan besluitvorming wordt nog een toets gedaan op de uitvoeringsgevolgen voor zowel de variant waarin de webmodule enkel wordt ingezet als voorlichtingsinstrument als voor de variant waarin deze (meer) zekerheid moet bieden aan opdrachtgevers.
Vragenlijst voor tussenkomst nog niet afgerond
In een eerdere voortgangsbrief is aangekondigd dat ook een vragenlijst ontwikkeld gaat worden die specifiek bedoeld is voor situaties van tussenkomst. In de nieuwste brief geven de bewindspersonen aan dat het complex is gebleken om voor deze situaties een vragenlijst op te stellen. De vragenlijst voor tussenkomst is om die reden nog niet afgerond. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft in de brief aan verder in gesprek te willen met vertegenwoordigers van de tussenkomstbranche om verder door te spreken over de mogelijkheid van een webmodule voor tussenkomst. Desalniettemin hebben de betrokken organisaties AWVN, PZO, Bovib, NBBU en I-ZO laten weten dat het geen zin heeft om verder te praten over deze of andere varianten van de webmodule.
Toezicht en handhaving
De Belastingdienst houdt toezicht op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen. Dit toezicht is, zoals eerder aangegeven in vorige voortgangsbrieven, een complexe aangelegenheid. Voor een effectieve handhaving is eerst een wijziging van wet- en regelgeving nodig. Meer concreet betekent dit het verkleinen van de verschillen tussen werknemers en zelfstandigen (voor het arbeidsrecht, de sociale zekerheid en fiscaliteit) en het geven van meer duidelijkheid over de kwalificatie van de arbeidsrelatie.
Verder wordt duidelijk dat – in lijn met de motie Grinwis van vlak voor het zomerreces – het moratorium niet afloopt per 1 oktober 2021, maar dat het minimaal tot 1 oktober 2021 loopt en dat in afwachting van verdere besluitvorming handhaving niet wordt opgestart. De Belastingdienst handhaaft nog wel bij kwaadwillende opdrachtgevers.
Voortgang verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers
Het kabinet heeft eerder aangegeven het voorstel van de Stichting van de Arbeid te omarmen, mits dit op een uitvoerbare en betaalbare wijze kan worden vormgegeven. De Belastingdienst en het UWV hebben eerder kritiek geuit op de plannen gezien de complexiteit en (on)haalbaarheid. Samen met maatschappelijke partners wordt momenteel verder gewerkt aan de uitwerking en vormgeving van een dergelijke verzekering. Gezien de demissionaire status van het kabinet en de controversieel-verklaring van dit onderwerp door de Tweede Kamer wordt verdere besluitvorming overgelaten aan het volgende kabinet.
Tot slot
De inzet van het kabinet was de afgelopen jaren duidelijk; échte zelfstandigen zoveel mogelijk de ruimte geven om te ondernemen en tegelijkertijd kwetsbare zelfstandigen bescherming bieden. Zoals eerder duidelijk is geworden zijn de voorstellen van een wettelijk minimumtarief voor zelfstandigen en een zelfstandigenverklaring niet gerealiseerd.
Daarentegen heeft het kabinet wel stappen gezet om een gelijker fiscaal speelveld te creëren tussen werknemers en zelfstandigen door de ingezette geleidelijke afbouw van de zelfstandigenaftrek. Dit betekent dat de zelfstandigenaftrek in stappen omlaag gaat tot €3240 in 2036.
Ook de toegankelijkheid van scholing en ontwikkelingsmogelijkheden moet bijdragen aan een gelijker speelveld. Op Prinsjesdag is aangekondigd dat de Subsidie Stimulans Arbeidsmarkt Positie (STAP) ook beschikbaar wordt voor zelfstandig ondernemers. Werkenden en niet-werkenden kunnen maximaal €1000 per persoon aanvragen voor opleidingen, cursussen en trainingen.
