Rijksoverheid lanceert publiekscampagne aanpak schijnzelfstandigheid

Vanaf 1 januari 2025 komt het handhavingsmoratorium van de Belastingdienst te vervallen. Bedrijven en organisaties die zelfstandigen inhuren, terwijl er feitelijk sprake is van een dienstverband, riskeren vanaf dat moment een naheffing of boete. In het kader van het opheffen van het handhavingsmoratorium, heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een publiekscampagne gelanceerd. De campagne is gericht op het verduidelijken van de regels rond arbeidsrelaties, met als doel om opdrachtgevers en opdrachtnemers te helpen begrijpen wanneer iemand als zelfstandige werkt en wanneer er sprake is van een dienstverband.

Centraal in de campagne staat een nieuwe website, waarop opdrachtgevers en zelfstandigen informatie en hulpmiddelen kunnen vinden. Een belangrijk onderdeel hiervan is de zogenaamde “keuzetool”. Deze tool bestaat uit tien vragen die zelfstandigen helpen bepalen of ze daadwerkelijk als zelfstandige aan een opdracht bezig zijn of dat er toch veel elementen aanwezig zijn die behoren tot het werknemerschap.  De keuzetool geeft echter geen bindend oordeel en biedt advies om een gesprek aan te gaan over het juiste contract. De website somt ook tien kenmerken op die wijzen op zelfstandigheid en tien die passen bij het werken in loondienst. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken of een zzp’er commercieel risico draagt, eigen investeringen doet en zelf bepaalt hoe het werk wordt uitgevoerd. Kenmerken van loondienst zijn onder andere structureel werk binnen een organisatie, vaste werktijden en een inspanningsverplichting. Belangrijk hierbij is dat niet één enkel kenmerk doorslaggevend is; alle factoren moeten in samenhang worden bekeken, wat de beoordeling soms complex maakt. 

Nieuwe inzichten geeft de website niet. De voorbeelden van tien concrete situaties die worden uitgewerkt kwamen al terug in de Memorie van Toelichting van de conceptwet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR). Verder wordt er op de webpagina verwezen naar de webmodule, maar in deze webmodule wordt geen rekening gehouden met de gezichtspunten en elementen uit het Deliveroo-arrest. Naar aanleiding van de publiekscampagne en de website heeft Kamerlid Thierry Aartsen (VVD) schriftelijke vragen gesteld aan de bewindspersonen Van Hijum en Idsinga.  

Wij adviseren en ondersteunen onze opdrachtgevers en zelfstandig professionals op basis van een kader gebaseerd op de gezichtspunten en elementen die voortvloeien uit het Deliveroo-arrest. In overleg met beide partijen gaan wij op zoek naar een passende oplossing, die per situatie kan verschillen. Mocht je hier meer over willen weten, neem dan contact met ons op. 


DGA-constructie geen oplossing voor schijnzelfstandigheid

Met de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 komen er vragen naar voren bij zelfstandigen. "Kan ik doorgaan met de opdracht die ik nu uitvoer? Is het mogelijk om voor dezelfde opdrachtgever(s) te blijven werken?" Door de ontwikkelingen in wet- en regelgeving en de berichtgeving in de media zien veel zelfstandigen door de bomen het bos niet meer. Bovendien circuleert er onjuiste informatie over hoe je kunt voorkomen dat de Belastingdienst je aanmerkt als 'schijnzelfstandige'. Een veelgenoemde constructie is als zelfstandige een bv oprichten en jezelf aanstellen als directeur-grootaandeelhouder (DGA). Er wordt gesuggereerd dat je via deze constructie niet langer als schijnzelfstandige wordt aangemerkt, maar dit is een misvatting. In dit artikel leggen we uit hoe de situatie werkelijk in elkaar zit.  

Andere tarieven

De Belastingdienst kent het begrip ‘zzp’ niet; fiscaal gezien wordt een zelfstandige zonder personeel gezien als een eenmanszaak of een besloten vennootschap (bv). Uit het rapport ‘Grip op het zzp-dossier', uitgevoerd door kennisplatform ZiPconomy in opdracht van HeadFirst Group en ONL voor Ondernemers, blijkt dat in 2023 één op de tien zzp’ers een bv had, terwijl negen op de tien een eenmanszaak hadden. Bij een eenmanszaak is de ondernemer persoonlijk aansprakelijk voor schulden van de onderneming. Bij een bv blijft deze aansprakelijkheid in principe bij de bv zelf en niet bij de bestuurders of aandeelhouders. Een bv oprichten kan ook fiscale voordelen opleveren, omdat er andere belastingtarieven gelden. Waar je bij een eenmanszaak inkomstenbelasting betaalt in box 1, betaal je bij een bv belasting in box 2. Wel is men het erover eens dat deze belastingvoordelen pas relevant worden bij een minimale jaarwinst van 100.000 tot 200.000 euro. 