Politiek vertrouwen zzp’ers weg, erkenning noodzakelijk

Hoogopgeleide zzp’ers geven de vertrouwensrelatie met de landelijke politiek, op een schaal van één tot tien, een 4,6. Dit blijkt uit onderzoek van HR-dienstverlener HeadFirst Group, waar ruim tweehonderd zelfstandig professionals (zp’ers) aan hebben deelgenomen. Aan de lage score liggen redenen ten grondslag als twijfel over de deskundigheid en het gevoel niet gewaardeerd en slecht vertegenwoordigd te worden. Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group, neemt de verantwoordelijkheid bij te dragen aan het herstel van dit vertrouwen: “Geef zp’ers een zelfstandige plek in de SER en ga laagdrempelig in gesprek met alle type zzp’ers die Nederland rijk is. Wij spelen graag de verbindende rol om beide werelden dichter bij elkaar te brengen.”
Politiek vertrouwen historisch laag
Eerder toonde onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat het vertrouwen in de politiek in het eerste half jaar van 2021 sterk daalde. De vastgelopen formatie, de aanpak van het corona-beleid en de politieke nasleep van de toeslagenaffaire lagen hieraan ten grondslag. Dit zijn ook redenen die onder zp’ers vaak worden genoemd.
Wat echter voor zp’ers een veel grotere rol speelt, is het gevoel dat er onvoldoende vertegenwoordiging is in het besluitvormingsproces. Zij ervaren dat er voornamelijk wordt geluisterd naar de traditionele polderpartijen, zoals vakbonden en werkgeversorganisaties. Daarnaast storen zp’ers zich aan het feit dat alle type zzp’ers over één kam worden geschoren en er in politiek Den Haag een verkeerd beeld over zp’ers bestaat: ‘calculerende zzp’ers met fiscale voordelen’ in plaats van ‘hardwerkende, gepassioneerde zzp’ers die bewust kiezen voor het ondernemerschap’. Tot slot twijfelen zp’ers over de dossierkennis van politici en of zij wel in staat zijn vraagstukken op de arbeidsmarkt op te lossen. De onduidelijkheid en onuitvoerbaarheid van wet- en regelgeving voor zzp’ers, de wet DBA in het bijzonder, werd hierbij vaak als voorbeeld genoemd.
Bouwen aan het vertrouwen
Alhoewel de vertrouwensrelatie onder druk staat, ziet Kolff perspectief om deze te herstellen. Een belangrijk punt, dat in lijn ligt met het ‘Document op hoofdlijnen’ van de VVD en D66, is de vertegenwoordiging en zelfstandige positie van zzp’ers in de Sociaal Economische Raad. “Dit geeft zp’ers een centrale plek in het besluitvormingsproces, zodat de belangen beter gehoord kunnen worden”, licht Kolff toe.
Daarnaast is het volgens hem wenselijk zp’ers direct in contact te brengen met Kamerleden om hun zorgen, keuzes voor het ondernemerschap en praktische knelpunten te delen en te bespreken. Deze kennisuitwisseling zal een positief effect hebben op de informatiepositie en het kennisniveau van politici. “Onze kerntaak als arbeidsmarktplatform en -dienstverlener is verbinden. Deze taak vervullen we ook graag tussen zp’ers en de politiek, zodat we met elkaar op een constructieve manier het debat kunnen voeren over de toekomst van de Nederlandse arbeidsmarkt en de rol van zp’ers daarin”, aldus Kolff.
Over HeadFirst Group
HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en specialist op het gebied van het professioneel organiseren van vaste en flexibele arbeid. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruitment Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst, Between en Myler, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.
Noot voor de redactie
Lees het gehele rapport ‘Het politiek vertrouwen van de zelfstandig professional langs de meetlat’ hier.
Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit persbericht? Neem gerust contact op met Bart van der Geest, manager marketing & communicatie bij HeadFirst Group, te bereiken op 023 – 568 56 30 of bart.vandergeest@headfirst.nl.