Schijnzekerheid

Professionals en adviseurs adviseren op social media regelmatig zelfstandigen om een bv op te richten en zichzelf als directeur-grootaandeelhouder aan te stellen. Dit zou hen beschermen tegen de risico’s van schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst beoordeelt echter de aard van de arbeidsrelatie, ongeacht de juridische vorm. Het feit dat iemand via een bv werkt betekent niet automatisch dat er geen sprake kan zijn van schijnzelfstandigheid. Het draait uiteindelijk om de 'feiten en omstandigheden bij de uitvoering van de werkzaamheden'. De praktische situatie is leidend, waardoor het van belang is om je daadwerkelijk als zelfstandig ondernemer te gedragen.  

Het Deliveroo-arrest

In het Deliveroo-arrest heeft de Hoge Raad tien belangrijke punten op een rij gezet om te bepalen of er sprake is van een echte arbeidsovereenkomst. Deze moeten altijd in samenhang worden bekeken; er is geen vaste volgorde of punt dat zwaarder weegt dan de ander. Het draait om het totaalplaatje van alle feiten en omstandigheden. Samen geven ze een goed beeld van de werkrelatie en bepalen ze of er sprake is van een arbeidscontract. Hier zijn de richtlijnen waar je op moet letten: 

  • De aard en de duur van de werkzaamheden; 
  • De wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald; 
  • De inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht; 
  • Het al dan niet bestaan van een verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren; 
  • De wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen; 
  • De wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd (bruto of te vermeerderen met BTW); 
  • De hoogte van deze beloningen; 
  • De vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt (ondernemersricico); 
  • Het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding bij beantwoording van de vraag of een overeenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, hangt mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht; 
  • Ook kan van belang zijn of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld:
  • bij het verwerven van een reputatie;
  • bij acquisitie;
  • wat betreft fiscale behandeling;
  • en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt;
  • het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding bij beantwoording van de vraag of een overeenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, hangt mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht.

Bij HeadFirst Group adviseren en ondersteunen wij onze opdrachtgevers en zelfstandig professionals op basis van een kader gebaseerd op de punten van het Deliveroo-arrest. In overleg met beide partijen gaan wij op zoek naar een passende oplossing, die per situatie kan verschillen. 


Talent Monitor | Europese zzp'ers onder de loep: Trends, groei & diversiteit

Europese zzp'ers onder de loep: Trends, groei & diversiteit

De Europese arbeidsmarkt is in beweging. Met bijna 20 miljoen zzp’ers verspreid over verschillende landen, zijn er grote verschillen in hoe deze groep zich ontwikkelt. Nederland loopt voorop met unieke trends in flexibele arbeid, maar hoe verhouden we ons tot de rest van Europa?

De Talent Monitor biedt een diepgaande analyse van de Europese zzp-markt, waarbij inzichten worden gedeeld die je niet mag missen.

Download rapport

Steeds meer zzp’ers onder 30 jaar in Nederland, Belgische aantallen juist dalend

In de afgelopen vijf jaar is het aantal zzp’ers jonger dan dertig in Nederland aanzienlijk toegenomen, goed voor 12,7 procent van het totale aantal zzp’ers in ons land. Hiermee behoort Nederland tot de Europese top, samen met landen als Malta, Slowakije en Litouwen. In tegenstelling tot Nederland, is er in België – met bijna 4 procent – juist een afname van het aantal jonge zzp’ers te zien. Dit toont de meest recente Talent Monitor, een gezamenlijk onderzoek van arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group en HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, aan.

Lees hier het hele persbericht

Wat kun je verwachten in dit rapport?

  • Een unieke vergelijking tussen de Nederlandse arbeidsmarkt en de rest van Europa.
  • Ontdek waarom oudere en hoogopgeleide zzp’ers domineren, en waarom jongeren minder geneigd zijn om zzp’er te worden.
  • Analyse van de groeiende rol van vrouwen in de zzp-markt en de link met emancipatie.