HeadFirst Group en Stichting ONL voor ondernemers trekken samen op

HeadFirst Group en ONL voor Ondernemers slaan per 1 maart de handen ineen. Vorige week ondertekenden Gert-Jan Schellingerhout, CEO HeadFirst Group, en Mike Korenvaar, CFO HeadFirst Group, samen met ONL-voorzitter Hans Biesheuvel de samenwerkingsovereenkomst. Beide partijen gaan samen optrekken voor een eerlijke flexibele arbeidsmarkt waarin inhuurders en aanbieders van kennis – en organisaties die hen verbinden – de ruimte hebben om te ondernemen. Het monitoren en positief beïnvloeden van arbeidsmarktwetgeving, met de vervanging van de Wet DBA voorop, is hierbij een speerpunt.
Wegwijs in politiek Den Haag
ONL, gevestigd in het hartje van Den Haag en op steenworp afstand van het Binnenhof, is als onafhankelijke stichting de schakel tussen HeadFirst Group en de Haagse politiek. “In de loop der jaren heeft ONL een groot netwerk van politici, ambtenaren en beleidsmedewerkers opgebouwd. Het kantoor in Den Haag biedt de mogelijkheid ‘dichtbij het vuur’ te zijn en met beleidsmakers in gesprek te gaan. Daarnaast verzorgt ONL de politieke monitoring, zodat wij als organisatie op de hoogte blijven van relevante ontwikkelingen. Een goede vervolgstap in onze public affairs en lobby-strategie”, aldus Schellingerhout. “Tevens denken wij met onze kennis, data en relaties met tienduizenden opdrachtgevers, leveranciers en zelfstandigen van toegevoegde waarde te zijn voor ONL. We gaan ons samen inzetten voor het hogere doel: ondernemers de ruimte geven.”
Over ONL voor Ondernemers
ONL voor Ondernemers heeft als doel Nederland samen ondernemender te maken. De ondernemersorganisatie laat de stem van de ondernemer horen door te lobbyen, problemen aan te kaarten en oplossingen voor te leggen op onderwerpen waar ondernemers last van hebben. ONL treedt kritisch op tegen rammelende wetgeving, zoals de Wet DBA en Wet Werk en Zekerheid, maar niet zonder daar een goed doordacht alternatief tegenover te zetten waar ondernemers wél bij gebaat zijn.
Periode van beperkte handhaving wet DBA eindigt niet 1 oktober 2021

Vorige week donderdag kwam de Tweede Kamer vlak voor het zomerreces voor de laatste keer bijeen om in debat te gaan met demissionair staatssecretaris Vijlbrief (Financiën). Rond middernacht diende Kamerlid Pieter Grinwis (ChristenUnie) een motie in met het verzoek aan het kabinet om op korte termijn meer duidelijkheid te verschaffen over het handhavingsmoratorium – de periode van beperkte handhaving – en de wet DBA. Met een ruime meerderheid voor de motie liet de Kamer weten de inhoud van de motie te steunen en eerst een ‘redelijk en handhaafbaar alternatief voor de wet DBA’ te willen hebben alvorens te starten met de handhaving op schijnzelfstandigheid. Vijlbrief wilde hierop graag iets verhelderen: “Het handhavingsmoratorium loopt niet af in oktober. Het loopt minimaal tot oktober en dan zullen we kijken wat we gaan doen.” Hierin klinkt door dat de beperkte handhaving wordt verlengd tot er duidelijkheid is over een alternatief voor de wet DBA, een geruststelling voor opdrachtgevers, zp’ers en intermediairs.