Wie zou dit rapport moeten lezen?

  • Wetgevers: Om de Nederlandse arbeidsmarkt in een breder Europees perspectief te plaatsen.
  • Opdrachtgevers met internationale ambities: Voor het ontwikkelen van een effectieve Europese recruitmentstrategie.
  • Zzp’ers: Om te begrijpen hoe uniek het Nederlandse zzp-schap is vergeleken met andere Europese landen.

Partner

Download Talent Monitor

Met het downloaden van de Talent Monitor ga je akkoord dat jouw gegevens worden gedeeld met mede-initiatiefnemer Intelligence Group.


Strenger, sober, snel: wat verandert er voor zelfstandigen in 2025?

Wie live heeft geluisterd naar de Troonrede, zal ongetwijfeld de lengte en toon van koning Willem-Alexander zijn opgevallen. Zo vatte hij de kabinetsplannen voor 2025 samen als ‘streng, sober en snel’. De arbeidsmarkt werd ook genoemd: het kabinet wilt inspanningen leveren om de krapte op verschillende manieren op te lossen. Loondienst moet aantrekkelijker worden en iedereen moet de mogelijkheid hebben om zich een leven lang te blijven ontwikkelen door om- en bijscholing. Maar hoe zit het met de zelfstandigen? Wij zetten de belangrijkste plannen en wijzigingen op een rij.

Belastingen voor zelfstandigen

Zelfstandigen gaan in 2025 gemiddeld genomen iets meer belasting betalen als hun winst gelijk blijft. Dit komt door een aantal wijzigingen in de belastingen. Zo wordt de zelfstandigenaftrek verder verlaagd naar €2.470 per jaar in 2025. In 2024 was dit de zelfstandigenaftrek nog €3.750. Het verlagen van de zelfstandigenaftrek moet zorgen voor een fiscaal gelijk speelveld tussen zelfstandigen en werknemers.

Verder heb je als ondernemer in de inkomstenbelasting recht op de mkb-winstvrijstelling. Daarmee is een deel van je winst vrijgesteld van inkomstenbelasting. Het plan was om de vrijstelling vanaf 2025 te verlagen naar 12,07% (voorheen was dit percentage 13,31). Het percentage in 2025 daalt toch iets minder hard, namelijk naar 12,7%.

Deze aanpassingen zorgen ervoor dat ondernemers over een groter deel van hun winst belasting moeten betalen. Tegelijkertijd probeert het kabinet lage inkomens te ondersteunen door bijvoorbeeld de huurtoeslag en het kindgebonden budget te verhogen.

Box 1: Inkomen uit arbeid, uitkering en eigenwoningbezit  

De indeling van box 1 wordt aangepast naar drie schijven in plaats van twee. De verdeling van de schijven en percentages is als volgt: 

  • Over inkomen tot €38.441 betaal je 35,82% belasting, wat lager is dan in 2024. 
  • Over inkomen tussen €38.441 en €76.817 betaal je 37,48%, een lichte stijging ten opzichte van 2024. 
  • Voor inkomen boven de €76.817 blijft het tarief 49,5%. 

Lagere inkomens profiteren van het lagere tarief in de eerste schijf, terwijl hogere inkomens meer belasting betalen door het hogere tarief in de tweede schijf.  

Box 2: Inkomen uit aandelenbezit 

Onderneem je in een bv? Dan moet de bv elk jaar vennootschapsbelasting betalen. Heb je meer dan 5 procent van de aandelen en werk je ook in deze bv? Dan ben je een directeur-grootaandeelhouder (DGA). Als DGA krijg je te maken met belastingheffing in box 2 van de inkomstenbelasting. In 2025 worden de volgende wijzigingen gedaan: 

  • Over dividend tot €67.804 betaal je 24,5%, gelijk aan 2024.
  • Over dividend boven €67.804 daalt het tarief van 33% naar 31%. 

Als in 2025 het tarief in box 2 omlaag gaat, kan het aantrekkelijker zijn voor ondernemers om te wachten met het uitkeren van dividend.  

Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen 

Heb je spaargeld of beleggingen? Dan betaal je in 2025 over je vermogen tot €57.684 geen belasting. Heb je meer vermogen? Dan betaal je net als dit jaar 36 procent belasting over de opbrengst die de belastingdienst verwacht dat jij zou kunnen halen in 2025. Dit noemen we een fictief rendement. 