Onrust in media
De afgelopen weken verschenen diverse berichten in de pers over onduidelijkheid rondom de wet DBA. ZZP Nederland en PZO stuurden op 17 juni j.l. een brandbrief naar Vijlbrief om op korte termijn een besluit te nemen over het handhavingsmoratorium. Ook toonde onderzoek van HeadFirst Group aan dat opdrachtgevers vanwege het naderende einde van het handhavingsmoratorium risicomijdend gingen handelen en kritischer keken naar de inhuur van zelfstandig professionals, hierdoor opdrachten van zp’ers voortijdig werden beëindigd en zp’ers steeds moeilijker opdrachten konden vinden. Die onrust en onzekerheid is – zeker nu de Nederlandse economie weer in de startblokken staat – verre van gewenst, voor zowel zp’ers, opdrachtgevers als intermediairs.
Goede stap van Vijlbrief
Het handhavingsmoratorium van de wet DBA loopt in ieder geval niet af per 1 oktober 2021. Het kabinet is voornemens te wachten op de resultaten van de pilot van de webmodule, alvorens een uitspraak te doen over het handhavingsmoratorium en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Dit is in lijn met de eerdere voortgangsbrief ‘Werken als zelfstandige’, waarin is aangegeven dat ‘de afbouw van het handhavingsmoratorium gekoppeld zal worden aan de invoering van nieuwe wetgeving, die meer duidelijkheid biedt over de aard van de arbeidsrelatie. Ook zal de markt voldoende de tijd krijgen om te wennen aan nieuwe maatregelen.’
Het blijft wachten op een helder en handhaafbaar alternatief voor de wet DBA, maar voor nu zijn we blij dat de staatssecretaris de signalen heeft ontvangen en dit besluit heeft genomen. Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group, is tevreden en opgelucht: “Uit signalen die wij ontvingen van opdrachtgevers en zp’ers bleek dat men echt toe was aan duidelijkheid en besluitvorming vanuit Den Haag. Ons onderzoek benadrukte dit met feiten en cijfers. Het is een verstandige keuze dat het handhavingsmoratorium van kracht blijft totdat meer duidelijk is over de resultaten van de webmodulepilot en vervangende wetgeving voor de wet DBA. Dit biedt de markt meer tijd te wennen aan nieuwe maatregelen, geeft zzp’ers meer zekerheid om te ondernemen en geeft de politiek de tijd om na te denken op welke wijze handhaving het beste kan gaan plaatsvinden. Fijn dat deze rust gecreëerd wordt en dat we met elkaar kunnen gaan bouwen aan nieuwe wet- en regelgeving.”
Sociaal basisstelsel voor alle werkenden wint aanhangers onder zzp’ers

Ruim 60 procent van de hoogopgeleide zzp’ers steunt een sociaal basisstelsel voor alle werkenden op de arbeidsmarkt. Dit blijkt uit onderzoek van HR-dienstverlener HeadFirst Group, waar ruim 1700 zelfstandig professionals (zp’ers) recent aan hebben deelgenomen. Een breed draagvlak in vergelijking met de steun voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp’ers, waar juist 70 procent niets voor voelt. Het stemt Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group, positief. “Wij omarmen het idee van het creëren van een gelijker sociaal speelveld. Ieder individu in Nederland – ongeacht de werkvorm en arbeidsrelatie – heeft recht op bescherming en zekerheid.”
De SER bracht vorige maand het advies om een sociaal vangnet voor zelfstandigen te creëren voor bijzondere en onvoorziene omstandigheden. Zelfstandigen dienen hier zelf aan bij te dragen. Kolff gaat een stap verder en pleit voor een basisvoorziening voor alle werkenden, zoals wordt voorgesteld in het sociaal akkoord tussen ONL, VZN en AVV. “Maak van de zzp’er geen uitzondering, maar biedt een breed vangnet. We bewegen naar een arbeidsmarkt waarin het werk centraal staat, niet de contract- of rechtsvorm. Daarom is het van belang om zekerheden te creëren die meebewegen met de uitdagingen en wisselingen die mensen tegenkomen in hun werkende leven.”