Geen aftrekbaarheid van giften in vennootschapsbelasting 

Vanaf 1 januari 2025 zijn giften aan goede doelen niet langer aftrekbaar van de vennootschapsbelasting (vpb). Dit geldt voor giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI's) of steunstichtingen SBBI. Giften door een vennootschap aan een ANBI op verzoek van een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang worden beschouwd als een winstuitkering, waarover inkomstenbelasting (box 2) en dividendbelasting moet worden betaald. 

Emissievrije auto’s: korting op wegenbelasting 

Het kabinet stimuleert de overstap naar emissievrije auto's met kortingen op de motorrijtuigenbelasting (mrb) tot 2029. De regeling is als volgt: 

  • Van 2026 tot en met 2029 geldt een korting van 25%;
  • vanaf 2030 vervalt deze korting. 

Evaluatie van fiscale ondernemersregelingen 

De afgelopen zes maanden is een evaluatie uitgevoerd van verschillende fiscale ondernemersregelingen, zoals de zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling. Onderzoeksbureaus SEO en Dialogic, in opdracht van de ministeries van Financiën en Economische Zaken, concludeerden dat deze regelingen slechts beperkt effectief zijn in het stimuleren van ondernemerschap en maatschappelijke voordelen. Hoewel er geen harde conclusies over de doelmatigheid konden worden getrokken, bleek dat de kosten van de regelingen relatief hoog zijn in verhouding tot hun effectiviteit. Dit roept vragen op over mogelijke hervormingen van deze regelingen. 

Stand van zaken wetsvoorstellen 

Bovenstaande plannen van het kabinet zijn onderdeel van het Belastingplan 2025. De maatregelen staan in verschillende wetsvoorstellen. De Tweede en Eerste Kamer moeten de wetsvoorstellen nog goedkeuren, voordat de plannen kunnen ingaan. Zij stemmen in november en december over het Belastingplan 2025. 


Kwart zzp’ers loopt nu al opdrachten mis door naderende handhaving schijnzelfstandigheid

Hoogopgeleide zzp’ers verwachten dat het steeds lastiger wordt om opdrachten te vinden en ervaren nu al dat ze opdrachten mislopen door de naderende handhaving op schijnzelfstandigheid. Dit blijkt uit onderzoek van HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, waaraan 1.187 zzp’ers hun ervaringen en mening hebben gedeeld. Op donderdag 12 september staat in de Tweede Kamer een zzp-debat gepland, waarin de handhaving op schijnzelfstandigheid een belangrijk agendapunt is.

Het kabinet stuurde op vrijdag 6 september jl. een brief naar de Tweede Kamer, waarin onder meer wordt aangekondigd dat het voornemens is het eerste jaar geen vergrijpboetes op te leggen aan opdrachtgevers. Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group, noemt dit een klein stapje in de goede richting: “Het kabinet merkt net als wij dat opdrachtgevers – zowel in de profit als non-profitsector – terughoudender worden met het inhuren van zzp’ers en neemt daarvoor de eerste maatregelen. Het is positief dat ze deze signalen opvangen, serieus nemen en daar actie op ondernemen, maar dit is nog onvoldoende om de rust in de arbeidsmarkt te herstellen en bewaren. Wij adviseren daarom om het instrument ‘aanwijzingen’ na 1 januari 2025 te behouden, zodat opdrachtgever en opdrachtnemer na advies van de Belastingdienst de tijd krijgen om de arbeidsrelatie aan te passen.”

Terughoudendheid bij opdrachtgevers
Uit het onderzoek blijkt dat ongeveer 25 procent van de hoogopgeleide zzp’ers één of meerdere opdrachten is misgelopen in aanloop naar de opheffing van het handhavingsmoratorium. Daarnaast verwacht 57 procent dat het in de toekomst moeilijker wordt om opdrachten te vinden door de strengere handhaving.

Van Happen zegt hierover: “Dit bevestigt dat opdrachtgevers terughoudender worden in het inhuren van zelfstandigen. Wij ervaren in de praktijk dat opdrachtgevers moeite hebben om goed te beoordelen wanneer een zelfstandige ingehuurd mag worden. Dit leidt tot risicomijdend gedrag en minder opdrachten voor zelfstandigen. Dat mag niet het bij-effect zijn van de handhaving op schijnzelfstandigheid.”

Bewustzijn en behoefte aan meer duidelijkheid
Het onderzoek toont ook dat de 65 procent respondenten (zeer) goed op de hoogte is van de opheffing van het handhavingsmoratorium. Tegelijkertijd geven honderden respondenten in hun open reacties aan behoefte te hebben aan meer consistente en specifieke informatie die hen helpt zich goed voor te bereiden op deze veranderingen. “Het is nu aan de betrokken partijen om heldere voorlichting te bieden en zowel opdrachtgevers als zelfstandigen goed te informeren. Gelukkig blijkt uit de Kamerbrief van 6 september dat het kabinet het belang van duidelijke communicatie erkent en dat er een Rijksbrede publiekscampagne in voorbereiding is, die eind september van start gaat. Als leidende marktpartij zullen wij ook onze rol nemen in de communicatie”, besluit Van Happen.


De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp'ers

De internetconsultatie over het wetsvoorstel Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) heeft een stortvloed aan reacties opgeleverd. Wat moet jij weten over de plannen om een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering in te voeren voor zzp'ers?

Waarom komt er een verplichte AOV?

De invoering van een verplichte AOV voor zzp'ers komt voort uit een voorstel van de Stichting van de Arbeid. In juni 2019 is er namelijk een akkoord gesloten tussen vakbonden, werkgeversorganisaties en het kabinet. Onderdeel van dit akkoord was de invoering van een verplichte AOV voor zzp'ers.  i Het doel van deze regeling is het beschermen van zzp'ers  tegen inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid. Wat veel mensen niet weten, is dat de verplichte AOV een voorwaarde is voor het ontvangen van financiële middelen uit het Europese coronaherstelfonds.  De wetgeving moet uiterlijk in 2025 worden aangenomen, maar de invoering wordt pas verwacht tussen 2027 en 2029. 

Wat houdt de verplichte AOV in?

De verplichte AOV zal waarschijnlijk de volgende kenmerken hebben: 

  • De verplichte AOV gaat maximaal €195 per maand kosten; Een jaar wachttijd voordat de uitkering ingaat100% van het wettelijke minimumloon bij volledige arbeidsongeschiktheid, met een maximum van 70% van het laatst verdiende inkomen of winst.
  • Tot de AOW-leeftijd bij blijvende arbeidsongeschiktheid. 
  • Bij private verzekeraars zal een stabiliteitsbijdrage worden geïnd (solidariteitspremie) 
  • Arbeidsongeschiktheid wordt beoordeeld op basis van restverdiencapaciteit in alle beroepen, niet alleen het eigen beroep. 

Voor wie wordt de AOV verplicht?

De verplichte AOV zal gelden voor alle ondernemers die inkomstenbelasting betalen, ook wel IB-ondernemers genoemd, inclusief meewerkende partners. Uitzonderingen zijn waarschijnlijk voor directeur-grootaandeelhouders (DGA's) en parttime ondernemers die naast loondienst als zzp’er werken. Het hebben van personeel of voldoende vermogen zijn geen redenen om niet deel te nemen aan de verplichte AOV. 

Wat als de zzp'er al een AOV heeft of er liever zelf één afsluit?

In de polder is lang gediscussieerd over een 'opt-out regeling' voor zzp'ers die liever een eigen private verzekering afsluiten. In het wetsvoorstel is deze mogelijkheid opgenomen, maar onder de voorwaarde dat de private verzekering minstens dezelfde voorwaarden heeft als de verplichte publieke verzekering. Andere voorzieningen zoals schenkkringen of Broodfondsen zullen niet voldoende zijn om vrijstelling te krijgen van de verplichte AOV.


“Zet ondernemerschap en wens van zzp’er en opdrachtgever centraal”

Wat Nederland kan leren van andere landen over zzp-wetgeving

Het onderscheid tussen een zzp’er en een werknemer is niet alleen een vraagstuk voor Nederland, de discussie speelt ook in andere landen. In een nieuw rapport presenteren HR-tech dienstverlener HeadFirst Group, ONL voor Ondernemers en onafhankelijk platform ZiPconomy waardevolle lessen die het nieuwe kabinet en de Nederlandse politiek kunnen leren van andere westerse landen. “Er zijn landen waar de ‘wil der partijen’ een belangrijke rol speelt en waar ondernemerscriteria zwaarder wegen dan de omstandigheden tijdens de opdracht. Het is een gemiste kans voor Nederland als we geen waarde hechten aan deze factoren”, aldus Marion van Happen, CEO bij HeadFirst Group.