Zekerheid op niveau van individu
Kolff wordt daarin gevoed door de mening van zp’ers. Uit onderzoek van HeadFirst Group blijkt dat met name op het gebied van arbeidsongeschiktheid een basisstelsel hoog scoort: 61 procent is voorstander. Ziekte en werkloosheid heeft minder aanhangers, maar is zeker niet uitgesloten met 41 en 24 procent. “De solidariteit onder zp’ers is hoog. Toch werd ik verrast door het aantal zp’ers dat bereid is bij te dragen aan een sociaal basisstelsel, voor met name arbeidsongeschiktheid. Als we op deze manier de hulpbehoevende zzp’er kunnen beschermen en de rest vrij kunnen laten om te ondernemen, dan zetten we echt een stap in de goede richting. Het is aan het nieuwe kabinet om deze handschoen op te pakken en hier serieus mee aan de slag te gaan”, benadrukt Kolff.
Steun verplichte AOV laag
De SER liet ook weten vast te houden aan de afspraak uit het Pensioenakkoord om zzp’ers zich verplicht te laten verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid om oneerlijke concurrentie en grote inkomensrisico’s voor individuen te voorkomen. De Stichting van de Arbeid kwam in maart vorig jaar met een voorstel voor de uitvoering van de verplichte AOV. Dit voorstel kreeg de nodige kritiek van zzp-organisaties. Ook de Belastingdienst en het UWV lieten aan demissionair minister Koolmees weten vraagtekens te hebben bij de technische uitvoering. Toch lijkt het erop dat het plan nog niet van tafel is. Op steun van zp’ers hoeft de overheid echter niet te rekenen, slechts 30 procent is positief gestemd.
Helft zp’ers heeft niks geregeld
Momenteel heeft de helft van de zp’ers zelf – bijvoorbeeld via een private partij of een broodfonds – de risico’s van arbeidsongeschiktheid afgedekt. De belangrijkste reden voor zp’ers om zich te verzekeren, is dat zij het financiële risico zelf niet willen (53 procent) of kunnen (21 procent) dragen. Nog eens 16 procent kan niet terugvallen op het inkomen van de partner. Van de zp’ers die geen arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben afgesloten, zegt 35 procent het financiële risico te kunnen dragen. Verder vindt één op de vijf de kosten niet opwegen tegen de baten en acht 11 procent het risico op arbeidsongeschiktheid laag.
Over HeadFirst Group
HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en specialist op het gebied van het professioneel organiseren van vaste en flexibele arbeid. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruitment Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst, Between en Myler, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.
Noot voor de redactie
Alle uitkomsten van het onderzoek zijn samengebracht in een infographic.
Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit persbericht? Neem gerust contact op met Bart van der Geest, manager marketing & communicatie bij HeadFirst Group, te bereiken op 023 – 568 56 30 of bart.vandergeest@headfirst.nl.
Zzp’ers missen opdrachten door sluimerend DBA-vraagstuk

Meer dan de helft van de hoogopgeleide zzp’ers vindt moeilijker opdrachten sinds de invoering van de wet DBA in 2016, destijds geïntroduceerd om juist kwetsbare zelfstandigen beter te beschermen. Dit blijkt uit een onderzoek van HR-dienstverlener HeadFirst Group, waar ruim 1700 zelfstandig professionals (zp’ers) onlangs aan hebben deelgenomen. “Het is noodzakelijk dat de politiek direct de huidige periode van beperkte handhaving verlengt om verdere negatieve gevolgen voor hoogopgeleide zp’ers en opdrachtgevers te voorkomen”, zo stelt Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group.
Onduidelijkheid over wet DBA hindert steeds meer opdrachtgevers en zp’ers
Sinds de invoering van de wet DBA is er veel over te doen. Na invoering werd de wet al snel bevroren, doordat in korte tijd veel onrust ontstond bij opdrachtgevers, die minder zp’ers gingen inhuren. Sindsdien wordt aan nieuwe wetgeving gewerkt en geldt ondertussen een beperkt handhavingsbeleid. Naar nu blijkt uit het onderzoek van HeadFirst Group zijn de negatieve effecten van de wetgeving voor zp’ers nog altijd aanwezig en nemen deze zelfs toe.