De ontwikkeling van nieuwe wet- en regelgeving rondom het werken met zelfstandigen is in Nederland een urgente opdracht voor Eddy van Hijum, de nieuwe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Wanneer mogen organisaties zzp’ers inhuren en wanneer moeten zij een arbeidsovereenkomst aanbieden? Deze vraag houdt wereldwijd beleidsmakers en overheden bezig. Het onderzoeksrapport ‘Internationaal perspectief op zzp-wetgeving. Wat Nederland kan leren van andere landen’ biedt een diepgaand inzicht in de oplossingen en benaderingen die in andere landen worden gehanteerd.

Meer aandacht voor ondernemerscriteria en het individu
Nederland kan veel leren van de ervaringen in landen als België, Duitsland, Canada en de Verenigde Staten (VS). “Als internationale HR-tech dienstverlener worden wij dagelijks geconfronteerd met een verscheidenheid aan wet- en regelgeving”, vertelt Marion van Happen, CEO van HeadFirst Group. “Deze ervaringen bieden Nederland waardevolle inzichten. In België en Duitsland bijvoorbeeld, ligt de focus eerst op de ondernemerscriteria en de identiteit van de werkende. Dat is een fundamenteel andere benadering dan die we in Nederland kennen.”

Geen one-size-fits-all
“Het rapport laat zien dat er geen one-size-fits-all-oplossing bestaat”, zegt Erik Ziengs, voorzitter van ONL voor Ondernemers. “Het is belangrijk om te leren van de ervaringen en oplossingen in andere landen. Dit rapport nodigt uit tot een stevige politiek-maatschappelijke discussie over de rol van zzp’ers op de arbeidsmarkt en onze perceptie van deze groep werkenden.”

Daarbij moet er voldoende ruimte zijn voor de wensen van de werkenden zelf, vinden Ziengs en Van Happen. Uit meerdere onderzoeken blijkt namelijk dat het overgrote deel van de zelfstandigen bewust kiest voor het ondernemerschap, gedreven door autonomie en regie over hun eigen werkdag. Van Happen: “In Canada en België speelt de ‘wil der partijen’ een belangrijke rol bij het beoordelen van de arbeidsrelatie. Het zou een gemiste kans zijn als we in Nederland geen waarde hechten aan deze factor.”

Ziengs vult aan: “Als zelfstandigen een gedegen uurtarief rekenen, een goede financiële administratie bijhouden en proactief nieuwe opdrachten werven, verdienen zij de vrijheid die het ondernemerschap biedt.”

Het nieuwe rapport is hier te downloaden.


Van VAR, via DBA naar VBAR: wat opdrachtgevers moeten weten in 2025

Huur jij als opdrachtgever zelfstandigen in? Let dan op! Vanaf 2025 gaat er namelijk wat veranderen: het zogeheten handhavingsmoratorium komt per 1 januari 2025 te vervallen. Wat dit betekent? De Belastingdienst gaat vanaf dat moment strenger handhaven op schijnzelfstandigheid. Ook is het voor de Belastingdienst mogelijk om direct naheffingen en correcties op te leggen bij zowel opdrachtgever als zelfstandige als er sprake is van schijnzelfstandigheid. Maar waarom komt het handhavingsmoratorium te vervallen? En hoe zijn we, na de afschaffing van de VAR en DBA, op dit punt terechtgekomen? 

Wat was de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) ook alweer?

In 2005 is de VAR ingesteld om organisaties die zelfstandigen inhuren te vrijwaren van werkgeversverplichtingen, zoals inhouding loonheffing en de afdracht van werkgeverspremies. Tot 2016 werd er op grote schaal door opdrachtgevers en zelfstandigen gebruikgemaakt van de VAR. De doorgaande groei van het aantal zelfstandigen zorgde voor een discussie over de toename van het aantal schijnzelfstandigen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de VAR werd afgeschaft en dat de wet DBA in het leven werd geroepen.

De wet DBA 

Met de komst van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) is de VAR komen te vervallen. De wet is ingevoerd om enerzijds duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie tussen een opdrachtgever en opdrachtnemer, en anderzijds om schijnzelfstandigheid aan te pakken. In de wet DBA zijn opdrachtgever en opdrachtnemer samen verantwoordelijk voor de fiscale gevolgen als er toch sprake blijkt te zijn van een dienstverband. De wet DBA heeft niet voor de duidelijkheid en rust gezorgd die hij moest brengen. Daarom werd er direct bij de invoering van deze wet een handhavingsmoratorium in het leven geroepen. Vorige kabinetten hebben daarom besloten om de wet DBA te vervangen.  

De opvolger van de wet DBA wordt naar alle waarschijnlijkheid de wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR). Dit nieuwe wetsvoorstel moet een beter toetsingskader bieden, om zo een duidelijker onderscheid te krijgen tussen werknemers en zzp'ers.  

Opdrachtgever en zelfstandige bespreken een contract tijdens een zakelijke bijeenkomst bij HeadFirst Group, met op de achtergrond het kantoor van HeadFirst Group

Waarom is de DBA wetgeving belangrijk? 

De DBA wetgeving heeft als doel om te voorkomen dat zelfstandigen eigenlijk in loondienst zijn, zonder dat ze de bijbehorende rechten en plichten hebben. Dit betekent dat je als opdrachtgever moet kunnen aantonen dat de zzp'er die je inhuurt daadwerkelijk zelfstandig werkt en niet onder jouw directe leiding en toezicht staat. 

Wat betekent dit voor jou als opdrachtgever? 

  • Een goede beoordeling van de arbeidsrelatie: voor iedere opdracht is een beoordeling nodig om na te gaan of er sprake is van een dienstbetrekking. Kijk daarom goed naar de feiten en omstandigheden die relevant zijn bij het beoordelen van de arbeidsrelatie. Belangrijke factoren hierin zijn bijvoorbeeld de duur van de opdracht, de aard van de werkzaamheden, alleen vergoeding voor daadwerkelijk gewerkte uren, geen leiding en toezicht van de opdrachtgever etc. 
  • Modelovereenkomsten: het is aan te raden om een door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst te gebruiken. Dit kan helpen om duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie. Let op: de werkelijke situatie is waarop wordt beoordeeld, dus het is van belang dat er ook daadwerkelijk wordt gehandeld in lijn met de afspraken zoals vastgelegd in de modelovereenkomst. 
  • Verantwoordelijkheid: je bent als opdrachtgever medeverantwoordelijk (tezamen met de zelfstandige) voor het vastleggen van de arbeidsrelatie en hier ook daadwerkelijk naar te handelen. 
  • Goed documenteren: zorg voor een duidelijke administratie, waarin de afspraken met de zzp'er zijn vastgelegd. 
  • Periodieke evaluatie: evalueer regelmatig de manier van samenwerken met elkaar, om te zorgen dat deze nog steeds voldoet aan de voorwaarden van zelfstandigheid. 

Met de wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) wordt de relevante rechtspraak bij elkaar gebracht en daarvan wordt een wettelijk toetsingskader gemaakt. Dit moet ervoor zorgen dat het voor opdrachtgevers duidelijker wordt wanneer er een zelfstandige ingehuurd kan worden. Daarnaast wordt er onder rechtsvermoeden van werknemerschap ingevoerd als de werkende minder dan €33 per uur verdient. Dit moet de positie van kwetsbare werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt versterken.


Zzp'ers moeten flexibel blijven bij verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering

Op dinsdag 11 juni heeft demissionair minister Van Gennip (SZW) de Wet Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) online gezet voor consultatie, zodat iedereen zijn mening kan geven over het wetsvoorstel. HeadFirst Group ondersteunt het idee van een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor alle zelfstandigen, maar benadrukt dat keuzemogelijkheden hierin heel belangrijk zijn.

De verplichte AOV voor zelfstandigen gaat maximaal 195 euro per maand kosten en biedt een uitkering van 70% van de winst vóór arbeidsongeschiktheid, tot maximaal het minimumloon. Deze uitkering loopt door tot de AOW-leeftijd. De wet biedt ook de mogelijkheid voor een opt-out, waardoor zelfstandigen ervoor kunnen kiezen om zich privé te verzekeren, zolang die verzekering aan een paar minimumvoorwaarden voldoet.