Meer dan 55 procent van de zelfstandig professionals ervaart dat opdrachtgevers bij de inhuur van externen nu kritischer naar zp’ers kijken dan een jaar geleden, zo blijkt uit het onderzoek. Recente voorbeelden in de pers van opdrachtgevers die hun zp-inhuur streng onder de loep nemen, ondersteunen dit beeld. In de praktijk is te zien dat bij opdrachten waar opdrachtgevers een externe professional voor zoeken, steeds vaker wordt aangegeven ‘op deze opdracht mag geen zp’er reageren’. Dit maakt het voor meer dan de helft van de zp’ers moeilijker opdrachten te vinden, zo blijkt. Momenteel ondervinden dus honderdduizenden zp’ers hinder. Dit komt bovenop de zp’ers, bijna 40 procent, waarvan de afgelopen jaren een opdracht voortijdig is beëindigd door de opdrachtgever vanwege zorgen en onduidelijkheid rondom de wetgeving.
Han Kolff, CEO bij HeadFirst Group: “Dat opdrachtgevers kritisch kijken naar de inhuur van zp’ers voor rollen waar wellicht iemand in vaste dienst logischer zou zijn, is goed. Maar er is geen reden tot paniekvoetbal, aangezien er vervangende wetgeving gaat komen. De datum van 1 oktober 2021 – het moment waarop de huidige beperkte handhaving eindigt – komt echter dichterbij, wat ervoor zorgt dat veel organisaties de broekriem rondom zp’ers aantrekken. Dit was te verwachten. Grote opdrachtgevers handelen risicomijdend en geef ze eens ongelijk. De sleutel ligt bij de politiek.”
Oplossing: continueer handhavingsstop
De negatieve gevolgen zijn tweeledig: zp’ers zien werk verdampen en opdrachtgevers, die het door schaarste op de arbeidsmarkt al moeilijk hebben goede professionals te werven, dreigen een belangrijke doelgroep met waardevolle kennis buitenspel te moeten zetten. Han Kolff: “Als intermediair op de arbeidsmarkt kunnen wij ons aanpassen aan wetgeving en wensen van klanten, maar opdrachtgevers en zp’ers – onze klanten – ondervinden wel direct hinder van de huidige situatie. Wij komen op voor de belangen van onze klanten.”
De SER opperde onlangs te handhaven onder de grens van 30 à 35 euro. Kolff: “Een prima grens, wat de professionals boven die grens – en de opdrachtgevers die hen inhuren – rust en ruimte geeft om te ondernemen. Mijn oproep namens opdrachtgevers en zp’ers: continueer de huidige beperkte handhaving tot het moment dat er nieuwe, duidelijke wetgeving is vanuit een nieuw kabinet. En pak daar nu mee door, naar die duidelijkheid snakt de markt al jaren.”
Over HeadFirst Group
HeadFirst Group is een toonaangevende, internationale HR-dienstverlener en specialist op het gebied van het professioneel organiseren van vaste en flexibele arbeid. De organisatie biedt een diversiteit aan HR-oplossingen: Managed Service Providing, Recruitment Process Outsourcing, intermediaire dienstverlening (matchmaking, contracting) en HR-consultancy. Er werken dagelijks gemiddeld vijftienduizend professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van meer dan 1,5 miljard euro. De belangrijkste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst, Between en Myler, MSP-dienstverlener Staffing Management Services en RPO- en recruitment specialist Sterksen.
Noot voor de redactie
Alle uitkomsten van het onderzoek zijn samengebracht in een infographic.
Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit persbericht? Neem gerust contact op met Bart van der Geest, manager marketing & communicatie bij HeadFirst Group, te bereiken op 023 – 568 56 30 of bart.vandergeest@headfirst.nl.