Opt-out optie in wetsvoorstel
HeadFirst Group is blij dat het wetsvoorstel deze optie biedt. In eerdere gesprekken met betrokkenen en in onze communicatie hebben wij benadrukt dat zelfstandigen deze opt-out erg waarderen. De verplichte AOV is belangrijk om kwetsbare zzp’ers te beschermen en hen zekerheid te bieden. Tegelijkertijd moeten we de diversiteit van de zzp-populatie niet vergeten, met hun uiteenlopende opdrachten, motivaties en tarieven.

Het is goed om te zien dat demissionair minister Van Gennip en haar beleidsmedewerkers hier rekening mee hebben gehouden. We hopen dat de nieuwe minister van SZW en zijn team op dezelfde manier doorgaan. We willen ook benadrukken dat de wens voor een opt-out-optie onder zelfstandigen komt doordat steeds meer zelfstandigen (41%, ZEA 2023) op eigen initiatief een financiële reserve hebben opgebouwd of beleggen voor hun oude dag. Dit laat zien dat zelfstandigen zich bewust zijn van de balans tussen autonomie en verantwoordelijkheid: ze waarderen de vrijheid en flexibiliteit, maar weten ook dat ze financieel vooruit moeten denken.

Iedereen kan tot en met 23 juli 2024 reageren op het wetsvoorstel. Daarna worden alle reacties geanalyseerd en waar nodig worden aanpassingen gedaan. Het wetsvoorstel gaat vervolgens naar de Raad van State en daarna naar de Tweede Kamer.


Wetsvoorstel verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering in internetconsultatie

Demissionair minister Van Gennip (SZW) heeft eerder deze week de Wet Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) in internetconsultatie gebracht. De BAZ is ontstaan uit een voorstel van de Stichting van de Arbeid en maakt deel uit van een breder arbeidsmarkthervormingspakket. Er is langdurig onderhandeld over de wenselijkheid, uitvoerbaarheid en criteria van deze arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Van Gennip heeft nu besloten een volgende stap te zetten in het proces door het wetsvoorstel in internetconsultatie te brengen, zodat belanghebbenden, marktpartijen en zzp-organisaties hun feedback kunnen geven.

De AOV is gebaseerd op drie uitgangspunten: betaalbaarheid, begrijpelijkheid en uitvoerbaarheid. De wet is als volgt vormgegeven:

  • De nieuwe verzekering wordt verplicht voor alle zelfstandigen die voor de inkomstenbelasting 'winst uit onderneming' genieten.
  • Zelfstandigen die een jaar ziek zijn geweest (de zogenaamde wachttijd), kunnen in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
  • Zelfstandigen krijgen deze uitkering als zij door ziekte niet meer in staat zijn om het minimumloon te verdienen. Dit is anders dan bij de werknemersverzekering, waarbij niet alleen wordt gekeken naar wat iemand nog kan, maar ook naar wat iemand eerder verdiende.
  • De uitkering bedraagt 70% van de winst vóór arbeidsongeschiktheid, tot maximaal het minimumloon. Deze uitkering loopt door tot de AOW-leeftijd.
  • Zelfstandigen betalen ongeveer 6,5% van hun winst uit onderneming aan premie, met een maximum van circa €195 per maand, gebaseerd op het minimumloon van 2024. De premie is fiscaal aftrekbaar.
  • Zelfstandigen die dit vangnet onvoldoende vinden, zich liever privaat verzekeren of al een arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben, kunnen kiezen voor de zogenaamde opt-out. De private verzekering moet voldoen aan een aantal minimumvoorwaarden: de uitkering bij arbeidsongeschiktheid mag niet lager zijn dan die van de publieke verzekering, de premie moet minimaal gelijk zijn aan die van de publieke verzekering, en de verzekering moet doorlopen tot de AOW-leeftijd. Er komt overgangsrecht voor bestaande verzekeringen.

HeadFirst Group is tevreden met de mogelijkheid in het huidige wetsvoorstel om zelf een private verzekering af te sluiten. In eerdere gesprekken met stakeholders en in onze externe communicatie hebben wij benadrukt dat zelfstandigen waarde hechten aan deze opt-out. Het is positief om te zien dat Van Gennip en haar beleidsmedewerkers hiermee rekening hebben gehouden.

Belanghebbenden kunnen tot en met 23 juli 2024 hier reageren op het wetsvoorstel. Daarna worden alle reacties geanalyseerd en, waar nodig, verwerkt in aanpassingen. Het wetsvoorstel gaat vervolgens naar de Raad van State en zal daarna behandeld worden in de Tweede Kamer.